10e verjaardag heiligverklaring Edith Stein: preek bij onthulling Edith Steinramen in Echt (2008)

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 400 niet laden

Straks zullen we in deze kerk een raam onthullen van de heilige Theresia Benedicta van het Kruis, Edith Stein, de heilige Karmelietes die de laatste jaren van haar leven hier in Echt gewoond en gewerkt heeft. Er is al heel veel over haar geschreven en gepubliceerd. Maar wat waarschijnlijk maar weinig mensen weten, is dat zij een bijnaam had. Ik bedoel niet een kloosternaam, maar een echte bijnaam. Misschien heeft ze het ook zelf nooit geweten, maar zij werd (in het Duits) ‘Die Matutina' genoemd.

Matutin dat is de Duitse naam voor het Nachtofficie, het Nachtgebed uit het getijdengebed van de Kerk. In het Nederlands noemen we dit gebed de Metten. Vooral in contemplatieve kloosters wordt dit ook echt 's nachts of 's ochtends heel vroeg gebeden. Matuta betekent letterlijk: ochtendrood.

In de jaren vóórdat Edith Stein intrad bij de Karmel in Keulen, ging ze regelmatig op retraite bij de Benedictijner monniken in Beuron, een klein dorp in het dal van de Donau in het Schwarzwald. De abt van die abdij was een geestelijk vader voor de pas katholiek geworden Edith Stein.

En de monniken daar baden elke ochtend om vier uur de Metten. En als Edith Stein een paar dagen in Beuron was, dan zat zij óók om vier uur 's ochtends in de kerk. De meeste monniken hadden er geen idee van wie die vrouw was die daar zo vroeg al zat, maar ze voelden wel aan dat het niet zomaar iemand was. Daarom hadden ze haar een bijnaam gegeven. Ze noemden haar: Die Matutina. Letterlijk vertaald zou je zeggen: de vrouw die altijd vroeg op is, het ochtendmens. En in figuurlijke zin: de waakzame.

In eerste instantie zouden wij misschien denken: een bijnaam voor Edith Stein? Is dat niet een beetje oneerbiedig? Maar als je er over nadenkt, is Matutina eigenlijk een heel mooie naam voor haar. Een naam die zeker goed past bij de wijze waarop wij vandaag - bij de 10e verjaardag van haar heiligverklaring - bij haar stilstaan.

Als het raam straks onthuld wordt, zult u daarin een foto van Edith Stein zien. Ze is letterlijk vereeuwigd in dit nieuwe raam. Als vanaf morgen het eerste schemerlicht van de vroege ochtend een nieuwe dag aankondigt - misschien zelfs de eerste zonnestralen boven de horizon uitkomen - is zij hier aanwezig. Net als destijds bij de monniken in Beuron. Op het moment dat in de kloosters de Metten gebeden wordt, is zij hier present. Het licht van de dageraad zal haar kleuren. Zij zal haar naam als Matutina - de vrouw die vroeg op is, de waakzame - alle eer aandoen. Letterlijk door de hemel verlicht.

Maar ook op andere wijze kun je zeggen dat Edith Stein vroeg wakker was. Járen vóór het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog had zij al door dat haar Joodse volk het onder het Naziregime zwaar te verduren zou krijgen. Ze heeft daar in haar filosofische werken ook vaker over geschreven. Thema's als ‘lijden' en het ‘kruis' komen regelmatig aan de orde. Het is ook niet voor niets dat zij als kloosternaam koos voor ‘Theresia Benedicta van het Kruis'.

"Onder het kruis verstond ik het lot van het volk van God, dat zich toen reeds begon aan te kondigen," heeft ze daarover ooit gezegd. Het is duidelijk dat de hele lijdensmystiek voor haar een dubbele betekenis heeft. Enerzijds spreekt zij over het lijden van Christus - en anderzijds over het lijden dat het Joodse volk - en uiteindelijk ook zijzelf - zal ondergaan.

Als we de teksten van de twee lezingen van vandaag erbij halen, dan is het leven van Ediths Stein daarin duidelijk te herkennen. In de eerste lezing horen we hoe God via de profeet zegt: "Ik zal haar naar de woestijn leiden en ik zal spreken tot haar hart."

Als er iemand in de woestijn geweest is, is het wel Edith Stein. Eerst een figuurlijke woestijn, waarin ze op zoek ging naar God en Hem uiteindelijk in Christus vond. En daarna kwam ze terecht in de woestijn van het nationaalsocialisme, dat haar en zes miljoen andere mensen meedogenloos afvoerde naar de vernietigingskampen.

Maar God laat haar niet in de steek. Hij zegt via dezelfde profeet: "Ik neem u als mijn bruid.....als mijn bruid in onverbrekelijke trouw: dan zult gij de Heer leren kennen." Edith Stein is trouw gebleven, trouw aan haar geloof én trouw aan haar volk. Dat is wat haar tot een heilige vrouw gemaakt heeft en waardoor wij met zekerheid kunnen zeggen dat zij God heeft leren kennen.

De boodschap die we daar uit mogen leren, is dat lijden niet zinloos is. Maar dat mensen juist in het lijden God kunnen ontmoeten. Edith Stein schrijft dat zelf ook. In 1931 schreef ze in Beuron - waar de monniken haar die bijnaam hadden gegeven - al over de zin van het lijden. Niet om het lijden als zodanig, want dat zou persvers en ziekelijk zijn, zegt ze zelf. Maar om de verlossing uit dat lijden door Christus. In een tekst met de titel ‘Het Kerstmysterie' schrijft ze over de weg van de kribbe naar het kruis, die elke christen moet gaan. "Wie Christus navolgt, moet het hele Christusleven doorleven en moet eenmaal de kruisweg gaan van Gethsemane naar Golgotha," zo schrijft ze.

En dat brengt ons bij de evangelielezing over de bruidsmeisjes met hun olielampen.
Dat verhaal over de domme en verstandige meisjes kun je op allerlei manieren interpreteren. Deze keer viel mijn oog vooral op één bijzondere zin. Een zin waar je normaal gesproken overheen zou lezen, maar die in relatie tot Edith Stein opeens de aandacht trekt. Ergens halverwege staat: "....de meisjes dommelden in en sliepen". En dan komt de zin: "Maar midden in de nacht klonk er geroep."

Op het moment waarop je het niet verwacht, staat de Heer aan je deur om je mee te nemen voor een tocht waar jezelf niet voor gekozen hebt, maar waar Hij een plan mee heeft. Of zoals Edith Stein het zelf zegt: "Wat niet in mijn plan lag, dat heeft in Gods plan gelegen."

Ook al was ze gevlucht van Keulen naar Echt, ze wist dat ze Gods plan niet kon ontlopen en dat er een dag en een uur zou komen, waarop zij haar kruis zou moeten opnemen. Al in 1933 werd haar in een visioen duidelijk dat haar nog heel wat lijden te wachten stond. Ze kon niet voorzien wat dat zou moeten zijn, maar ze voelde intuïtief dat ze een kruisweg zou moeten gaan. "Van Gethsemane naar Golgotha", zoals ze zelf eens geschreven had.

De evangelielezing van vandaag sluit af met een opdracht voor ons allemaal: "Weest waakzaam, want Gij kent dag noch uur." Ik hoop dat u aan die tekst zult denken, wanneer u in de toekomst hier in de kerk zit en naar het Edith Steinraam kijkt. Ik hoop dat u zich dan bewust bent van het voorbeeld dat de heilige Theresia Benedicta van het Kruis voor ons allemaal is geweest.

Als ‘Die Matutina' was zij letterlijk en figuurlijk voor dag en dauw op, waakzaam en alert op de dingen die komen zouden. Maar zij was zich evenzeer bewust van het feit dat Christus navolgen betekent dat je niet moet blijven hangen in de romantiek van de kribbe, maar de weg tot aan het einde moet aflopen en het kruis moet dragen dat God onderweg op je schouder legt. Amen.


Straks zullen we in deze kerk een raam onthullen van de heilige Theresia Benedicta van het Kruis, Edith Stein, de heilige Karmelietes die de laatste jaren van haar leven hier in Echt gewoond en gewerkt heeft. Er is al heel veel over haar geschreven en gepubliceerd. Maar wat waarschijnlijk maar weinig mensen weten, is dat zij een bijnaam had. Ik bedoel niet een kloosternaam, maar een echte bijnaam. Misschien heeft ze het ook zelf nooit geweten, maar zij werd (in het Duits) ‘Die Matutina' genoemd.

Matutin dat is de Duitse naam voor het Nachtofficie, het Nachtgebed uit het getijdengebed van de Kerk. In het Nederlands noemen we dit gebed de Metten. Vooral in contemplatieve kloosters wordt dit ook echt 's nachts of 's ochtends heel vroeg gebeden. Matuta betekent letterlijk: ochtendrood.

In de jaren vóórdat Edith Stein intrad bij de Karmel in Keulen, ging ze regelmatig op retraite bij de Benedictijner monniken in Beuron, een klein dorp in het dal van de Donau in het Schwarzwald. De abt van die abdij was een geestelijk vader voor de pas katholiek geworden Edith Stein.

En de monniken daar baden elke ochtend om vier uur de Metten. En als Edith Stein een paar dagen in Beuron was, dan zat zij óók om vier uur 's ochtends in de kerk. De meeste monniken hadden er geen idee van wie die vrouw was die daar zo vroeg al zat, maar ze voelden wel aan dat het niet zomaar iemand was. Daarom hadden ze haar een bijnaam gegeven. Ze noemden haar: Die Matutina. Letterlijk vertaald zou je zeggen: de vrouw die altijd vroeg op is, het ochtendmens. En in figuurlijke zin: de waakzame.

In eerste instantie zouden wij misschien denken: een bijnaam voor Edith Stein? Is dat niet een beetje oneerbiedig? Maar als je er over nadenkt, is Matutina eigenlijk een heel mooie naam voor haar. Een naam die zeker goed past bij de wijze waarop wij vandaag - bij de 10e verjaardag van haar heiligverklaring - bij haar stilstaan.

Als het raam straks onthuld wordt, zult u daarin een foto van Edith Stein zien. Ze is letterlijk vereeuwigd in dit nieuwe raam. Als vanaf morgen het eerste schemerlicht van de vroege ochtend een nieuwe dag aankondigt - misschien zelfs de eerste zonnestralen boven de horizon uitkomen - is zij hier aanwezig. Net als destijds bij de monniken in Beuron. Op het moment dat in de kloosters de Metten gebeden wordt, is zij hier present. Het licht van de dageraad zal haar kleuren. Zij zal haar naam als Matutina - de vrouw die vroeg op is, de waakzame - alle eer aandoen. Letterlijk door de hemel verlicht.

Maar ook op andere wijze kun je zeggen dat Edith Stein vroeg wakker was. Járen vóór het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog had zij al door dat haar Joodse volk het onder het Naziregime zwaar te verduren zou krijgen. Ze heeft daar in haar filosofische werken ook vaker over geschreven. Thema's als ‘lijden' en het ‘kruis' komen regelmatig aan de orde. Het is ook niet voor niets dat zij als kloosternaam koos voor ‘Theresia Benedicta van het Kruis'.

"Onder het kruis verstond ik het lot van het volk van God, dat zich toen reeds begon aan te kondigen," heeft ze daarover ooit gezegd. Het is duidelijk dat de hele lijdensmystiek voor haar een dubbele betekenis heeft. Enerzijds spreekt zij over het lijden van Christus - en anderzijds over het lijden dat het Joodse volk - en uiteindelijk ook zijzelf - zal ondergaan.

Als we de teksten van de twee lezingen van vandaag erbij halen, dan is het leven van Ediths Stein daarin duidelijk te herkennen. In de eerste lezing horen we hoe God via de profeet zegt: "Ik zal haar naar de woestijn leiden en ik zal spreken tot haar hart."

Als er iemand in de woestijn geweest is, is het wel Edith Stein. Eerst een figuurlijke woestijn, waarin ze op zoek ging naar God en Hem uiteindelijk in Christus vond. En daarna kwam ze terecht in de woestijn van het nationaalsocialisme, dat haar en zes miljoen andere mensen meedogenloos afvoerde naar de vernietigingskampen.

Maar God laat haar niet in de steek. Hij zegt via dezelfde profeet: "Ik neem u als mijn bruid.....als mijn bruid in onverbrekelijke trouw: dan zult gij de Heer leren kennen." Edith Stein is trouw gebleven, trouw aan haar geloof én trouw aan haar volk. Dat is wat haar tot een heilige vrouw gemaakt heeft en waardoor wij met zekerheid kunnen zeggen dat zij God heeft leren kennen.

De boodschap die we daar uit mogen leren, is dat lijden niet zinloos is. Maar dat mensen juist in het lijden God kunnen ontmoeten. Edith Stein schrijft dat zelf ook. In 1931 schreef ze in Beuron - waar de monniken haar die bijnaam hadden gegeven - al over de zin van het lijden. Niet om het lijden als zodanig, want dat zou persvers en ziekelijk zijn, zegt ze zelf. Maar om de verlossing uit dat lijden door Christus. In een tekst met de titel ‘Het Kerstmysterie' schrijft ze over de weg van de kribbe naar het kruis, die elke christen moet gaan. "Wie Christus navolgt, moet het hele Christusleven doorleven en moet eenmaal de kruisweg gaan van Gethsemane naar Golgotha," zo schrijft ze.

En dat brengt ons bij de evangelielezing over de bruidsmeisjes met hun olielampen.
Dat verhaal over de domme en verstandige meisjes kun je op allerlei manieren interpreteren. Deze keer viel mijn oog vooral op één bijzondere zin. Een zin waar je normaal gesproken overheen zou lezen, maar die in relatie tot Edith Stein opeens de aandacht trekt. Ergens halverwege staat: "....de meisjes dommelden in en sliepen". En dan komt de zin: "Maar midden in de nacht klonk er geroep."

Op het moment waarop je het niet verwacht, staat de Heer aan je deur om je mee te nemen voor een tocht waar jezelf niet voor gekozen hebt, maar waar Hij een plan mee heeft. Of zoals Edith Stein het zelf zegt: "Wat niet in mijn plan lag, dat heeft in Gods plan gelegen."

Ook al was ze gevlucht van Keulen naar Echt, ze wist dat ze Gods plan niet kon ontlopen en dat er een dag en een uur zou komen, waarop zij haar kruis zou moeten opnemen. Al in 1933 werd haar in een visioen duidelijk dat haar nog heel wat lijden te wachten stond. Ze kon niet voorzien wat dat zou moeten zijn, maar ze voelde intuïtief dat ze een kruisweg zou moeten gaan. "Van Gethsemane naar Golgotha", zoals ze zelf eens geschreven had.

De evangelielezing van vandaag sluit af met een opdracht voor ons allemaal: "Weest waakzaam, want Gij kent dag noch uur." Ik hoop dat u aan die tekst zult denken, wanneer u in de toekomst hier in de kerk zit en naar het Edith Steinraam kijkt. Ik hoop dat u zich dan bewust bent van het voorbeeld dat de heilige Theresia Benedicta van het Kruis voor ons allemaal is geweest.

Als ‘Die Matutina' was zij letterlijk en figuurlijk voor dag en dauw op, waakzaam en alert op de dingen die komen zouden. Maar zij was zich evenzeer bewust van het feit dat Christus navolgen betekent dat je niet moet blijven hangen in de romantiek van de kribbe, maar de weg tot aan het einde moet aflopen en het kruis moet dragen dat God onderweg op je schouder legt. Amen.