Je familie haten (1998)

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 198 niet laden

IS ER EEN WONDER GEBEURD?

Een van de oudste kindermopjes uit mijn jeugd -we vonden het eigenlijk best godslasterlijk- ging over iemand die met zijn rolstoel door het heilige bad in Lourdes reed en na afloop ontdekte... dat hij nieuwe banden op zijn stoel had. Het aardige van dat mopje is (1) dat het in wonderen gelooft en (2) ook een beetje spot met de wens van een mens om er toch vooral zelf beter van te worden.
Laatst was een vrouw teruggekomen uit Lourdes. Ze was er nooit eerder geweest. Hevige gewrichtspijnen hadden haar doen besluiten op bedevaart te gaan. Ze was in haar leven nooit verder dan Aken geweest en ze was beduusd toen ze ontdekte dat er in Frankrijk geen Duits gesproken werd, want dan had ze zich met haar Limburgs dialect kunnen helpen. Lourdes had een onbeschrijflijke indruk op haar gemaakt. Het was een verrukkelijke reis geweest. Zwaar natuurlijk. De treinreis duurde lang. Het was erg warm, maar al die vermoeienissen waren gauw vergeten toen ze in Lourdes de lichtprocessie gadesloeg en het zingen en bidden van zo velen hoorde. Ze werd ondergedompeld in een roes van hoop.
"Is er ook een wonder gebeurd?" Die vraag komt waarschijnlijk voort uit een kinderlijke trekje in mijzelf. Ik kan het niet nalaten ze te stellen. Het klinkt een beetje spottend, maar diep in mijn hart hoop ik een 'ja' te krijgen en een imponerend verhaal. "Weet ik niet", zei de vrouw nadenkend. "Ligt er ook maar aan wat je onder een wonder verstaat". Eigenlijk had ze ook gehoopt dat de reuma een beetje minder zou worden. Maar toen ze er was en al die mensen zag met hun dappere verdriet; toen ze al die ellende zag en hoe die zieken toch blij en hoopvol waren, toen had ze ineens gedacht: "Ik hoef niet beter te worden. Ik ben al beter." En ze had zoveel leuke contacten aan de reis overgehouden! "Gister ben ik de hele dag op bezoek geweest bij een vrouw bij wie beide benen waren afgezet en ze was nog geen vijftig." Deze vrouw had in Lourdes ontdekt dat haar geloof niet een goddelijk pretpakket is maar een taak.

DE MASSA GEMAAND

Een grote menigte loopt achter Jezus aan. Jezus keert zich om en roept hen iets toe. Hij heeft geen megafoon ter beschikking of een andere versterker. Versterken kan hij zijn ideeën alleen door grote beelden te kiezen die een onnadenkende, op hol geslagen massa tot bezinning brengen. Die beelden heeft hij, hij was gewend te discussieren in de openlucht: "Als je je eigen familie, sterker nog, als je jezelf niet haat, kun je mijn leerling niet zijn. Als je niet alles in de steek laat kun je mijn leerling niet zijn....!" Zo, nu moet het peloton wel afhaken.
Harde woorden: je familie haten, alles prijsgeven... De schrik zit er na 2000 jaar nog in. Koesteren we ons geloof niet precies omdat juist het gebod van de liefde ons zo aansprak? Houd van je naast als van jezelf. Dat is toch de kernzin waarmee we Jezus' boodschap verstaan?
Het is goed om het verhaal van vandaag in een grotere samenhang te lezen. Lucas beschrijft hoe er in het leven van Jezus steeds meer dreiging komt. Herodes wantrouwt hem zeer. Jezus' geestverwant Jan de Doper is vermoord. De aanvaringen met de kerkelijke overheden worden feller. Dat alles zet Lucas op papier in een tijd waarin christenen hier en daar wordt vervolgd en op andere plekken het vuur en het elan aan het verliezen is.

WAT KAN IK VOOR GOD DOEN?

De kern van Jezus' opmerking is deze: Jullie lopen achter mij aan omdat je wonderen hebt gezien, je hebt gezien hoe mensen werden genezen, je hebt gezien hoe mensen brood met elkaar delen. Het spreekt je wel aan om te ontvangen. Maar dan heb je mij nog niet begrepen.
Mijn leerlingen zijn er niet op uit om allerlei wonderen en gunsten van God te krijgen, maar zij willen iets voor God en zijn Rijk van Recht en Gerechtigheid.
Eigenlijk roept Jezus de menigte toe wat een Amerikaans president ooit zei: Vraag niet wat Amerika voor u kunt doen, maar wat u voor Amerika kunt doen.
Jezus schreeuwt de massa volgelingen toe: Mijn leerling vraagt niet wat hij van God kan krijgen, maar wat hij kan doen en zelfs doorstaan. De hartenkreet komt bij Jezus op, nu zijn eigen leven wordt bedreigd en hij voor de keus staat om ofwel aan zijn idealen te verzaken ofwel de dood onder ogen te zien. De boodschap van liefde-tot-het-uiterste is een troostende, veilige oproep die pleit voor een aarde van geborgenheid en eerlijkheid, maar vergis je niet: die keuze kan ook offers vragen en strijd.
Ben je in staat om het op te nemen voor een collega die wordt gesard of oneerlijk is behandeld? Kun je dan je eigen promotiekansen in de waagschaal stellen? Ben je bereid om het zwarte schaap van de familie te bezoeken of te onthalen? Durf je het op te nemen voor iemand die wordt lastiggevallen? Kun je iets van je rijkdommen delen met wie het hoognodige ontberen?
"Denk niet dat ik jullie geroepen heb om je te overladen met gezondheid en rijkdommen", zegt Jezus tot de menigte, "ik ben juist gekomen om offers te vragen."

DE CADEAUTJES VAN GUIDO

Lieve kinderen.
Als je aan Guido vroeg: Hoeveel jaar ben je?", dan strekte hij zijn armpje in de lucht en spreidde onduidelijk zijn vingers en riep: "Drie en ik wordt er later vijf".
De tante van Guido had een baby'tje gekregen. Guido's moeder had een cadeautje in gepakt en ze gingen op bezoek. "Toe", zei moeder. "geef het cadeautje dan aan tante Ria. Maar Guido begon te huilen. Hij wilde het cadeautje niet geven. Hij vond het veel te mooi. Zijn huilen werd luider en bozer en tante Ria schaamde zich een beetje.
Moeder begon Guido om te kopen. "Als je het cadeautje aan tante Ria geeft krijg je een stuk vla." Dat hielp. Guido koos eieren voor zijn geld. "Maar dan mag ik het wel openmaken." Guido hield ervan om het mooie bonte papier van het doosje af te scheuren en te peuteren naar de inhoud. Hij vond een zilveren klokje met de naam van de baby. Dat viel goed tegen, want met klokjes kun je niet rijden en je kunt ze niet eten. Je kunt er wel mee bellen. Dat bleef hij nog een tijdje doen. Toen gaf hij het aan Ria in ruil voor een stuk vla.
Lieve kinderen, we zijn allemaal net als Guido geweest. Ook alle grote mensen. We wilden alleen maar iets krijgen. Toen Guido op zijn vierde verjaardag een groepje kinderen moest tracteren op Mars had hij tranen in de ogen. Maar je leert het. Als je ouder wordt, leer je om niet alleen te krijgen maar ook te geven. Ja, je leert zelfs dat geven heel leuk kan zijn. Iemand blij maken levert je ook goede vrienden op. Toen Guido vijf was kon hij het al bijna.
"Dat weggeven kan heel ver gaan!" had Jezus gezegd. Eigenlijk kun je alleen maar gelukkig worden als je leert om je leven met anderen te delen.