Als een kindje geboren is en de geboortekaartjes verstuurd zijn, mogen de meestal fiere ouders heel wat mensen op babybezoek verwachten. Dat heel veel mensen willen delen in die vreugde, toont toch wel aan dat we zelfs in onze soms koel maatschappij toch nog ruimte hebben voor nieuw leven. Naast de felicitaties die beloond worden met wat suikerboontjes, is zo'n babybezoek vaak ook de gelegenheid waarbij het kind "gekeurd" wordt. Op wie lijkt hij/zij het meest? "Hoe het ook zij, 't is een schoon kindje", is meestal de slotsom van het ganse gebeuren.

Als mensen op babybezoek gaan, feliciteren ze niet alleen de ouders, ook het kindje zelf wordt uiteraard alle goeds toegewenst. Wanneer je als ouder een kindje krijgt, dan weet je niet wat er je te wachten staat. Dat klein schattig wezentje, als je het zo ziet liggen, je zou het willen vasthouden, maar dat gaat niet. Is er geen gezegde dat zegt: "opvoeden is loslaten"? Dat neemt niet weg dat dit voor bepaald mensen niet gemakkelijk is: je wil het beste voor je kind en in een vlaag van zelfoverschatting meent een goedmenende ouder wel eens dat hij of zij dat beter weet dat de ondertussen uit de kluiten gewassen baby van weleer. Loslaten is zeer moeilijk wanneer je met pijn in je hart moet vaststellen dat dit kind een weg volgt waarvan je vrij zeker bent dat het hem of haar niet gelukkig kan maken. En daar sta je dan als ouder: totaal machteloos, balancerend vaak op een zeer slappe koord om niet alle contact met je kind te verliezen. En dan weet je: kleine kinderen, kleine zorgen; grote kinderen, grote zorgen.

Vandaag viert de Kerk het feest van de moeder Gods: Maria. Ook hier is de menswording van God niet anders dan de geboorte van een ander kind. Nadat God levende geboortekaartjes gestuurd had naar de herders, kwamen zij vlug op babybezoek. Het verhaal vertelt ons echter niets van gezellige praatjes à la "hij lijkt op ...". Neen, de herders vertellen de ouders wat hen over het kind gezegd is.

In het kindheidsevangelie volgens Lucas is Maria al gewaarschuwd door de engel Gabriël dat haar kind geen gewoon kind zal zijn, voor Maria is het dus maar herhaling. Eigenlijk zeggen de herders : Hij zal nogal veel van Zijn hemelse Vader hebben.

Maria heeft toen tegen de engel "ja" gezegd, nu hult ze haar in stilzwijgen. Waarschijnlijk zal ze zich afgevraagd hebben wat dat concreet betekent voor haar zoon dat Hij namens "God redt" (=Jezus). Zij moet aangevoeld hebben dat er iets speciaals te gebeuren stond met haar Kind. Misschien geloofde zij, net als vele van haar volksgenoten, dat de Messias iemand was die met krachtige arm de Romeinen uit het land zou verdrijven. Of had zij veeleer de teksten van Jesaja over de lijdende dienaar gezien als beeld van de Messias? We weten het niet en we zullen het wellicht ook nooit weten. Dat is ook niet zo belangrijk. Wat we weten is dat ze haar Zoon altijd vanop een zekere afstand blijven volgen is, dat ze onnoemelijke pijnen moet doorstaan hebben toen ze zag dat het haar Zoon verkeerd begrepen werd en Hij eindigde op het kruis. Toch is zij altijd blijven geloven dat God met Hem was, ze heeft Hem nooit aangespoord een ander weg te kiezen. Zo groot was haar vertrouwen in God ...

Als wij een kind laten dopen of als volwassene ons laten dopen, dan delen we allen die naam die zin geeft aan ons leven: we zijn christen. Zeker in deze tijd is deze keuze niet vanzelfsprekend, maar toch zijn er nog veel ouders die er voor kiezen, de een al bewuster dan de ander, om de stap te zetten. Wie deze stap consequent zet, zal als gedoopte de weg van Jezus volgen: de weg van een gegeven mens te zijn. In deze weg tonen we aan de wereld dat onze God een God is die er niet is omwille van Zichzelf, maar een God die er steeds weer wil zijn voor ons. Een christen kan niet voor zichzelf leven, wij leven voor God en aangezien Hij er wil zijn voor anderen, leven wij dus voor anderen. Ik hoef u niet te vertellen dat dit niet altijd de meest evidente keuze is en dat het sterrendom dat zo gecultiveerd wordt in onze glamour- en glittermaatschappij soms aantrekkelijker is dan mensen (in nood) bij te staan. En toch zijn er mensen de het wagen die weg te gaan.

Toen ik er voor koos godsdienstleerkracht te worden, wist ik dat mijn ouders daar heel veel reserves tegenover hadden, ook al zijn ze gelovig. Toch hebben zij mij nooit tegengehouden, ze zijn mij altijd trouw gebleven, welke kronkels ik ook volgde ... Het is maar later dat je beseft hoe fantastisch het is te mogen leven vanuit de zekerheid dat er altijd mensen zijn die achter je staan. Als een jongeman er vandaag voor kiest om priester te worden, begint hij ook een groot avontuur. Ook zij hebben ankers nodig waar ze zich kunnen aan vasthouden wanneer een vloed van twijfel hen overspoelt.

Jezus leefde vanuit de zekerheid dat God achter Hem stond; Hij mocht dit o.a. tastbaar ervaren in de steun van Zijn moeder. Zeggen ze trouwens niet dat achter elk groot man een sterke vrouw staat?

Wanneer mensen vandaag er voor kiezen om doelbewust als christen door het leven te gaan, hebben ze iemand nodig als Maria die hun hart vasthouden als ze bedenken wat dit allemaal te weeg kan brengen, maar die toch steunen. Misschien roept dit feest ons op om mensen die het willen wagen, te steunen met ons gebed en onze onvoorwaardelijke steun ... Zou dat geen goed voornemen zijn voor 2006?

Ik wens het alle mensen die het willen wagen toe: dat ze een eigen steun en toeverlaat vinden voor de weg die ze willen gaan. Ik bid en hoop dat ik voor iemand die betekenis mag hebben.

Voeg daarbij de gewone wensen voor een goede gezondheid, wat geluk en voorspoed en mijn nieuwjaarsbrief is geschreven.

Uw beste wensen voor het nieuwe jaar.