Witte Donderdag 2007

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 419 niet laden

Ik las U een briefje voor dat ik vorige week kreeg. Niet helemáál een standaardbriefje, maar wel bijna. Het is aardig van de persoon die het schreef dat hij dat deed - want van veruit de meeste mensen die de bewuste standaard-verwelkomingsbrief vanuit de parochie ontvangen hoor je sowieso níets, taal noch teken ... Wat in het briefje van meneer x ópvalt is dat hij blijkbaar wèl "iets met God heeft ..." - maar God is voor hem blijkbaar een privé-zaak. In de kerk ziet hij niets. Die heeft voor hem afgedaan. "Om voor u de kosten te drukken hoeft u mij in het vervolg geen informatie vanuit uw parochie te verstrekken." Het is vriendelijk geformuleerd, maar mij klinkt het nochtans ook verníetigend in de oren - vooral dat "uw parochie". Úw parochie - niet de mijne. Not my cup of tea. Onvriendelijk geformuleerd zou je dat ook kunnen vertalen met: zoek het verder maar uit met je parochie - ík heb daar verder geen boodschap aan, ik distantieer mij daarvan, mij interesseert dat niet. Niet ècht een goede opsteker natuurlijk aan het begin van dit "triduum sacrum" - de heilige driedaagse viering van de doortocht van Pasen die op deze avond met de viering van Witte Donderdag begint: met het opnieuw gestalte geven van de gebeurtenissen voorafgaand aan de uittocht van het joodse volk uit Egypte en vooral: die op de laatste avond van het leven van Jezus van Nazareth.

Maar waarom lees ik U dat briefje van die "bedanker", die "afzegger", die de kerk vaarwel zeggende katholiek; waarom lees ik dat dan toch vóór, hier en nu ...? Ik doe dat, omdat ik er ook iets in herken van mijn eígen gevoel waarmee ik hier sta - en misschien ook wel iets van dat van U ... Want, zeker voor degenen die al hun hele leven of een flink stuk daarvan Pasen vieren (over de dopelingen, voor wie alles nog nieuw, vers en fris is; daarover heb ik 't even niet); maar voor de "oudgedienden" en zeker ook voor mij als pastor; daarvoor kan viering van Pasen ook "een hele bevalling" zijn, een heel gedoe, iets waar je tegen op kunt zien en tegenaan kunt hikken zo in de zin van: daar gáán we weer ... Wat moet ik nú in godsnaam weer over die uittocht, over die voetwassing en over dat laatste avondmaal zeggen? Toen ik vanmiddag om m'n studeerkamertje zat, had ik het gevoel alsof ik het uit m'n ténen moest halen ... waarmee we dan in verband met de voetwassing meteen wèl de juiste lichaamsdelen te pakken hebben! Maar ... veelgeliefden, heeft die meneer x en heeft de niet-christelijke of in elk geval niet-kerkgaande goegemeente niet gewoon gelijk? Waarom dezer dagen eigenlijk al die úren in de kerk doorbrengen ...? Het is lente ... Kunnen we niet beter met z'n allen in het park gaan wandelen of een pilsje gaan pakken op het Rembrandtplein? Is de kerk, de liturgie; is dat geen achterhaalde zaak inmiddels? Waarom met alle geweld en wellicht enigszins tegen heug en meug soms al die kerkdiensten houden? Doen we onszelf daarmee geen geweld aan? "U bent jong, ga toch dansen" zei mij ooit een jaar of tien terug een afvallige katholieke dame ... Ja, waarom heb ik dat niet gedaan? Waarom doe ik het niet alsnóg, vanavond nog, déze nacht ...

Ach, ik weet het nu al: Binnen de kortste keren zou ik ernaar gaan verlangen om juist híer te zijn, in de kerk. Op deze avond van het Laatste Avondmaal ergens anders zijn dan in de kerk - ik weet zeker: dat zou mij juist écht ongelukkig maken. De kerk: daar kan, voor mij, geen dans- of taplokaal tegen op - zéker niet op deze avond. Want wat gebeurt er in café of kroeg? Er wordt gedronken. Er wordt gerookt (nóg wel). En er wordt vooral heel veel gepraat - en ook gelachen. Op z'n tijd heel gezellig en ontspannend allemaal. Maar de vraag is: Wat zijn al die woorden waard? Wat levert het je op? Misschien wel helemaal niets. Maar dáárom doe ik het juist, dáárom ga ik erheen, naar café of kroeg, zullen veel mensen zeggen: juist omdát het niets oplevert, maar omdat je met de mensen met wie je er bent gewoon "verbondenheid" kunt ervaren ... gewoon "dat je er bent" en dat je als mens niet alléén bent maar sámen bent ... En precies dáárom, veelgeliefden, gaat het ook hier. Daarom gaat het hier steeds, maar, bij uitnemendheid, juíst op déze avond waarop wij beleven dat Jezus' "uur", zijn tíjd gekomen is. "Hij had de mensen lief, en zijn liefde voor hen zou tot het uiterste gaan" horen wij. Hij wast de voeten van Zijn leerlingen. Hij breekt voor hen het brood - precies zoals Hij morgen, op Goede Vrijdag, in persoon gebróken zal worden. En de wijn vloeit zoals morgen Zijn bloed. En Hij doet het "voor ons", uit liefde. En Hij doet het "in Gods Naam". Hij doet het om ons íets, nee, om ons álles duidelijk te maken over God. Hij doet het om ten volle te openbaren wie God is: dat God Liefde is die zich geeft. Kóm daar maar eens om in een kroeg. Drink een glas pils en dan is het leeg. En léég, óp kan ook de liefde en de vriendschap van mensen raken. Wat dat betreft kunnen wij op pijnlijke, bittere, harde grenzen stuiten. O wat kunnen mensen ons tegenvallen. Wat kunnen wij ons alleen gelaten voelen, in vriendschap en liefde teleurgesteld worden. Maar Jezus heeft lief "tot het uiterste". Bijna tweeduizend jaar geleden is het dat hij stierf. Maar wij teren daar nog op. Wij teren nóg op Hém. Op Hém kunnen wij altijd "terugvallen". Hij blijft zich aan ons geven en ons dienen, dag in dag uit. In geloof mogen wij dat ervaren. En we zien het, telkens opnieuw, gebéuren in de viering van de Heilige Eucharistie waarvan wij op deze avond de instelling vieren. "Als ik, jullie Heer en jullie meester, je voeten gewassen heb, moet je ook elkaars voeten wassen. Ik heb een voorbeeld gegeven; wat ik voor jullie heb gedaan, moeten jullie ook doen". Ik denk, veelgeliefden: Het is goed om díe aansporing, die stimuláns steeds opnieuw te horen. Wij hebben die nodig. En onze samenleving heeft die ook nodig. Het is nodig dat de stem van Jezus blijft klinken. En daarom is het goed dat er een kerk is - een kerk van mensen die daar hopelijk af en toe ook iets van wáármaken waartoe de Heer hen aanmoedigt ... Want als 't goed is, dan is het te merken, dan maakt de ontmoeting met de Heer voor ons een verschil. "Om voor u de kosten te drukken hoeft u mij in het vervolg geen informatie vanuit uw parochie te verstrekken". O wat klinken die woorden beschaafd en correct ... Maar wat klinken ze ook, mét alle goede bedoelingen die er óók achter kunnen zitten; -wat klinken die woorden ook kurkdroog en zuinig - precies als het tégendeel van waar het de Heer om gaat en waar het de kerk in elk geval om zou móeten gaan, namelijk: om liefde, om verbondenheid, om gelóóf (in God, in mensen, in de Kerk) tot het uiterste (-niet vluchtig dus zoals vermoedelijk in de kroeg). "Ik hoop dat u begrip op kunt brengen voor mijn standpunt." Ach ja, begrip ... natuurlijk "begrijp ik "het" wèl" - want, "zo werkt het in de wereld". Ik begrijp het wel, maar zo'n afscheidsbriefje verwarmt mij niet, integendeel. Moge onze viering van Jezus' Laatste Avondmaal, dierbare gasten en parochianen, dat wèl doen.