×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 233 niet laden

Het is met een beetje huiver dat ik u vandaag een zalig nieuwjaar toewens. Ik kan u wel veel heil en zegen toewensen, maar ik weet ook dat dit jaar eveneens veel leed en onheil met zich zal meebrengen.
Veel mensen lijden aan een ongeneeslijke ziekte, voor anderen staat er misschien werkloosheid voor de deur, voor nog anderen wordt de schuldenlast misschien steeds zwaarder.
Als er dan toch in deze dagen een pak nieuwjaarskaarten in onze bus valt met: zalig nieuwjaar, gelukkig en voorspoedig jaar, veel heil en zegen... leeft er dan in het hart van elke mens niet een onverwoestbare hoop, dat het tóch anders kan?

Wat mij steeds verwondert is, dat de somberste gedachten en de meest pessimistische toekomstvoorspellingen de hoop bij de mensen niet kapot krijgen. Zeker, wij kennen de ach's en wee's bij de mensen, wij weten dat we in een crisistijd leven, en toch, ondanks alles, blijven de mensen hopen dat het beter zal uitkomen dan dat je verwacht, dat morgen het leven beter kan zijn! Het is de hoop, die de mens doet leven!
De nieuwjaarswensen, die wij elkaar toezenden, zijn eigenlijk een teken dat de mens altijd weer kan en wil hopen.

De hoop is eigenlijk iets wonderbaars. Je kunt de hoop zien als een klein kind tussen twee grote zussen en menen dat het geloof en de liefde het kleine kind voorttrekken op de hobbelige weg van het leven. Maar in werkelijkheid is het de hoop - dit kleine kind - dat de twee anderen voorttrekt en de hele wereld in beweging houdt.
Die hoop spreken de christenen uit als ze elkaar een "zalig" nieuwjaar toewensen. Niet-gelovige mensen nemen dit woord niet zo graag in de mond, let daar maar eens op, ze spreken liever van een gelukkig of voorspoedig nieuwjaar. Maar, kunnen alleen mensen dit jaar voor-spoedig en gelukkig maken?
Laten we maar rustig bij ons "zalig" nieuwjaar blijven, en dit gelovige woord uitspreken, waardoor wij een beroep doen op Iemand anders, die groter is dan wij, op Iemand die ons levenslot in handen heeft.

Als we elkaar een "zalig" nieuwjaar toewensen, dan drukken wij daarin de hoop uit, dat God ons in de komende 365 dagen genadig zal zijn.
Wat ons ook zal overkomen, Hij zal voor ons zorgen. Hij zal bij ons zijn in blijde en droeve dagen, in voorspoed en tegenspoed, in ziekte en gezondheid. In Jezus is immers de goedheid en mensenliefde van God ons verschenen. Zijn naam is Emmanuel, God-met-ons.
In Jezus is onze Verlosser geboren. Zo hoeven wij nooit de moed op te geven. Wij, christenen, weten ook maar al te goed, dat wij in het nieuwe jaar niet voor honderd procent heilzame mensen kunnen zijn, dat wij niet in staat zijn elkaar voor honderd procent gelukkig te maken. Dat lukt ons niet. Maar, ondanks alles zeggen wij: en toch!

En toch wensen wij elkaar veel geluk, en toch geloven wij in een betere toekomst, en toch kan de samenleving menselijker worden.