De weggerolde steen (Lc. 24,2)

 

De paaswake is zo rijk aan symbolen en verhalen zodat er niet meer zoveel woorden moeten aan toegevoegd. Ons ongeduld speelt ons echter parten. Wij kunnen moeilijk wachten tot het helemaal donker is. Zo missen we de ervaring van het licht van die ene paaskaars die de duisternis verscheurt en dan van kaars tot kaars overspringt tot een zee van licht. Te vlug steken we nadien het elektrisch licht aan. Laat de kaarsen gedurende gans de wake branden. Hou ze zeker in de hand bij de hernieuwing van de doopgeloften.

Over verrijzenis spreken is niet gemakkelijk. De taal erover lijkt de hedendaagse mens te verlammen. Daarom zwijgen wij over de verrijzenis in plaats van erover te getuigen. “Je mag het als een begin van decadentie beschouwen, wanneer een milieu niet meer in staat is door te geven wat het niet verstaat” stelt pater Vincent Martin. “De verrijzenis is een van die grote geheimen die wij mogen doorgeven en die ons overstijgen. We hoeven niet alles te begrijpen, wel moeten we kunnen doorgeven wat ons petje te boven gaat, wat verder reikt dan ons gezond verstand of het goedkope rationalisme van de dag” (Benoît Standaert, De Jezusruimte, p. 160).

Pasen is de dag waarop de zware steen weggerold is. Het Kunsthaus van Zürich bezit werk van de Duitse beeldhouwer Josef Beys (1921-1986). Het zijn olijfstenen, ‘olivestones’, vier oude steenblokken waaruit olie borrelt. In diezelfde ruimte waar deze vier blokken staan, hing in 2014 gedurende enkele maanden een schilderij van een oude Duitse meester over de graflegging. Zijn de blokken met olie een teken van de zalving die van de verrijzenis uitgaat?

De nacht is voorbij

In de paasnacht staan of dansen we zelfs op de toppen van onze tenen. Dit mag, want de feestvreugde is groot. Het is een dag waar de kerk heel blij is en ze dit graag uitbazuint. “Neem mij mijn enthousiasme niet kwalijk”, zei ooit de Duitse kardinaal Höffner tot journalisten na een geslaagde Katholiekendag.

Neem het christenen niet kwalijk dat zij op Pasen heel blij zijn en de paasklokken luiden. Het is immers een moment waar het ideaal hoog geschreven staat, waar alles helder is, al weten wij dat er die dag even goed geleden wordt als de dag voordien en dat Pasen het leed van Goede Vrijdag niet ten volle verdrijft.

Er is blijdschap omwille van het licht dat in de paasnacht schijnt. De joodse traditie spreekt over vier nachten. Uit de nacht van de chaos schept God de wereld. Abraham stapt doorheen een nacht, wanneer de vervulling van de belofte uitblijft en de dood Isaak, de zoon van de belofte, bedreigt. Er is de derde donkere nacht van de uittocht, wanneer Israël het land van de slavernij verlaat, hopend op de bevrijding aan de andere oever van de Rietzee. Volgens de Joodse Targum is de vierde en laatste nacht deze van het einde van de wereld, waarin de Messias komt voor de definitieve bevrijding.

In de paaswake herdenken wij verhalenderwijze die nachten. We kijken vooral uit naar het stralend licht van de dageraad (de lofzang van het Exsultet). De nacht is voorbij. De vuurkolom geeft licht. Er is een bliksemschicht die alles verlicht en doet stralen.

De doorbraak van het Nieuwe

Het paasverhaal komt aanvankelijk bij de leerlingen over als niet geloofwaardig, als beuzelpraat. Toch brengt het nieuws ervan een fris elan in de gemeenschap. Pasen is de eerste dag van een nieuwe tijd. “Het paasmysterie is de pool waarrond de herinnering van de christelijke gemeenschap tot stand komt. Het is onze ‘D-day’. We beleven het niet in het verleden door de geschiedenis te reconstrueren, maar in het nu, in het vandaag van de liturgie. Als we het paasmysterie vandaag vieren, ontvangen we opnieuw heel de uitstorting van goedheid die we in de liturgie gestalte geven. We hebben werkelijk deel aan de bron van heil dank zij de heilige Geest” (Kardinaal Danneels).

Voor christenen is de zondag de eerste dag van de week! Elke zondag vieren wij Pasen en bidt de kerk in het eucharistisch dankgebed: “Zie naar ons die hier op de eerste dag der week voor U verzameld zijn om in gemeenschap met heel de kerk dankbaar te vieren dat de Heer uit de doden is opgestaan.

Het feestgewaad

Wit is de feestkleur van Pasen. Wit bundelt alle kleuren. Het heeft de schoonheid van vers gevallen sneeuw. Het witte gewaad van de hemelse gezant is hetzelfde als het gewaad van de in wit geklede zaligen in het boek der Openbaring. Zij zijn door een zware beproeving gegaan en hebben hun kleed gewassen in het bloed van het Lam. De pas gedoopte dragen dit witte kleed in de paasnacht.

Bevrijd van vrees

In Egypte woont een belangrijke groep Koptische christenen. Hun wordt niet al te veel ruimte gegund. Toch getuigen ze van veel vertrouwen door hun geloof in de Verrezen Heer. In Wadi Natrum, niet zo ver van Cairo, zijn vier levendige kloosters. In dit van Sint Macarius leven honderd monniken. Het wordt wel eens het Egyptisch Taizé genoemd.

In het paasverhaal rolt een engel de zware steen weg van het graf. Wij moeten niet meer waken bij een graf. De Heer die wij liefhebben leeft. Waar leven is, groeit ontmoeting en contact. Daar is gesprek en klinkt een vredesgroet. Die vreugde mondt uit in een subliem moment van aanbidding.

Pasen is zending.

Maria Magdalena is de eerste gezondene. Zij kwam samen met andere rouwende vrouw naar het graf. Zij waren op Golgotha, wanneer Jezus stierf. Zij waren de eerste op de paasmorgen. Een vervelende zaak voor de apostelen, die niet present waren. Vrouwen zijn de eerste om de Verrijzenis te verkondigen. Ze zijn draagster van nieuw leven. Maria Magdalena is apostel van de apostelen. Verkondiging heeft immers veel te maken met liefde.

Het spel van de paasliturgie

Al zestig jaar vieren christenen in het Westen opnieuw de paasnacht. Wij bezingen er de wonderen die God heeft gedaan en houden de tekenen van zijn trouw jegens zijn volk in herinnering. Wij spelen met woorden en symbolen. De feestelijk versierde paaskaars, het kaarsje dat wij ontvangen en in de hand nemen bij het uitspreken van de doopbelofte, het water waarmee we worden besprenkeld, de hartelijke vredewens, de bloemen, het klokkengeluid, het draagt allemaal bij om goed Pasen te vieren.

De paasliturgie heeft veel van een spel, een groots spel waar schepping en mensengeschiedenis, natuur en cultuur, als één offerande aan Gods handen weer worden toevertrouwd. Door dat spel te spelen, door in de overgeleverde woorden als het ware te kruipen en elk gebaar tot het onze te maken, worden we zelf de woorden en daden die we vertolken, en sterven we aan onszelf om herboren te worden in de eigen wereld van God” (B. Standaert, op.cit., blz. 20). Volksgebruiken omkransen de vreugde van Pasen. Zo zijn paaseieren teken van nieuw leven. Daarom hangen in een van de drie kerken van het Koptisch klooster van Sint Macarius het ganse jaar door vier struisvogeleieren.

In Georgië en in andere orthodoxe kerken zijn de paaseieren rood geschilderd, rood de kleur van Goede Vrijdag.

Oud en jong, man en vrouw, allen samen groeien wij door Pasen te vieren uit tot paasmensen. Zalig paasfeest. De Heer is verrezen, alleluja