Geen halfslacht!igheid

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 233 niet laden

Wij moeten eerlijk durven bekennen dat de Kerk in onze tijd meer en meer aan macht en aanzien verliest. Overal gebeurt ongeveer hetzelfde. De kerken lopen leeg, de kloosters sterven uit. Je kunt wel eens proberen om hier of daar met nieuwe initiatieven voor de dag te komen, maar het juiste middel om de Kerk een belangrijke plaats in de samenleving terug te geven is er nog niet.

Er zijn wel mensen die het pijnlijk vinden, dat de Kerk zogenaamd achteruit gaat. De grote tijd voor de Kerk schijnt voorgoed voorbij: de tijd van de stampvolle kerken, van de luisterrijke processies, de tijd dat heel Europa christelijk was, dat de missies bloeiden en dat keizers en koningen gehoor gaven aan de paus.

Wel mogen we ons even afvragen of die tijd van pracht en macht de beste tijd was voor de Kerk. Misschien waren de tijden van de catacomben toen de Kerk geen macht of aanzien had, beter; of de tijd van de Franse Revolutie, toen de Kerk alle bezit en rijkdom moest afstaan. Toen de kerken nog van hout waren, waren de harten van de mensen van goud. Maar toen de kerken van goud werden, werden de harten koud. Telkens als de Kerk zich pracht en praal aanmatigt, verliest ze aan uitstralingskracht.

Jezus zegt: "Het rijk Gods is in u". Overal waar liefde, vrede en gerechtigheid groeien, groeit het Rijk van God. De Kerk van Christus herken je niet aan haar hoge torens, niet aan haar kathedralen, maar aan de dienende mensen. Want Jezus is gekomen om te dienen, niet om te heersen.

Goede tijden voor het evangelie van Jezus zullen moeilijk aanbreken, omdat de eisen van Jezus haaks staan op alle gewoon menselijk gedoe. De wereld was niet rijp toen Jezus kwam en omdat Hij zich inzette voor armen en zwakken, werd Hij uitgestoten. Ook nu is de tijd nog niet rijp, want ook nu worden de mensen die zich voor het kleine en zwakke inzetten, miskend en uitgestoten. Jezus wist heel goed dat zijn liefdeswet weinig ingang zou vinden bij de menigte en daarom spreekt Hij van een kleine kudde. Eigenlijk zijn er altijd maar heel weinig mensen geweest die Jezus radicaal volgden. Het is niet normaal dat een hele stad katholiek is; daarvoor zijn de eisen van Jezus veel te streng. Hij zegt: "Als iemand tot Mij komt en zijn vader en moeder niet haat...": dat zijn toch harde, bijna onmenselijke woorden! Natuurlijk kan Jezus niet willen dat wij onze ouders haten. De vertaling van het Griekse woord is niet helemaal juist. Beter zouden we zeggen in onze taal ‘meer beminnen'. Wie zijn ouders meer bemint dan Mij, kan mijn leerling niet zijn. Dan is het duidelijk wat Jezus wil zeggen: geen aardse liefde, geen wereldse binding mag gaan boven de liefde tot God. Dan is deze eis nog zwaar genoeg om te beleven. Jezus vraagt de inzet van onze hele persoon. Een leerling van Jezus moet kiezen of delen.

Jezus maakt wel op een heel aparte manier propaganda voor zijn zaak. Van de reclame op de tv zijn wij gewend dat de mooiste woorden en het vriendelijkste gezicht worden uitgekozen om een product aan te prijzen. Jezus werkt in tegengestelde zin: zijn propaganda is een waarschuwing: Wees voorzichtig! Denk aan het risico dat je neemt als je Mij volgt! Begin er liever niet aan als je meent dat je aan mijn eisen niet kunt voldoen. Jezus waarschuwt in dit evangelie voor halfslachtigheid.

God moet het hoogste goed zijn in je leven, de komst van Zijn Rijk de hoogste waarde. Daarvoor moet je alles opzij kunnen zetten. Schipperen tussen hemelse en aardse waarden kan niet. Eigenlijk weten wij het ook wel: de halfslachtigheid maakt nooit gelukkig! Een halfslachtige leerling mist de vreugde die voortvloeit uit de volle overgave aan God. Halfslachtige christenen zijn ook een aanstoot voor anderen. Men neemt het ons niet kwalijk dat wij christenen zijn, maar wel dat wij het maar half zijn. Een Kerk die blijft steken in halfslachtigheid is in deze wereld overbodig.

Jezus brengt zijn reclame niet naar voren zoals de tv-mensen. Zijn aanwerving is een waarschuwing: denk goed na voor je begint en weet wat je te wachten staat! Je kruis mag je niet dragen als een sieraad; het moet een werkelijkheid worden in je leven. Je kruis, dat is: jezelf geven voor anderen zoals Jezus deed, opdat anderen mogen leven.