31e zondag door het jaar C - 2013

Zusters en broeders,

Jezus was op weg van Galilea naar Jeruzalem, en zo passeerde Hij door Jericho. En hoewel dat ver van Galila was, was Hij ook daar zeer goed bekend. Er was zelfs zoveel volk toen Hij de stad binnenkwam, dat de tollenaar Zacheus Hem alleen kon zien als hij op een vijgenboom klom. Die grote belangstelling hing wellicht ook samen met wat er net buiten de stad gebeurd was: een blinde man had Jezus om hulp gesmeekt, en Jezus had hem genezen. Velen waren daar getuige van geweest, en meer dan waarschijnlijk hadden ze dat ook onmiddellijk doorverteld. Dus toen Jezus Jericho binnentrok, was daar echt een pak volk dat Hem wilde zien. 

Dat wilde ook Zacheus: Jezus zien. Hij was een belangrijke meneer in het tolwezen, dus de belastingen, hij werkte voor de Romeinse bezetter en stak, zoals alle tollenaars, zoveel mogelijk geld in zijn eigen zakken. En geld, dat was het enige waar hij zich iets van aantrok, want voor de rest gaf hij om God noch gebod. Daarom ging hij ook niet tussen de andere mensen staan, want hij was klein van gestalte, zegt de evangelist Lucas. We moeten er wellicht niet aan twijfelen dat Lucas dat ironisch, dus een beetje spottend bedoelt, en dat hij eigenlijk zegt: Zacheus, dat is een klein ventje van niets op korte beentjes. En nu wil hij dus ook wel eens gaan zien wie die Jezus is. Voor hem is dat de zoveelste profeet in de rij. Er wordt veel over Hem verteld, maar dat gaat wel voorbij. Zoals met die andere profeten. Wie kent ze nog? Zijn profeet, dat is zijn geld, en al de rest kan hem gestolen worden. Want met geld kan je alles kopen: respect, onderdanigheid, ontzag, jaloersheid, noem maar op: alles is te koop. Alleen vriendschap kan je er niet mee kopen. En als je bovendien een collaborateur bent zoals Zacheus, staat het ook niet echt borg voor je veiligheid. Ook daarom gaat hij in die boom zitten, want je weet maar nooit. Misschien willen de anderen hem wel iets lappen. Een mes of zo dat toevallig in zijn rug belandt. Maar niet alleen daarom gaat hij op die boom zitten. Hij wil gewoon eens zien hoe raar het volk zich weer eens gaat gedragen. Zo vol verering voor die profeet, die Jezus over wie iedereen van alles vertelt. Nee, daar doet hij niet aan mee. 

En dan komt Jezus, en Zacheus is eraan voor de moeite. Want Jezus zegt: ‘Zacheus, kom vlug naar beneden, want vandaag moet Ik in uw huis te gast zijn.’ Hij gelooft niet wat Hij hoort, hij valt bijna uit zijn boom van verbazing, en een seconde later staat hij al beneden. En hij weet: Door Jezus ben ik niet meer wie en wat ik tot nu toe geweest ben. 

Zusters en broeders, het is een heel sterk verhaal, waarbij ik me altijd heb afgevraagd waarom Jezus tegen Zacheus zegt dat Hij te gast MOET zijn in zijn huis. Net of iemand Hem daartoe verplicht heeft. Maar wie is die iemand? Dat kan alleen Hijzelf zijn. En waarom moet Hij bij Zacheus zijn? Omdat Hij het niet kan hebben dat mensen hem uitstoten. Goed, Zacheus is geen heilige; menselijk gezien is hij een zondaar, een collaborateur met de vijand, een machtsmisbruiker die de mensen geld afluist. En precies voor zulke mensen, die zwaar in de fout gaan, is Jezus gekomen. Op het verwijt dat Hij omgaat met tollenaars en zondaars, antwoordt Hij: ‘Gezonde mensen hebben geen dokter nodig, maar zieken wel; Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen te roepen, maar zondaars.’ Goede en rechtvaardige mensen hebben zijn hulp niet nodig, maar mensen die op een of andere manier niet deugen, of niet willen deugen: zulke mensen hebben zijn hulp nodig om af te stappen van hun verkeerd leven. Daarom dus zegt Jezus dat Hij bij Zacheus MOET zijn: om hem af te wenden van zijn leven van onrecht. Het gevolg is ronduit indrukwekkend: dankzij Jezus zal Zacheus de helft van wat hij bezit aan de armen geven, en als hij iemand heeft bedrogen, zal hij hem het vierdubbele teruggeven. Indrukwekkend, dat is het minste woord dat we hier kunnen gebruiken. 

 

Zusters en broeders, wie zijn wij? Hebben wij respect voor alle mensen, en proberen wij door het voorbeeld van ons christen zijn mensen die het nodig hebben tot het goede aan te zetten? En als we zelf in de fout gaan, zijn we dan bereid die fout diepgaand te herstellen? Even diepgaand als Zacheus? Laten we dat proberen, in Jezus’ naam. Laten we proberen echt goede christenen te zijn, op elk gebied. Naar Jezus’ woorden en daden. Amen.