Johannes moet hij heten. Het klinkt heel beslist. Het moet. Eerst zijn moeder, daarna nog zijn vader: ‘Hij heet Johannes.’ Er is niets tegen in te brengen. Hoe kwamen ze aan die naam: De engel had het gezegd: ‘Elisabet zal u een zoon schenken, die gij Johannes zult noemen.’ Waarom zo’n vreemde naam, hij komt ook niet in de familie voor?

Hoe kiezen wij tegenwoordig een naam. Klinkt hij leuk, past hij bij de achternaam? Een beetje kort, anders wordt hij afgekort. Een beetje trendy, van deze tijd. Een beetje Amerikaans of Frans, de naam van een filmster, popzanger, sportman, een idool. Of juist een unieke naam, ons kind is uniek. We hebben dan een namenboek. Stel dat ik bij de familie Zacharias op doopbezoek zou komen, zo rond de achtste dag, dan zou ik net als altijd het namenboek meenemen en eens kijken wat de naam betekent. Ik heb het bij me en kijk hier staat het: blz. 131 Johannes, van het Hebreeuwse woord Jehochânân, dat betekent: ‘God is genadig’.

Als de engel deze naam niet gegeven had, dan hadden Zacharias en Elisabet hem zelf kunnen bedenken. Niet vanwege de leuke klank of de trend, ook niet om opa te vernoemen, maar puur om de betekenis: ‘God is genadig’. Wanneer je zoveel jaar verlangend hebt uitgekeken naar een kind en allebei op een leeftijd komt waarop je zegt: ‘het zal wel niets meer worden, deze genade van God is ons huis voorbijgegaan,’ als juist dan het huilen van een boreling het huis vervult en de moeder het aan haar borst kan leggen, dan horen de buren van Elisabet hoe groot de barmhartigheid is die God haar had betoond. God is barmhartig, God is genadig, God is goed, God is liefde.

Je zult je kind maar zo’n naam geven. Godsgenade, godsgeschenk, Johannes, Joann, Johan, John, Johnny. Maar dan de andere kant. Je zult maar zo’n naam krijgen. ‘Nomen est omen, de naam is een voorteken,’ is een Latijns gezegde. Aan het eind van het Evangelie klinkt de naam van deze pasgeboren baby al door de hele streek. ‘Wat zal het worden met dit kind, de hand van God is met hem.’

Je krijgt een naam, je geboorte is omgeven met wonderlijke gebeurtenissen. Zijn vader heeft een visioen, een verschijning, een droom, tijdens zijn dienst in de tempel, een engel, met een belofte. Hij is met stomheid geslagen, verward, kan niet spreken, het lijkt alsof hij er een trauma aan over heeft gehouden, alsof een depressie zich heeft doorgezet, van de jaren die zij reeds kinderloos waren, een hoopvol moment, het niet meer kunnen of durven geloven. Hij kan geen woord meer uitbrengen, negen maanden lang. Als een straf voor zijn ongeloof, maar die straf heeft hij er graag voor over als hij bemerkt dat Elisabet in verwachting is. Zwijgen, tot de Stem wordt geboren. Zo zal Johannes over zichzelf spreken: ‘Een stem van iemand die roept in de woestijn (Lc. 3,4 Jes. 40,3). De stem van Zacharias zwijgt tot de stem wordt geboren. De stilte gaat vooraf aan de Boodschapper.

Het is een wonderlijk kind, een woestijnkind; dat was de plek die hij zocht. Niet het vertier en het vermaak van de grote stad. Niet het uitgaansleven en de drukte, niet de luxe en het lekkere eten, niet het gemak van het mooie huis en het zachte bed. Een woestijnkind. ‘Het kind groeide op en de Geest beheerste hem meer en meer. Hij verbleef in de woestijn tot de dag, waarop hij zich aan Israël openbaarde.’

Hoe zal dat in zijn opvoeding gegaan zijn? De musical van de parochie van de heilige Johannes de Doper, geeft een moderne visie, waarbij Johannes nogal weifelachtig overkomt. Het Evangelie toont hem anders. Maar een interessante bewerking in de musical is, dat Johannes daar dezelfde bekoringen in de woestijn meemaakt als Jezus. De woestijn is de plaats van bekoord worden op allerlei manieren. Wat zal de bekoring van Johannes zijn geweest? Je kunt dat op het spoor komen door te zien wat hij later verkondigt: ‘(Joh. 1, 19-20) Ik ben de Messias niet (vgl. Lc. 3,15). Johannes weet goed wie hij niet is, die bekoring heeft hij overwonnen. Hij weet ook de betekenis van zijn naam: ‘God is genadig’, hij wordt een boeteprediker, die Gods genade preekt, in een oproep tot bekering. God wil je vergeven, God is genadig, doe boete en beter je leven. Een prediker van Gods genade, maar tegelijk komt hij niet verder dan de oude profeten. Van hen is hij de grootste. Jezus Zelf geeft hem die titel: ‘(Mt. 11.11) Voorwaar Ik zeg jullie: onder wie uit vrouwen geboren zijn, is niemand groter dan Johannes de Doper. Niettemin is de Kleinere in het Rijk der Hemelen groter dan Hij.’ Jezus noemt hem de Elia die komen zou. In Johannes wordt de profetie aangaande Elia vervult, in hem komt het profetendom tot zijn hoogtepunt. De grootste.

Wat zijn zijn bekoringen geweest? Ik doop met water, maar na mij komt iemand die sterker is dan in; ik ben niet waardig de riem van zijn sandalen los te maken. Hij zal u dopen met de heilige Geest en met Vuur. De bekoring sterk en groot te zijn uit jezelf, gediend te worden, anderen te laten bukken voor jou, hij heeft de bekoring overwonnen. Jezus is de grootste.

Je zult maar Johannes genoemd worden. Zijn leven eindigt in de gevangenis, omdat hij opkwam voor huwelijkstrouw. Johannes als de patroon voor de onverbreekbaarheid van het huwelijk. De profeet die de koning berispte omdat hij met Herodias, de vrouw van zijn broer Filippus, zijn schoonzus dus, een relatie had. Die schoonzus vond het best, promotie, meer macht en meer geld. Johannes, de stem, wordt vermoord, omdat hij zijn roeping volgt.

God is genade. Maar dat betekent niet een gemakkelijk leven. Voorloper van de Messias zijn, is niet simpel. God is genadig, maar de mensen zoeken die genade niet, want die genade vraagt bekering.

Feest van Johannes de Doper, zijn geboorte. Het mag ons aanmoedigen om na te denken over onze eigen naam, onze eigen roeping en zending, onze eigen plaats in Gods plan met de wereld. Een roeping om Gods genade aan de wereld te tonen. Nu vanuit de volheid van Hem die door Johannes werd aangewezen. Jezus. Zijn naam betekent: ‘God redt’. De genadige God biedt ons zijn redding. Laten we ons door Johannes bij Jezus brengen en Gods redding ervaren. Nu, in deze viering, deze week, thuis en in het werk omdat God genadig is. Amen.