Evangelieprikje 2016

Het is nog maar twee weken geleden dat we in het evangelie hoorden dat aan Jezus gevraagd werd tussenbeide te komen bij een meningsverschil tussen twee zussen, vandaag wordt weer zoiets van Hem gevraagd, dit maal gaat het over twee broers. Het gaat niet over wie welk werk moet doen zoals bij Maria en Martha, maar wel over een zo mogelijk nog neteliger kwestie: een erfenis. Tot op vandaag levert dat geregeld familieruzies op. Jezus weigert scheidsrechter te spelen en vertelt zelfs een verhaal waarin hij al die bezittingen relativeert, als wou Hij zeggen: hebben jullie niks beter om ruzie over te maken?

De bedoeling van het verhaal is niet dat we niet meer gaan werken, wel dat we alles weer in het juiste perspectief zetten. Werken staat ten dienste van de mens, door dat werk verdienen we geld en daar kunnen we dan van alles mee kopen om te (over)leven. Helaas geldt voor veel mensen vandaag dat ze nooit genoeg hebben. Heel wat mensen werken niet meer om comfortabel te kunnen leven, maar voor luxe en status. En zo komt het dat iemand heel veel werkt om een kast van een villa te kunnen veroorloven maar daardoor zo weinig thuis is dat hij wanneer de villa af is, moet constateren dat hij en zijn huisgenoten zo van elkaar vervreemd zijn dat ze niet meer bij elkaar kunnen thuiskomen. Dit voorbeeld lijkt misschien wat extreem, maar de realiteit ligt er soms niet ver van.

Het komt er dus op neer dat we een gezond evenwicht vinden tussen rijke schatten verzamelen voor onszelf en schatten verzamelen voor het Rijk God. De rijkdom van het Rijk Gods bestaat uit mensen die hun leven delen met elkaar, uit vriendschap, uit liefde, uit vergevingsgezindheid, … dingen die niet veel opbrengen op het eerste gezicht, meestal zelfs kosten, maar die uiteindelijk belangrijker zijn dan welk schijnbaar belangrijk hebbedingetje.

Waarom is dit evangelie? Dit is duidelijk evangelie omdat het voor veel mensen – als ze dat zouden toelaten – zeer bevrijdend zou kunnen werken. We moeten werken, ok, maar Jezus wil ons hier bevrijden van die drang – die steeds meer voorkomt in onze samenleving – om altijd maar meer te willen. Eens je kan voorzien in je eigen levensbehoeften mag het met wat minder; voel je niet verplicht mee te gaan in de wedloop naar steeds meer en meer waardoor menselijk contact steeds minder en minder wordt. Dat in een welvarende regio als Vlaanderen heel wat mensen het niet meer zien zitten of lijden aan burn-out, zijn tekenen aan de wand die tonen dat Jezus gelijk heeft. Werken is goed, is gezond maar werk blijft maar werkbaar als het op een goede manier kan gecombineerd worden met een gezinsleven en een sociaal leven. Naast het werk moet er dus ook gewerkt worden aan (naasten)liefde, vriendschap, ... ook dat zijn namelijk zeer kostbare dingen die onze tijd vragen. Sommige mensen maken dan weer de fout om materiële dingen te gebruiken om die liefde en/of vriendschap te tonen. Nochtans, een kind heeft geen nood aan dure cadeaus, ook al zullen ze zelf beweren van wel, maar veel meer aan ouders die er voor hen zijn, die tijd maken voor hen. Welk speelgoed er ook gekocht wordt, na enkele weken, maanden wordt er niet meer of veel minder mee gespeeld en keert men terug naar de basics als een bal of een pop. Ook dit betekent weer niet dat kinderen geen cadeaus meer moeten krijgen. Het betekent wel dat we onszelf niet moeten wijsmaken dat we onze liefde kunnen uitdrukken in geld of erger nog dat we met dure cadeaus proberen ons schuldgevoel af te kopen omdat we er zo weinig zijn. Daar gaat het in dit evangelie over. Natuurlijk, die Jezus heeft makkelijk praten, die moet geen woninglening afbetalen, heeft geen zagende kinderen rond zich of een partner die wil uitpakken enz... Da’s waar, in die zin is Jezus een zeer vrij mens, maar is Hij meteen ook goed geplaatst om vanop een afstand de situatie te bekijken en te beoordelen.

Werk en vrije tijd, het is voor iedereen zoeken naar een gezond evenwicht, eigenlijk kunnen daar geen regels voor opgesteld worden. We moeten er ons dus persoonlijk en als gemeenschap voor hoeden om de situatie van andere mensen te beoordelen. Toch is het goed dat zowel de eerste lezing als het evangelie ons vandaag met de neus op de feiten drukken: niet wat we allemaal gekocht hebben zal uiteindelijk belangrijk zijn, wel wie we geworden zijn. Of om het met de oneliner van Shakespeare te zeggen: to be or not to be, that’s the question! Of om eens op de interreligieuze toer op te gaan: een uitspraak van de Dalai Lama. Toen er aan de Dalai Lama gevraagd werd, wat hem het meest verbaasde aan de mensheid, antwoordde hij:
De mens zelf, omdat hij zijn gezondheid opoffert om geld te verdienen. Daarna offert hij zijn geld op om zijn gezondheid te herstellen. De mens is zo bezorgd over de toekomst dat hij geen plezier beleeft in het heden. Met als resultaat dat de mens niet in het heden leeft en niet in de toekomst, de mens leeft alsof zij nooit sterft maar gaat dood zonder echt geleefd te hebben.