23e zondag door het jaar (2007)

Beste lezer/lezeres,

Vandaag hebben we aan de eerste lezing genoeg. Het stuk dat op deze zondag staat voorgeschreven komt uit het boek Wijsheid, een van de boeken uit het Oude Testament. De volle naam van dit boek is: Wijsheid van Salomon. Daarmee wordt gesuggereerd dat het geschreven is door Koning Salomon, beroemd om zijn wijsheid. Hij leefde tussen 900 en 800 voor Chr. In feite is het boek geschreven door een filosoof in Egypte, vermoedelijk niet lang voor de geboorte van Jezus.

We lezen: "Wij begrijpen amper de dingen van deze wereld, en wat voor de hand ligt kost ons nog moeite; hoe zouden we dan het hemelse verstaan. Wie zou uw wil kunnen kennen, als Gij hem het inzicht niet geeft, en uw heilige Geest niet van boven zendt."

Dat klinkt heel vertrouwd want het is juist een kenmerk van God, dat Hij ons verstand te boven gaat. En toch weten we met ons verstand heel veel van en over God! En nog wel met absolute zekerheid.

Dat is mogelijk omdat de Katholieke Kerk plechtig verklaard heeft welke waarheden ons door God zijn geopenbaard en daarom door de mens geloofd en onderhouden moet worden. Dogma's noemen we zulke waarheden. De Kerk weet dus meer dan wij, mensen!

Anders gezegd: Alles wat in de bijbel geschreven staat, dichterlijk, kunstzinnig, aangrijpend, zijn ervaringen geweest van dichters en kunstenaars. Maar het zijn hun ervaringen. Zij hadden niet de bedoeling waarheden te verkondigen. Zij werden geraakt door ervaringen, hen ging toen een licht op. Twee duizend jaar geleden. Maar de kerk heeft die persoonlijke ervaringen uit een ver verleden, met goede bedoelingen, vastgelegd in dogma's en wel zo dat er niets meer te vragen overbleef.

En daarmee is de kous af: wat wij ervaren brengt niets nieuws meer. Maar niet alleen blijft er dan geen ruimte meer voor onze ervaringen en vragen.

Ook voor God blijft er geen ruimte meer om zich nieuw, op manieren die passen in onze tijd, aan ons te openbaren. God is veilig en voor alle tijden ingemetseld in onwrikbaar beton.

Laat ik daarvan twee voorbeelden geven, ontleend aan de tien geboden die ons door God gegeven zijn en die dateren uit de tijd tussen drie- en tweeduizend voor Chr.

Het vijfde gebod: "Gij zult niet doden." Heel duidelijk. Maar wat stelt dat gebod voor in een tijd waarin we een wapenindustrie hebben die ieder dag onvoorstelbare hoeveelheden wapens, vliegtuigen, oorlogsschepen enz. produceert, waarmee elke dag ontelbare levens worden verwoest en waarmee elke dag ook veel mensen een goede boterham verdienen. En waarmee pijpleidingen beschermd moeten worden zodat bij ons het licht kan blijven branden.

Het zesde gebod: "Gij zult geen onkuisheid doen." Ook heel duidelijk in tijden dat begrippen als seksualiteit en seks nog niet bestonden, toen de mensen nog niets wisten van hormonen, voorbehoedsmiddelen en toen alles op dit gebeid zich afspeelde in volslagen duisternis. Kan dit eenvoudige, negatieve gebod ons nu duidelijk maken wat we wel met onze seksualiteit kunnen of moeten doen?

Wat is dan de waarde en de waarheid van alles dat we moeten geloven en doen?

Tenslotte: tegen de achterwand van de kerk hangt de poster met de twee handen die de aardbol barmhartig, geduldig een eerbiedig vasthouden. Twee duizend jaar geleden, toen de ervaringen werden neergeschreven waar de bijbel mee volstaat, wisten ze niets van een aarde die rond was en die als een bol kon worden vastgehouden.

Nu kan ik een nieuw beeld van God krijgen in die twee handen die de aardbol vasthouden dank zij een nieuwe ervaring die vroeger onmogelijk was. Ik voel me intens verbonden met een God die mij altijd overstijgt maar me ook vasthoudt en aan zijn of haar hart drukt.

Van dat boek Wijsheid kan ik zeker wijzer worden, en door die twee handen die de aarde vasthouden voel ik me zeker gelukkiger en God ook!

Zo is het.