Wereldvreemd nest (2012)

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 198 niet laden

BOULANGER

Een man zat na te genieten van zijn vakantie in Frankrijk. ‘Weet u..., alleen de ochtend al! Het eerst wat ik doe is een wandeling naar de bakker. Ik loop lekker ontspannen door het dorp. De bakkerij staat vol mensen. Het ruikt er heerlijk naar vers gebakken brood. Bonjour mesdames et messieurs!, roep ik en iedereen groet me vrolijk terug. Als ik aan de beurt ben bestel ik mijn croissantjes en wandel weer terug. In huis ruikt het heerlijk naar koffie!’ Hij keek me vragend aan; of ik hem ook begreep? Ja zeker! Heerlijk zo’n begin van de dag. ‘Maar, nou moet u me eens vertellen; dat had u toch allemaal ook hier in Voerendaal kunnen doen!’ ‘s Ochtends een wandeling naar Senden. Bonjour roepen in de winkel. Reken maar dat ze u vriendelijk terug zouden lachen!’ En dan met verse broodjes thuis ontbijten. Toch had de man een punt. Waarom genieten we het ontbijt op ons vakantieadres zoveel meer dan thuis? Fransen zijn leuke mensen maar niet leuker dan Limburgers. Croissantjes zijn verrukkelijk, maar vers brood van Dekkers ook! Alles wat nieuw is, nog niet is aangetast door sleur, beleven we intens; met de oorspronkelijkheid van een kind. Ooit hebben wij als baby voor het eerst de lachende ogen herkend van moeder boven onze wieg. Ooit hebben we de prikkeling in de maag gevoeld en de beschermende handen van opa in de rug toen we voor het eerst paard reden op zijn knie. Ooit waren we voor de eerste keer verliefd. In die oorspronkelijke ervaring van de wereld liet de schepping zich zien in zijn volle pracht, als een wonder. Een kind kan ons helpen om dat nieuwe weer te beleven.

WARM NESTJE

Vader en moeder sloven zich uit, om voor hun kind een veilig en gezellig thuis te scheppen waarin het kan opgroeien tot een blij mens met een gezond gevoel van eigenwaarde. Dat is nog niet zo gemakkelijk. Er zijn altijd omstandigheden die dit geluk bedreigen. Daar was de jaloerse op macht beluste, achterdochtige koning Herodes. Daar waren de omstandigheden in Egypte, een vijandig land met een ander taal, waar je geen familie hebt om op terug te vallen. Altijd opnieuw hebben ouders met hun liefde een warm oord geschapen dat de munitiegeur en de granaatinslagen buiten hield, een wereldvreemd nestje van liefde, een stukje hemel op aarde, soms zelfs een stukje hemel in de hel, want zonder dat kan een mens niet opgroeien. Daarover gaat het op het feest van de heilige familie: over wat ouders en grootouders en kinderen voor elkaar kunnen zijn! De ouders helpen hun kind om de weg te vinden in de wereld. En ‘s avonds, voor het slapen gaan, vertellen ze een verhalen. Ze geven het een droom over morgen. Ze geven het een ideaal mee. Jozef vertelt ongetwijfeld een verhaal over de vrijheid aan zijn zoon. Over de val van een boze koning.

DROOM

Achter ons ligt een generatie ouders die er alles voor over hadden opdat hun kind in een betere wereld zou leven dan zij. Ze hadden oorlogen meegemaakt. Hun kind zou opgroeien in een veilig Europa en goed opgeleid en met een fatsoenlijke baan. Materieel hebben wij het vele malen beter gekregen dan zij! Europa ging samenwerken. Oorlog verdween. Welvaart ontstond. De kinderen hadden eigen huizen en tuinen, en ze gingen op vakantie en nog eens en nog eens. Ze kochten een auto, en nog een. Nu stokt de vooruitgang. Europa wordt oud. We hebben een nieuwe droom nodig voor onze kinderen. Zij hoeven het materieel niet beter te krijgen. Zij moeten leren om weer zorgvuldig en aandachtig te genieten van de zon die opkomt, van de eerste asperges en mosselen. We moeten de feesten weer vieren en verhalen vertellen. We moeten de vrijheid beminnen. We moeten ons ontroerd kunnen voelen door schoonheid en door de schepping. We moeten ontbijten als God, met een croissantje, in Frankrijk. De kosmos is niet slechts een object op de rekentafel, maar ook een gigantische koepel van licht boven onze hoofden. Moge onze families en gezinnen elkaar ook een droom meegeven, een geloof, opdat zij met zin in het leven opstaan elke ochtend.

FOTOALBUM

Lieve kinderen. Af en toe dan kreeg Beatrijs het in haar hoofd. Dan keek ze mamma smekend aan en vroeg: ‘Zullen we nog eens in het album kijken?’ Soms maakte mamma een zakje chips open en dan ging het grote zware donkerbruine album open. De bladzijden waren van karton. Als ze opengeslagen waren lag het boek op de schoot van mamma en van Beatrijs tegelijk, zo groot. Tussen elke bladzijde zat een dun, halfdoorzichtig vel met spinnenwebpatroon. En in het album zaten foto’s. ‘Wie is dit?’ ‘Dat was de moeder van oma. Ze is jong gestoren. Ze was heel mooi.’ ‘Wat doet ze daar?’ ‘Ze was getrouwd en toen ging ze met een stoomboot naar Londen.’ ‘Net als Sinterklaas? En wie is dat?’ ‘Dat was een broer van de opa van pappa.’ ‘Hoe heette die?’ ‘Die heette Joseph.’ ‘Wat is er met hem gebeurd?’ Beatrijs vroeg naar de bekende weg. ‘Hij is in de oorlog gestorven. Hij was soldaat.’ Beatrijs streelde zijn gezicht. ‘En dat?’ ‘Dat is tante Riet, de tante van opa, toen ze tien jaar was. Ze deed de eerste communie.’ ‘En die auto?’ ‘Die was van de bakker. Het was de enige auto in de straat en iedereen wilde hem op de foto.’ ‘Wat doet die mevrouw?’ ‘Dat is je oudtante Jeanne. Ze doet alsof ze iemand opbelt met haar nieuwe telefoon.’ ‘Is dat een telefoon? Zijn deze foto’s daarmee gemaakt?’ Beatrijs vond het heerlijk, een avondje familie met chips!