Ik geloof in God, de Vader, de Zoon en de Heilige Geest

„We hebben toch allemaal maar één God.” Het is een uitspraak die ik wel meer hoor. Meestal op de meest ongelegen momenten; bv bij een verjaardagsfeest, waar dan plots geloof en religie ter sprake komen. Dan wordt soms heel oppervlakkig gezegd: “we hebben toch allemaal maar één God.”

Ja, natuurlijk, we geloven in één God. Maar in dergelijke situaties is het wel moeilijk om daar theologisch op in te gaan. Ik vraag me af wat er achter die uitspraak schuilgaat: “We hebben toch allemaal maar één God.”  Het klinkt een beetje zoals: “We eten toch allemaal graag taart.”

Maar alleen het feit op zich dat we in God geloven is niet beslissend. Wij moeten ons ook afvragen: “Wie is die God, in wie wij geloven, eigenlijk?   Wat voor God is Hij? Hoe openbaart Hij zich en hoe ziet Hij eruit?  Want wanneer ik mij tot een God beken, dan is dat van wezenlijk belang voor de wijze waarop ik leef. 

In een bekerfinale van het voetbal bekennen de supporters zich ook tot een club. En dat drukt zich ook in het levensgevoel van die supporters uit. Op dat ogenblik is het van groot belang welke sjaal ik draag.  Dat wil dus zeggen dat wanneer ik me tot iets beken, dat dat dan ook in mijn leven tot uitdrukking komt.  Daarom is het zeker niet overbodig om de vraag te stellen: Wie is die God waar wij in geloven eigenlijk. Is hij iets onheilspellends daarboven, ver weg, iets wat met mijn leven eigenlijk niets te maken heeft?  Is hij zoiets wat ik gewoon tussen haakjes opzijzet, omdat ik het niet kan omschrijven?  Weet U, ik geloof niet in de God van de Salafisten, de God van de Taliban of van IS. Ik geloof ook niet in de God van de Getuigen van Jehova!  Ik zou zo nog vele Goden kunnen vernoemen waarin ik niet geloof. Als Christen geloof ik in de drie-ene God, de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Dat uitleggen is moeilijk, zelfs helemaal onmogelijk. Zo veel theologen hebben dat al geprobeerd. En daar gaat het ook helemaal niet om. Het begrip drievuldigheid vertelt en beschrijft ons hoe die God is. Dat is beslissend! Hoe is God? Hoe manifesteert Hij zich aan ons en wat betekent dat concreet voor mijn eigen leven? Ik geloof in God de Vader, de schepper van al wat bestaat. God heeft deze wereld en ook mij tot leven geroepen. Ik ben de schepper niet. Ik werd geschapen en ben dus een schepsel. Ik heb me niet zelf gemaakt. Dat is het eerste: deze wereld werd door God geschapen. Je kan dat illustreren met een beeld van omvallende dominostenen. Je stelt die stenen in een bepaald beeld op en wanneer de opstelling is gebeurd is er iemand die de eerste steen een stootje geeft. Een na een vallen dan alle andere stenen om en vormen het beeld dat je had voorzien. Schepping wil zeggen: God geeft de aanstoot en de wereld ontwikkelt zich. Dat is de schepper; diegene die de aanstoot heeft gegeven. De wereld is niet uit zichzelf ontstaan. Wanneer ik dat weet, en dat ook aanvaard, dan ben ik ook mee verantwoordelijk voor die wereld. Ik ben niet de heerser over die wereld, maar maak er veeleer deel van uit. Ik ben mee verantwoordelijk voor het behoud van de schepping. Tegelijk ben ik ook mee verantwoordelijk voor mijn medemensen. Ik kan niet gewoon als egoïst door deze wereld gaan. Ik maak daar deel van uit en daarom moet ik ook mijn deel bijdragen. Wanneer ik mij beken tot God, de Vader en schepper, neem ik als mens, hier en nu, de verplichting op mij om verantwoordelijk met deze wereld en met het leven zelf om te gaan. Dat is het eerste punt van mijn belijdenis: “Ik geloof in God”.

En ik geloof in Jezus Christus, zijn eengeboren Zoon!  God is niet ver. Hij heeft een gezicht. Hij is heel concreet. In Jezus Christus toont Hij mij hoe het menszijn kan lukken.  Wij zijn allemaal mensen. Maar jullie weten ook dat er bij ons mensen heel veel stuk gaat. Denken we maar even aan de terroristische aanslagen in Parijs, vlak bij ons hier in Brussel, en in al die verschillende landen in Afrika en Azië.  Dat heeft met mens zijn in de eigenlijke betekenis helemaal niets meer te maken. Dat is een perverse vorm van mens zijn.  Jezus Christus toont ons hoe we echt mens kunnen worden. Dat toont Hij ons door te zeggen: Het eerste en voornaamste gebod is voor jou: „Bemin je naaste als jezelf “. Zijn gebod is de liefde! Die liefde gaat zelfs zover dat je ook je vijanden moet beminnen, en dat toont Hij ons door, stervend aan het kruis hangend, zijn vijanden te vergeven. Dat is radicaal, maar Jezus is ook radicaal. Wij worden tot liefde geroepen. Wanneer we ons tot God de Zoon, tot Jezus Christus, bekennen, dan worden wij ertoe uitgedaagd om met onze naasten liefdevol om te gaan, geen twist of oorlog onder de mensen te brengen, maar wel verzoening. 

Ik geloof in God de Heilige Geest. Voor vele mensen is God iemand die heel ver weg is. De Heilige Geest zegt echter: God is in deze wereld aanwezig. Hij brengt mensen in beweging. Hij beweegt vandaag ook U om het goede te doen en het kwade te laten. Gods Heilige Geest is in de wereld aanwezig. Hij is nooit ver. Toch zijn er veel mensen die, zonder erbij na te denken, gewoon hun ding doen en onverschillig of zelfs vijandig staan tegenover God. God is in deze wereld aanwezig. Hier en nu begint zijn rijk. Het begint overal daar waar mensen zich openstellen voor de Geest, daar is het aanwezig, daar wordt het kwaad verdrongen, daar licht het goede in de wereld op. 

Deze belijdenis daagt ons uit. Wanneer ik deze God belijd, dan kan ik niet meer onverschillig door de wereld gaan. Dan ben ik uitgedaagd. Ik geloof niet zomaar in een willekeurige God. Ik geloof in  God, de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Amen.