1° Zondag Advent A (2010)

Er is een lied, dat wel eens in een kerk gezongen wordt. Iets religieus, iets over God lijkt er niet in voor te komen. Want het gaat over twee bomen. Toch is het een heel spiritueel lied. De tekst is kort en luidt: "Staan in winterlicht twee bomen, stram gelaten kaal wanhopig. Horen zij de storm aankomen, sluit de een zijn oren, ogen, wordt een zwaluw in zijn dromen. Grijpt de ander met zijn wortels in nog onderaardser donker naar nog dieper waterstromen". Het gaat over bomen. Maar eigenlijk gaat het natuurlijk over mensen, over ons. Het lied gaat over hoe wij mensen kunnen reageren op de stormen die bij tijd en wijlen in ons leven kunnen woeden. Het lied is een beeld waarin wij ons kunnen spiegelen. Neem nou die eerste boom: die zich afsluit, die zich opsluit in zijn eigen dromen en gedachten. Zo zijn wij allemaal wel eens. Op alles wat lastig is, op alles wat ons niet uitkomt kunnen we reageren door gewoon te doen alsof het niet bestaat. Dat kun je een tijdje volhouden, net als fluiten in het donker. Je kunt je angst of onrust een tijdje bezweren, maar echt lang houdt je dat niet vol. Met drank of medicijnen of drugs kun je die tijd wel rekken. Maar vaak krijg je er dan nog een probleem bij. Vroeg of laat moet je proberen om echt onder ogen te zien wat er gebeurd is. Daar is wel moed voor nodig, innerlijke kracht. En waar haal je die vandaan?

Het evangelie roept op tot waakzaamheid. Het einde van je leven kan ineens komen, als een dief in de nacht. Zoals de zondvloed de tijdgenoten van Noach wegrukte uit het leven. Wij mensen kunnen echt belangrijke keuzes en beslissingen soms eindeloos voor ons uitschuiven. Want er is kracht nodig om knopen door te hakken, om echt de weg van je geweten of je hart te volgen. Voordat het te laat is. Waar haal je die kracht vandaan? "Wees waakzaam" staat er op het boekje. Laat je dus niet door angsten en zorgen terneerdrukken. Het is gemakkelijk gezegd. Angsten en zorgen laten zich niet weg commanderen. Angsten en zorgen ontvluchten in een droomwereld, dat is veel meer voor de hand liggend. Alleen, als je wakker wordt komt alles weer levensgroot op je af.

Hoe gaan mensen in de bijbel met angsten en zorgen om? Hoe deed Jesaja dat? Deze onverschrokken profeet leefde in een roerige tijd. Hij had genoeg reden tot angst. Er was een enorm gevecht om invloedssferen aan de gang, zoals je dat nog steeds in het Midden Oosten kunt zien, tot in Afghanistan toe. Assyrië en Egypte streden om de macht, en het kleine Israël lag daar midden tussen. Blijf dan maar eens overeind, neem dan maar eens in alle rust de goede beslissing. De koningen van Israël waren bang en probeerden aan te pappen met de machtigste partij. Jesaja waarschuwt de koningen daarvoor. Angst vindt hij een slechte raadgever. Besluiten moeten genomen worden vanuit een diep vertrouwen in de Heer, houdt hij de koningen voor.

Hoe komt Jesaja zelf dan aan dat diepe vertrouwen? Dat is hem door God gegeven, zoals God het ook aan ons kan geven. Jesaja kreeg het door een visioen. Visioenen brengt u misschien in verband met dromen, met de dromen waarin wij de realiteit kunnen ontvluchten. Maar het visioen van Jesaja is anders. Je zou het ontvangen van een visioen kunnen vergelijken met een zwangerschap. Jesaja voelde zich in zijn diepste wezen aangeraakt door Gods Geest. Er groeide iets in hem, een innerlijk weten, een vertrouwen dat zich, als bij een geboorte, een weg baande dwars door zijn gangbare gedachten en gevoelens heen. Het is een innerlijk weten waaraan hij grote kracht ontleende. Bij Jesaja is de inhoud van dat visioen: eens zal alles ten goede worden gekeerd. Eens zullen alle volkeren de leefregels van de Torah, van Gods wet kennen en eerbiedigen. Een zullen alle zwaarden omgesmeed worden tot ploegijzers, en alle speren tot sikkels. Als je met Jesaja dat vertrouwen in je voelt groeien, dan krijgt je leven een ander perspectief; je bent dan minder gauw overgeleverd aan de spanningen en angsten van het moment. Vrees maakt plaats voor vertrouwen.

Dit vertrouwen is bij Jesaja gegroeid zoals Jezus groeide in de schoot van moeder, langzaam maar gestaag. Het kan ook in ons groeien, diep van binnen. Daar waar we verbonden zijn met Christus. De Advent is de tijd om weer dat verlangen te voelen om met Christus verbonden te zijn. In ons kan ook vrede en vertrouwen groeien, als we onze band met Christus willen vernieuwen. De Advent is de tijd om te kijken of we ons ook kunnen spiegelen in die tweede boom uit dat lied: die boom die met zijn wortels op zoek gaat. In nog onderaardser donker grijpt hij naar nog dieper waterstromen. Ik hoop dat we die diepste onderstroom in ons leven, de liefde van God die in ons leeft, allemaal opnieuw op het spoor komen. Dan zal kerstmis een feest van vreugde zijn!