18e zondag door het jaar (1998)

De afgelopen weken hebben we Jezus op verschillende momenten ontmoet. We hebben gezien dat Hij dikwijls anders reageert dan wij verwachten. We hebben de radicale Jezus gezien die zijn leerlingen roept en uitzendt, de barmhartige Jezus die ons duidelijk maakt wie onze naaste is, de lerende Jezus die Martha erop wijst wat echt belangrijk is, de biddende Jezus die tegen ons zegt dat we bij God mogen aankloppen.

Vandaag zien we de lerende Jezus opnieuw, we zien Jezus als wijsheidsleraar, als iemand die zowel radicaal als wijs is. Dat zagen we eerder bij de twee zussen Martha en Maria; 'Heer, zeg tegen mijn zus dat ze mij moet helpen!' 'Martha, Martha, wat maak je je druk over veel dingen, slechts een ding is belangrijk'. Dat was twee weken geleden. Vandaag niet twee zussen maar twee broers. Ook zij hebben een meningsverschil en wel over een zaak waar veel mensen meningsverschillen over hebben; over een erfenis. 'Meester zeg aan mijn broer dat hij de erfenis met mij deelt!'

Hebt u het zelf al eens meegemaakt, hoe een familie uiteen viel na het overlijden van vader of moeder, dat er ruzie gemaakt werd over het huis, of over een haarspeld of over van alles en nog wat. Oud zeer komt naar boven: "Jij bent altijd al voorgetrokken". "Ja, en jij hebt moeder ingepalmd, jij hebt stiekem al van alles meegenomen, dat deed je vroeger ook al". Hoe kom je daar uit?

Wat zou het dan heerlijk zijn als je een onpartijdige rechter zou hebben, een die werkelijk boven alle partijen staat, een die wijs is en taktvol, een die getuigt van inzicht. Eigenlijk is het helemaal niet zo vreemd dat deze man naar Jezus toegaat. Dat waren de Judeeërs uit het verleden ook met Mozes gewend en Jezus is méér dan Mozes.

Is die reactie van Jezus dan niet een beetje vreemd? Hij zegt: 'Man, wie heeft Mij tot rechter of verdeler over u aangesteld?' Het lijkt wel of Jezus er niets mee te maken wil hebben, alsof Hij zich onttrekt aan zijn taak. Is Hij dan niet de Rechter en Verdeler bij uitstek, een die ons leert te delen en rechtvaardigheid hoog in het vaandel heeft, is Hij niet juist Degene die God daartoe heeft gezonden?

Wat hier in het klein gebeurt, lijkt sterk op de grote gebeurtenissen wereldwijd. Het rijke Westen, het arme Oosten of het nog armere Zuiden. Kan God dat niet een beetje beter verdelen? Waarom laat God dat toe?

Dat de dingen niet simpel zijn heb ik deze reis naar Polen gemerkt. Stel dat een kennis van u een zoon heeft. Hij is jarig. Hij wil graag een motor, want zijn buurjongen heeft ook een motor. Uw kennis weet dat als hij hem die motor geeft, hij hele weekeinden weg zal zijn, door de week met zijn vrienden aan het sleutelen is, en bovendien af en toe heel onverantwoord over de weg scheurt. Wat is uw advies? Geeft hij hem die motor? Nu is hij nog geregeld thuis, hij studeert nog wat, gaat af en toe nog naar de kerk. Dat verandert allemaal. Maar als hij hem niet geeft wat doet hij dan?

Polen 20 jaar geleden. Lange rijen voor de eerste levensbehoeften. Lege winkels, volle kerken. Geloof en de Kerk hielden mensen bij elkaar en op de been. Polen nu, na de ineenstorting van het Communisme. De vrije markt is de grote overwinnaar. In een paar jaar tijd zie je het levenspatroon veranderen. Maar aan die Westerse vooruitgang zit ook een keerzijde.

Toen we met een boer uit Oost Duitsland spraken, vertelde hij dat 10 jaar geleden, ondanks de ellende onder het Communisme, de saamhorigheid onder de boerenbevolking veel groter was. 'We waren allemaal niets' zei hij, 'nu wil iedereen de baas zijn, groter en met meer bezit, iedereen wil het voor het zeggen hebben'.

In Polen vertelde een leerkracht dat als je in het verleden naar iemand toe wilde, je altijd aan kon komen, dat was nog geen tien jaar geleden. Nu moet je opbellen om te vragen of hij of zij tijd heeft. Iedereen wil rijk worden en is daar dag en nacht mee bezig. Pensions en eethuisjes, overdag je vaste werk, 's-avonds gasten ontvangen. Veel zwart werk, want dat levert meer netto op.

In de parochie waar ik was, zijn ze een nieuwe kerk aan het bouwen, het huidige kerkje is met tweehonderd plaatsen te klein, in Czestochowa hebben we het nieuwe priesterseminarie bezocht want het aantal seminaristen stijgt nog steeds. Nu al zijn er zo'n 250 studenten. Maar wat gebeurt er als de Kerk langzaam of snel haar status verliest. Wat gebeurt er als de ergste nood geledigd is en mensen hebben gekregen wat ze vragen. Wat gebeurt er als het kerkbezoek daalt en priester-zijn minder aantrekkelijk wordt? Ontstaat er dan hetzelfde domino-effect wat wij in ons land in de 60er en 70er jaren hebben meegemaakt?

Als God ons nu om raad zou vragen, net als die kennis met die zoon die om een motor vraagt: "Zal Ik Polen dezelfde rijkdom en welvaart geven als de buurlanden in West Europa?". Als God ons dat zou vragen, wat zouden wij dan antwoorden? Het zou geen gemakkelijke vraag zijn, of toch?

Maar de vraag ligt vandaag andersom. De minst bedeelde van de broers vraagt om zijn deel, zijn rechtmatig deel van de erfenis. En wat geeft God voor antwoord? Het lijkt er oppervlakkig misschien op dat Jezus zijn taak als rechter ontvlucht, maar is dat zo? Is het misschien zo dat Hij de rechtspraak op een hoger niveau brengt? Jezus speelt hier de bal terug. Jij wilt dat je broer of zus een even zware taak heeft als jij? Jij wilt dat Ik jou dezelfde rijkdom geef als je broer of je zus. Maar Ik wijs jou op je eigen verantwoordelijkheid. Je kunt inderdaad je broer voor de rechter dagen, eigenlijk doe je dat al door naar Mij te komen. Je kunt jouw deel van de erfenis krijgen en je broer verliezen. Wat is je méér waard? Of heb je hem misschien al verloren, nu al, door diezelfde erfenis. Je kunt rijkdom winnen en iets diepers verliezen, bijvoorbeeld de liefde. Waar kies jij voor? Dat is Jezus' rechtspraak. Hij legt ons de echte keuze voor.

Is God nu een goede pedagoog of een slechte? Het lijkt er namelijk op dat Hij ons steeds meer welvaart en rijkdom geeft en dat ook voor de nu nog armere landen mogelijk gaat maken. Is dat niet een beetje dom? Want je weet toch bijna zeker dat met een grotere welvaart de mensen op de duur God vergeten?

Zou het zo kunnen zijn dat God ons liever in welvaart ziet dan in armoede, liever goed gevoed dan hongerig, liever in vrede en vrijheid dan in onderdrukking en geweld? Dat wil toch elke goede vader voor zijn kinderen. En moet je niet eerste de vrijheid krijgen om er mee te leren omgaan? Ik denk dat God ook in onze dagen die keuze op een hoger niveau brengt. Niet Hij zal ons dwingen de goederen in de wereld rechtvaardig te verdelen, niet met een soort hemelse rechtspraak, Hij zal ons wel de keuze voorhouden. Hij nodigt ons uit tot volwassenheid. Dat betekent: vrijwillig een deel van die erfenis opgeven, niet hooghartig, met satire, spot of minachting, maar liefdevol, uit een hoger motief en zo een andere rijkdom verwervend. Rijk zijn in God in plaats van rijk zijn met aardse goederen.

Wij die het grootste deel van de erfenis in bezit hebben kunnen de minstbedeelde helpen uit onze overvloed. We kunnen een deel van onze erfenis prijsgeven, een deel van onze luxe en zo tonen dat de liefde belangrijker is dan het bezit. We kunnen aan de armen tonen dat er andere waarden belangrijker zijn en zo voorkomen dat zij onnodig verstrikt raken in de jacht op welvaart. En als dat allemaal te hoog gegrepen is, dan kunnen wij in ieder geval, ieder voor zich, kijken waar het bezit onszelf teveel in de greep heeft. Zoals Jezus deze man de ogen opende voor zijn hebberigheid, zo kan Jezus misschien ook onze ogen openen. Moge Hij ons helpen om oog te krijgen voor de echte rijkdom: geloof, hoop en bovenal de liefde. Amen.