14de zondag dh jaar C (2013)

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 194 niet laden

Het verhaal in het Evangelie , dat we zojuist hebben gehoord, is net  als vele andere verhalen uit de evangelies. Ze spelen zich a.h.w. af  onder de oppervlakte van het gewone leven.  Onder de gewone dagelijkse  gang van zaken, je werk, je huishouden, of het vakantiegevoel van deze  tijd, spelen er vaak dingen die de zaak op scherp kunnen zetten.

Zomaar  een gesprek met iemand waarvan je denkt, die heeft een mooi leven, maar  die vertelt je dan dat hij al jaren ruzie heeft met een familie lid en  dat het nog steeds niet is bijgelegd en uitgesproken. Je ontdekt de pijn  in z’n hart, ondanks z’n altijd opgeruimde blik. Onder vele mensen die  in onze kerken komen, of misschien niet meer komen, leven zorgen en  twijfels, is er vreugde en verdriet, zijn er vragen die niet worden  beantwoord. Soms hoor je er wat van, maar meestal blijft het onder de  oppervlakte voor elkaar verborgen. Slechts af en toe, in een onbewaakt  ogenblik,  beseffen we dat er veel mensen voor keuzes staan, dat er  altijd momenten en feiten zijn in ons leven die beslissend zijn.

En vandaag komt Jezus met die haast die Hij heeft om 72 leerlingen  uit te zenden. Het lijkt op een bijna vlekkeloos uitgestippeld pad met  duidelijke instructies voor die wegbereiders. Er is haast geboden. De  oogst is groot en staat gereed op het veld. Maar er zijn te weinig  arbeiders. En wat gebeurt er als de oogst te lang op het veld staat: Het  verrot of verdroogd, het schiet door en het is waardeloos geworden. Als  je het juiste moment van oogsten voorbij laat gaan, dan is het  nutteloos geworden.

Zo is het ook met de blijde boodschap. Nu is het Rijk van God onder  ons aanwezig, ook hier onder ons. Zijn rondgang door de dorpen is er het  levende bewijs van. Het Rijk Gods is onder de mensen en nu moet je het  dus aannemen, je moet ervan getuigen dat Hij het is die voor ons is  gestorven en verrezen. Daarom gaan nu die 72 vooruit, juist op dit  moment in deze vakantie periode, om mensen voor God te winnen.

Daar zit echter ook een keerzijde aan. Sommigen hebben daar geen  boodschap aan. Die hebben hun leven, en heel voorspoedig hoor, ingericht  zonder God. Afgekeerd van de boodschap, staat er verderop in het  Evangelie. Verspil daar je tijd niet aan waarschuwt Jezus. Schudt het  stof van je voeten en verlaat zulke huizen en dorpen. De mensen moeten  het zelf maar weten.

En toch zegt Jezus: “De oogst is groot”.  Ja, als mensen eenmaal  gezien hebben waar het bij God om gaat, laten wij ons steeds weer uit de  tent lokken, om armen te helpen, om rechtelozen een helpende hand toe  te steken, kortom om een uittocht te beginnen uit wat mensen dood maakt,  om mensen wakker te schudden. Om mensen te vertellen dat de steppe weer  zal bloeien en dat de dode weer zal leven als wij maar ruimte scheppen.

Ruimte scheppen om mensen bij elkaar te brengen, ruimte vanuit ons  doen en denken, ruimte vanuit het breken en delen van Jezus. Steeds weer  dat oude verhaal aan elkaar doorgeven over leven dat de dood overwon.  Dat, ondanks alles wat we meemaken, God in ons midden is.

Steeds weer zijn er mensen die worden geroepen en zich laten roepen  om uitgezonden te worden, om brengers van hoop te worden, om ons  steentje bij te dragen zelfs in financieel moeilijke tijden,  om de  boodschap van het Evangelie aan elkaar door te geven.

De oogst is groot, ook al twijfelen we vaak of die wel rijp is op ons  eigen veld en het veld van mensen met wie we proberen samen te werken.

Het gaat er om of wij God willen herkennen als Hij zich bij ons  meldt. Het gaat er niet om of wij alleen maar voorbeeldige mensen zijn  zonder fouten of nare karaktertrekken. Het gaat er om aangeraakt willen  worden door de liefde van God.

De tijd is rijp. Het Evangelie lijkt geen tijd te hebben voor vakantie. Er moet geoogst worden.

In onze vakantie, hoe we dat ook invullen, moeten we proberen met  vrede in ons hart te leven naar anderen, naar God. Dan pas dragen wij  bij aan de boodschap: “Vindt rust en vrede op de weg die Hij ons wijst”. Amen.