Paastijd (C)

ROODBORSTJE

Een vrouw keek me onzeker glimlachend aan. Aarzelend begon ze te vertellen: ‘U vindt het misschien gek, maar mij is toch iets vreemds overkomen....’ Ze sloeg de armen over elkaar en steunde ermee op tafel. Met een ruk keek ze me aan en begon dapper. ‘U weet misschien nog hoe gek mamma met vogeltjes was. Ze heeft nog eens met een bezem achter de poezen van de buren aan gezeten. Vooral met roodborstjes. De vogelhuisjes hangen er nog maar het is net alsof ze weten dat mamma dood is. Verleden week zat ik aan tafel te huilen. Mijn dochter in Cuijk had een miskraam gehad. Ik voelde me ontzettend alleen en had een fotoalbum uit de kast gehaald. Plotseling moest ik naar buiten kijken. Ik weet niet waarom. Op de vensterbank vloog een roodborstje weg.’ Ze zweeg en wachtte af wat ik ervan zeggen zou. Voor mij was het niet de eerste keer dat ik een soort paasverhaal hoor. Veel mensen beleven zulke signalen van dierbare doden. Meestal houden ze die geheim. Ze begrijpen zelf niet wat hun overkomen is. Ze hebben er ook geen geschikte woorden voor. Ze zijn bang om voor gek te worden aangezien want in onze tijd is er geen gemeenschappelijk kader waar hun ervaring in past, - of het komt uit de psychiatrie. Op subtiele momenten voelen ze de nabijheid van een dierbare aan den lijve. Ze vertellen over toevallige gebeurtenissen die ze echter niet als toeval hebben gevoeld. Een neerstrijkende vlinder, een opbloeiende roos, een windvlaag of een muziekfragment, juist op een moment dat het gemis van een kind of een partner zo sterk werd gevoeld. ‘Het was geen droom’, zeggen ze dan. ‘Ik gebruik geen slaapmiddelen, hoor!’ Ze verontschuldigen zich. Misschien was het toevallig, maar het voelde anders. Ze ervoeren in de gebeurtenis een ogenblik van zin en samenhang. De werkelijkheid openbaarde zich even als niet noodlottig. Het leven bleek niet dat afstandelijk proces te zijn, dat helemaal geen rekening hield met hun bestaan. Ineens was er warmte, liefde en licht. Dat hadden ze sinds de begrafenis gemist. Ineens was er dat roodborstje dat naar binnen keek. Ineens werd ze met het Slavenkoor door de radiowekker wakker uit een akelige droom waarin vader koortsig lag te ijlen in zijn sterfbed. Het zijn signalen van een geheim dat zich aan ons verstand onttrekt; het onthult dat je niet leeft op een zinkend schip. Het leven heeft je lief. Het zijn niet paranormale tovertrucjes, maar gewone dingen die een dieperliggende waarheid onthullen. Ze zijn gevat in wankele verhalen, waaromheen schaamte en twijfel hangt, maar de beleving was stellig en blij.

ERVARING BIJ HET GRAF

Onze verhalen kunnen de werkelijkheid niet vervangen. En zeker kunnen theorieën de plaats van  de verhalen niet innemen. Maar vandaag moeten we het doen met een verhaal. Het gaat over een ervaring op het kerkhof. Vrouwen bezoeken Jezus’graf, direct na de Sabath. Wat zij daar meegemaakten, hebben we zojuist gehoord. Johannes vertelt het in zijn taal, in de woorden die hem ter beschikking staan, in het beeld van hemel en aarde dat hij met zijn tijdgenoten deelt, met de filosofische achtergrond die vanzelfsprekend is in die dagen. Toch komt de heftigheid van het verhaal nog steeds aan. Vrouwen rouwen om de dood, maar ze vinden de dode niet. Jezus is niet in het graf. Zijn wezen, dat in God zijn oorsprong vond, is niet in het stof van de aarde ondergegaan. Ze begrijpen dat niet. Ze ervaren het met vrees, maar er ontwaakt hoop in hun hart. Jezus leeft in het Licht van de Eeuwige en in hun eigen hart. En dus vertellen we hun verhaal elk voorjaar, ingelijst met alleluia’s.  We koesteren het, samen met nog wat andere souvenirs van het leven.

TEKENEN VAN LEVEN

Het paasfeest bewaart alles wat de mensheid de moeite waard vond aan liederen, gedachten, symbolen, verhalen en gebruiken, die allemaal te maken hebben met leven, met overleven, met herleven, met alles wat de dood overwint. Het vertelt het bevrijdingsverhaal uit slavernij. Het verstopt gekleurde eieren. Egyptenaren gaven ze al aan hun doden mee in hun graf. Het ei symboliseert de steen die tot leven komt. Ze liggen verstopt in de kille bodem om deze vruchtbaar te maken. Pasen tooit zich met bloesemtakken, bloemen op een kale stam, krokussen. Ze vertellen van de warmte, de lente, de bloei. Er liggen kransen van groene takken die het rad van de zon voorstellen omdat de dagen langer worden dan de nachten. Er worden processies gehouden, voorjaarsdansen en verhalen over bevrijding. En tussen al die souvenirs ligt een kruis. Het moordwapen waarmee de Onschuldige bij uitstek, Jezus van Nazareth, als een lam werd gedood, want de vrouwen hadden aan zijn graf een geheim ontdekt. Zo waarachtig dat het nauwelijks te vertellen is!

GEZOCHT WORDEN

Lieve kinderen. In de tuin van opa werd met Pasen flink gefoeteld! Bram stak zoveel mogelijk eieren in zijn broekzak want die in het mandje moesten worden ingeleverd. En opa haalde stiekem eieren uit het mandje van Lisa om ze opnieuw te verstoppen. Ze hadden in elk geval veel plezier samen! ‘Kom!’, riep mamma opgewekt. ‘Pasen is het feest van eerlijk delen. De snelste en de sterkste hoeft niet de meeste eieren te hebben.’ Ze keek naar Bram en stak hem een grote schaal toe. Daar lagen palmtaksjes in, chocolade-eitjes en al drie paaseieren van Lisa. ‘Bram..., leg je eieren er maar bij...! Bram keek moeder ondeugend aan en zei: ‘Ik kan geen eieren leggen!’