Over de plaats waar we vieren (2007)

Hoe dachten wij vanuit de twee gegevens – de architecturale ruimte en ons aanvoelen van vieren – verder te werken?

Aangezien de ruimte niet uitnodigt om naar voor te gaan en omhoog te kijken naar de Verhevene of transcendente maar alle aandacht binnen de mens legt, is het belangrijk dat dit ook zo optimaal mogelijk kan gebeuren. Het is dus belangrijk dat we goed zitten en we contact krijgen met dat centrum of die innerlijke ruimte in onszelf. Vandaar onze idee dat we aan het zitcomfort iets moeten doen. Onze stoelen komen nog uit de tijd dat we geknield zaten en het misoffer volgden dat de priester opdroeg, bij de preek mocht men die omdraaien om te gaan zitten. Ik denk dat de tijd rijp is om dit te veranderen en te zoeken naar een degelijke stoel in eerlijk materiaal zodat we niet meer verplicht zijn enkele grijze stoelen erbij te slepen voor wie een moeilijke rug heeft. Ik denk ook dat een rij sobere stoelen meer rust in deze ruimte zal brengen.

De verlichting is vanaf het begin een probleem geweest. Oorspronkelijk waren er spots in het plafond geplaatst, maar, aangezien vele lampen sprongen en vervangen bijna onmogelijk was, heeft men via draden potten gehangen. Maar ook daarvan moet ik per jaar minstens 20 à 30 lampen vervangen. Het gaat echter niet alleen om een praktische nood. Via een aangepaste verlichting kan men een heel andere sfeer creëren die rekening houdt met de aangehaalde accenten van ruimte en gemeenschap. Verlichting schept sfeer en kan die plekken accentueren die wij extra in de kijker willen plaatsen (het kruisbeeld, altaar, lezenaar, de ikoon).

Als wij vieren is de zang niet zomaar een toevoegsel of tijdelijke onderbreking van een uiteenzetting, maar al zingend ontstaat wat we voelen en opent zich ons totale lichaam voor het heilige. Vandaar de grote zorg aan de vernieuwing van onze zangbundel. We willen dus niet zomaar een bestaande bundel kopen zoals bv. ‘Zingt Jubilate’ of  de nieuwe bundel met alle liederen van Oosterhuis. We willen een zangbundel waarin eigentijdse liederen meerstemmig staan afgedrukt, waarbij we het beste van de traditie kunnen opnemen, waarbij we ook samen met de kinderen kunnen zingen, enz. Met een werkgroep hebben we daarom de bestaande bundel helemaal doorgenomen en gezocht naar verdere vernieuwing. Intussen is reeds een groep ijverige werkers bezig met liederen op computer te zetten.

Verder willen we in het centrum van de kapel een wijsteen plaatsen als een oersymbool van de aarde en van het leven. We willen in een eerlijk materiaal een nieuwe lezenaar en aangepaste tafel of kast laten maken, die achter bij het binnenkomen zou  geplaatst worden. De lezenaar willen we achter of in het centrum zetten om zo een onderscheid tussen woorddienst en eucharistische dienst te beklemtonen. Achteraan zou een vast systeem worden geplaatst dat toelaat regelmatig gebruik te maken van beeldmateriaal. Aan de muur wordt een eigen plek gemaakt voor wat de kinderen en jongeren uitdrukken, enz.

De inkomhal willen we leeg maken en enkel nog bekleden met een sprekend symbool of tekst. En tenslotte waar nu de babysit is willen we een stille ruimte maken, die tijdens de dag altijd toegankelijk is en die uitnodigt tot mediteren. Een ruimte die dus anders wordt ingericht dan een plaats waar je eucharistie viert. Daar kan de meditatiegroep samenkomen, kunnen we met de gezinnen samen zijn die op maandagavond een biddend moment hebben, daar is ruimte voor de kindernevendienst, of voor een morgen of avondgebed.

U begrijpt dat dit alles niet vanzelf komt en de Voorzienigheid helaas tot hiertoe geen zak met geld aan de deur heeft willen leggen. Zelfs mijn diepste vertrouwen in dat opzicht heeft nog niets opgebracht. De dominicanen hebben beloofd met een fikse som ons bij te springen. Met een kleine groep zoeken we naar mecenaat. Maar we zullen ook op uw mildheid moeten beroep doen. Om heel praktisch te zijn. We schatten dat we voor een uitgave van 40 à 50.000 euro staan. Het grootste deel van de uitgaven hopen we via de buitenwereld te kunnen dekken, maar we moeten ook beroep doen op uw gulheid. We onderzoeken de mogelijkheid om een constructie op te zetten die toelaat dat giften aftrekbaar zijn, maar dit moet nog uitgezocht worden. Ten slotte: dat alles moet niet op een dag gerealiseerd worden, zo is het zelfs met Rome niet gegaan.

De uiteindelijke bedoeling is natuurlijk om wat hier doorheen jaren is gegroeid ook in zijn vormgeving te verdiepen. Toen dit gebouw in 1960 werd opgetrokken had men de intentie een retraitehuis op te richten. Door omstandigheden was dit niet meer haalbaar en moesten we aan een herdenking beginnen. Maar in de context van de verschuivingen in geloofsbeleving en religiositeit keren we terug naar de eerste bedoeling van dit huis. Anders dan in de jaren zestig, maar op een stevige basis een plaats te zijn waar men in vreugde samen viert, waar mensen met hun vragen en verlangen thuis kunnen komen, waar de roep om gerechtigheid en de zorg voor de zwaksten centraal staat.

Als afsluiting van de woorddienst luisteren we naar een stuk uit het eerste boek van de koningen. Koning Salomo heeft uiteindelijk na veel discussie voor God een tempel gebouwd. De tempel staat er in alle glorie te blinken en tijdens de opening zegt hij in naam van het volk dit gebed.