13e zondag door het jaar C (2013)

Wat is het verschil tussen een Christen en een niet Christen? Voelt deze vraag ongemakkelijk? Ik kan me de discussies wel herinneren waarin katholieken zich haastten te zeggen dat ze echt niets beter waren dan anderen. Herkent u dat? Het is een soort verlegenheid om met deze vraag om te gaan. Met aan de ene kant de geloofshouding waarin nederigheid een deugd is. Dus geen veren op je eigen hoed, geen houding van de Farizeeën met hun brede riemen en lange kwasten. Maar aan de andere kant, als er geen verschil meer is tussen Christenen en niet Christenen, dan zit er iets goed fout.

Je kunt natuurlijk zeggen: Ja, een Christen is gedoopt en die gelooft dat Jezus Gods Zoon is, de beloofde Verlosser. Een niet Christen is niet gedoopt en die heeft misschien een geloof. Maar met dat antwoord zijn we er niet. Maakt het geen verschil uit in de daden? Sommige academici verslikken zich in academisch geneuzel als ze stellen dat alle altruïsme eigenlijk egoïsme is. Als je hen de vraag zou stellen of Moeder Teresa een beter mens was dan Adolf Hitler, dan kunnen zij nog beweren dat ze dat niet weten. Als je diezelfde vraag had kunnen stellen aan de mensen in de vernietigingskampen of aan de stervenden op straat in Calcutta, dan zouden zij het wel weten. Onze intellectuele bespiegelingen mogen de band met de gewone werkelijkheid niet verliezen, anders worden ze een ideologie die gevaarlijk kan worden.

Onze Paus Franciscus had deze dagen een mooie opmerking, die ik las in Katholiek Nieuwsblad. Ik citeer de paus: “De Kerk is geen mengsel van zaken en belangen, maar is tempel van de Heilige Geest, de tempel waarin ieder van ons met de gave van het doopsel een levende steen is. Dat betekent dat niemand onnuttig is in de Kerk. Wij allen zijn nodig om deze tempel op te bouwen! Niemand is tweederangs. Niemand is de belangrijkste in de Kerk, wij allen zijn gelijk in Gods ogen. Sommigen van u zullen misschien zeggen: 'Geachte heer paus, u bent toch niet met ons gelijk?' Maar ik ben als een van jullie, wij allen zijn gelijk, wij zijn broeders!”

Wij zijn allen gelijk. Misschien is dat wel de kern van onze vraag. Wij zijn gelijk in Gods ogen. Niet gelijk in talenten of mogelijkheden, niet gelijk in verantwoordelijkheid of invloed, maar wel gelijk in Gods ogen.

Is er dan nog een verschil tussen een gelovige en een niet gelovige, tussen een gedoopte en niet gedoopte? In Gods ogen niet. En misschien is dat wel het intuïtieve aanvoelen waarom katholieken soms zo ijverig zijn in het zeggen dat er geen verschil is. Inderdaad, we zijn gelijk in Gods ogen.

Maar toch is er een verschil. Jullie zijn het zout der aarde. Dat zegt Jezus tegen ons, niet tegen de anderen. Jullie zijn het licht der wereld. Nederlandse militairen in vredesmissies, die politie opleiden. Zijn die gelijk aan de mensen daar? Natuurlijk. Maar door hun kennis en ervaring kunnen ze wel het verschil maken. Deskundige artsen die zich inzetten voor een ziekenhuis kunnen het verschil maken. Een goede bondscoach kan het verschil maken, Een goede leerkracht kan het verschil maken. We zijn allemaal gelijk, maar onze talenten geven ons een speciale verantwoordelijkheid.

Christen zijn is zo'n talent, Christen zijn is een gunst, een gave, een uitverkiezing, een opdracht, een kans om het verschil te maken. De vraag of we allemaal evenveel waard zijn in Gods ogen is belangrijk om te voorkomen dat de een zich belangrijker voelt dan de ander, of dat iemand zou denken dat hij of zij onbelangrijk is en dus ook niets hoeft te doen.

Tegelijk is het ook belangrijk dat we de gave die we hebben ontvangen voor deze wereld van levensbelang is. Dat komen we vandaag in het Evangelie tegen. Is het niet belangrijk genoeg om tijd vrij te maken voor je zieke vader en hem bij te staan totdat hij is overleden, dat je daarna pas vrij bent om Jezus na te volgen? Jezus prikt er doorheen. Wij mensen vinden altijd heel snel de beste argumenten om onze roeping niet te hoeven volgen. De man tot wie Jezus spreekt, mag dit rustig aan zijn familie overlaten. Hij krijgt van Jezus een Boodschap ten Leven mee.

Zo heeft Jezus voor iedereen een passend woord. Ben je overenthousiast, dan tempert Hij dat tot gewone proporties. Wil je vooral iedereen te vriend houden, dan maakt hij je bewust van alles waaraan je gehecht bent.

Wat is het verschil tussen een Christen en een niet Christen? Misschien voelt die vraag nog steeds wat ongemakkelijk. Want uit alles blijkt dat Christen zijn niet vrijblijvend is. Misschien hebben we ons wel lange tijd verscholen in het idee dat we allemaal gelijk zijn en dat wij Christenen ons niets moeten inbeelden. Dat is dan een soort vluchtheuvel, die een vluchteuvel wordt waar we niet meer van los komen.

Wij hebben een schat gevonden en hebben de opdracht die met anderen te delen. We hebben Gods liefde, die we ervaren in de liefde van Christus. We hebben Gods Kracht die we ervaren in de kracht van ons geloof. Wat zou het mooi zijn wanneer we daarvan konden meedelen aan hen die misschien wel meer talenten hebben dan wij, meer mogelijkheden, meer invloed, maar die deze schat nooit gevonden hebben. Als ze ervoor open staan, zullen ze die schat herkennen. Aan ons de opdracht die zichtbaar te maken aan anderen. Want Hij zendt ons de wereld in. Amen.