Vierde zondag van de veertigdagentijd B - 2015

Zusters en broeders,

Wanneer een volk en zijn leiders zich schuldig maken aan gruwelijke dingen, wanneer ze alleen nog aan zichzelf en aan hun plezier denken, wanneer ze spotten met een waardig menselijk bestaan, dan ondergraven ze zichzelf. We zien dat in de eerste lezing: de joden en hun geestelijke leiders misdragen zich, hun land wordt ingenomen, hun tempel verwoest, Jeruzalem geplunderd en ze worden meegevoerd als slaaf. Pas tientallen jaren later mogen ze als vrije mensen terugkeren naar hun land. 

Het is een verhaal dat we kennen, niet omdat we het bestudeerd hebben, maar omdat het zo vreselijk dikwijls voorkomt. We moeten maar denken aan de wereldoorlogen van vorige eeuw, aan de miljoenen mensen die vandaag in Afrika en het Midden-Oosten bedreigd, verjaagd, vermoord worden, omdat ze niet mee willen gaan in de gruwel van het moslimterrorisme. We moeten ook maar denken aan de vijftig miljoen vluchtelingen die wereldwijd op zoek zijn naar een menswaardig bestaan, en aan de onderdrukking en de uitbuiting van zwak door sterk en van arm door rijk in zoveel landen.

Gruwelijkheden, onderdrukking, uitbuiting, armoede, vluchtelingen: hoe anders heeft de Heer onze God zijn schepping gewild. Dat horen we vandaag zo aangrijpend in het evangelie wanneer Jezus zegt: ‘Zozeer heeft God de wereld liefgehad dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat al wie in Hem gelooft niet verloren zal gaan, maar eeuwig leven zal hebben.’ Maar als we kijken naar alle miserie in onze wereld, dan vragen we ons wellicht af of die wereld het goddelijk geschenk dat Jezus is, wel aangenomen heeft.

Die vraag moeten we trouwens ook aan onszelf stellen: zijn wij zelf wel blij en gelukkig met het goddelijk geschenk dat Jezus is? Of reageren we zoals we wel eens durven reageren wanneer we een onverwacht geschenk krijgen. Geen cadeautje voor onze verjaardag, of omdat we iemand echt geholpen hebben zonder dat we daarvoor wilden betaald worden. Met zo een kleine attentie hebben we geen probleem, maar als iemand ons ongevraagd een serieus geschenk geeft, zomaar, zonder dat we er grond of reden voor zien, dan zijn we op onze hoede. Dat vertrouwen we misschien zelfs niet, zodat we ons afvragen wat daarachter steekt, en wat de verborgen agenda is van de gever. Wel, reageren we niet ook zo op het geschenk van God aan de mensheid? Het geschenk dat Hijzelf in de persoon van Jezus gegeven heeft? Vragen we ons daarbij misschien ook af wat zijn verborgen agenda is?

Maar God heeft geen verborgen agenda. Hij is alleen een goede Vader en een goede Moeder voor al zijn kinderen. De enige agenda die Hij heeft, is liefde en goedheid en vrede. En als we ons daarbij wél iets moeten afvragen, dan is het of wijzelf wel goede kinderen zijn, en of we niet beantwoorden aan die andere aangrijpende woorden van Jezus wanneer Hij zegt: ‘Het licht is in de wereld gekomen, maar de mensen hielden meer van de duisternis dan van het licht, omdat hun daden slecht waren.’ Misschien vragen we ons af wat Hij met dat licht bedoelt, maar het antwoord daarop is heel eenvoudig: Hijzelf is dat licht. Het licht dat ons de weg wijst die Hij gaat, en dat is de weg naar zijn Vader, en de weg van liefde en vrede, van rechtvaardigheid en van hulp aan mensen in nood. Maar gaan wij die weg wel? Of gaan we liever de weg van de ziekte van deze tijd, en die is dat alles in het leven en in de maatschappij om geld draait. Niet de mens, maar geld staat centraal. Dat is wat Jezus bedoelt wanneer Hij zegt dat velen meer houden van de duisternis dan van het licht. Dat is de duisternis van het alleen maar leven voor zichzelf, van niets geven om en aan anderen, zeker niet aan mensen in nood, van elke dag meer en meer, tot in het waanzinnige toe, want wat doe je met al dat geld!

Zusters en broeders, laten we liever luisteren naar Jezus en doen wat in dat verband op de leistenen hier vooraan geschreven staat. Laten we dus leven ‘in het volle licht’ van ons geloof, en ‘handelen’ naar de woorden en daden van Jezus. Daartoe worden we vandaag uitdrukkelijk opgeroepen. Laten we niet doof blijven voor die oproep, zodat we echt de weg van Jezus gaan. Een weg die er is voor alle mensen, ook voor mensen in nood. Amen.