Roeping gemist (2007)

Als we een metselaar met een geweldige stem horen zingen boven het geluid van de betonmolen uit, dan zeggen we wel eens: “Die heeft zijn roeping gemist, die had operazanger moeten worden”. Of een leraar die elke dag nog vóór de aanvang van de lessen het dagthema multicolore op het bord heeft uitgevoerd. “Die heeft zijn roeping gemist, want die had kunstschilder moeten worden”. Sommige mensen zijn vaardig of kundig op een of ander terrein, terwijl ze zich in hun dagelijks werk op een heel ander vlak  begeven. Dan lijkt het er op dat ze inderdaad hun roeping hebben gemist., want we verbinden dat gemakkelijk met elkaar: Als je ergens goed in bent dan ligt daar je roeping. Een enkele keer klopt dat ook, maar lang niet altijd. Er zijn artsen die heel goed orgel kunnen spelen of componeren, maar die door omstandigheden werden geconfronteerd met de zorg voor zieke mensen. Die zorg is hun roeping geworden, misschien met wat minder natuurtalent, maar met volledige inzet. Zo is het velen van ons vergaan. Vrouwen, in de wieg gelegd voor een managersfunctie, maar die zich gewijd hebben aan het in de wieg leggen van een kind en daar al hun andere, misschien beperkte vermogens, aan geven om het zo goed mogelijk groot te brengen. Het heeft altijd wel iets te maken met een zekere belangeloosheid, een bevlogenheid en misschien zelfs met enige onkunde. Van een medisch specialist die vrijwel uitsluitend wordt gemotiveerd door het grote salaris zeggen we niet dat dit zijn roeping is. Van een andere specialist, met even groot salaris, die toch vooral gegrepen is door de vraag van medemensen zeggen we dat wel.

Van profeten in de Bijbel lijkt het soms dat zij een soort stem uit de hemel hebben gehoord die hen opriep een of ander vervelend karwei op te knappen. Het godsvolk oproepen tot rechtvaardigheid en zo is soms een heel moeilijk karwei. Die oproep aan hen was toch meer vanuit de nood, de vraag zoals die zich voordeed bij hun medemensen en dat kon dan de stem van de Allerhoogste genoemd worden. Van de profeet Moses is bekend dat hij naar de Egyptische koning, de farao, moest gaan om te vertellen dat hij het godsvolk moest laten vertrekken. Moses had er niet zo veel zin en probeert er onderuit te komen door er op te wijzen dat hij een spraakgebrek had: hij stotterde namelijk. Geen natuurtalent dus. Maar hij kon er toch niet onderuit en Aaron deed dan wel het woord. De profeet Jeremia had ook al geen zin:” Als ik denk: Ik wil hem niet meer noemen, niet meer spreken in zijn naam, dan laait er in mijn hart een vuur op, dan brandt het in mijn gebeente. Ik doe moeite om het in bedwang te houden, maar ik kan het niet.

Het mag duidelijk zijn dat onze levensroeping niet per se samenvalt met onze talenten. Roeping daar raak je in verzeild door omstandigheden, door een vraag van mensen, door iets wat je aanspreekt en wat je dan werkelijk gaat doen. Waarschijnlijk heeft ieder van ons wel zo’n verhaal over hoe je tot een levensinvulling bent gekomen en waar men dan toch heel gelukkig in kan zijn. Sta mij toe even op te merken dat ik mijzelf nooit als een pastoraal natuurtalent heb gezien, misschien was ik een betere TV-reparateur geworden of zoiets, maar  zo is het niet gegaan en het spijt me niets.

Vandaag op roepingen zondag wordt ons gevraagd eens na te gaan, niet waar we zo goed in zijn of wat we zo heel graag willen, maar of we durven in te gaan op de oproep van mensen of omstandigheden. Die doen zich elke dag opnieuw voor. Misschien ontmoeten we mensen die de richting in hun leven zijn kwijt geraakt, routezoekers in het donker. Dan zouden we als levende straatlantaarn kunnen fungeren door hen voorzichtig mentaal bij de hand te nemen. Enfin, er zijn zo veel mogelijkheden om tot “heil te zijn voor de ander” zoals  de apostel Paulus dat beschrijft. Pas als we ons nergens en door niemand laten aanspreken, dan missen we onze roeping. Dat kunnen we als christen niet maken.