Hij stak de hand uit en raakte hem aan (2009)

De melaatse smeekte Jezus: "Als U wilt, kunt U mij rein maken". Diep ontroerd stak Hij zijn hand uit en raakte hem aan. Dit Marcusverhaal gaat over "uitsluiting".

Bij het horen van dit evangelie van Marcus dachten jullie misschien ook onwillekeurig aan onze Pater Damiaan. We weten dat hij op het verre eiland Molokaï als een liefdevolle vader zorg droeg voor vele melaatsen tot hij aan dezelfde ziekte bezweek. Melaatsen zien er afzichtelijk uit en hebben een kwalijke geur. Ze werden uitgestoten, ze waren besmettelijk.

Melaatsheid is een huidziekte. De huid is niet alleen de oppervlakte van ons lichaam. Onze huid vormt ook het contactpunt met de wereld om ons heen.
Onze huid slaat een brug naar andere mensen. Niet iedereen heeft dezelfde huid. Je kunt een gevoelige huid hebben, een ruwe huid. Sommigen hebben zelfs een huid zo dik als die van een olifant. We kunnen proberen in elkaars huid te kruipen. Er zijn mensen die elkaar wel met huid en haar willen opeten. Alles gaat goed, als je elkaar niet te dicht op de huid zit of als je elkaars huid maar niet vol scheldt. Er zijn mensen die hun huid duur verkopen. En natuurlijk moet je van de beer de huid niet verkopen voordat je hem geschoten hebt.

Onze huid is ons contact met mensen. Het is pijnlijk als er dan iets mis is met je huid. In Jezus' tijd was dat de melaatsheid. De angst voor besmetting maakte mensen onbarmhartig en bitter. De melaatsen konden niet deelnemen aan het gewone dorpsleven, ze waren uitgesloten, ook mochten ze niet meer deelnemen aan de eredienst. Men meende dat de melaatsheid het gevolg was van zondig gedrag, eigen schuld dus. Zoals wij misschien nog denken dat aids altijd het gevolg is van afwijkend seksueel gedrag.

"Als u wilt kunt u mij rein maken" zegt de melaatse tot Jezus, een sterke geloofsbelijdenis eigenlijk. En wat doet Jezus? Daar waar iedereen de melaatse schuwden als de pest, raakte hij de melaatse aan. Dat was helemaal verwerpelijk en taboe. Daardoor werd hijzelf onrein. Jezus doorbrak de ban. Hij herstelde de band met de uitgestotene. De melaatse werd weer "iemand", een medemens. Jezus raakte de melaatse aan en genas hem, omdat Jezus zich liet raken door deze lijdende verschoppeling. Maar dat was niet naar de zin van de priesters, de experts, de enigen die konden uitmaken wie rein of onrein was, zij konden als het ware iemand voor dood verklaren. Door zelf de melaatse te genezen verbrak Jezus de macht van die priesters. De voor dood verklaarde melaatse bracht hij tot nieuw leven. Maar door de macht van de priesters te breken, werd Jezus zelf gebroken. Hij werd zelf de uitgestotene, ze zullen schreeuwen: "Weg met hem, kruisig hem!"

Misschien denkt u wel: dit is allemaal een ver-van-ons-bed-show. We hebben niets met melaatsen te maken. Alhoewel, de ziekte is niet helemaal uitgeroeid en wij kunnen nog altijd meehelpen aan de bestrijding die niet eens zoveel kosten met zich meebrengt. En, in de geest gaat dit Marcusverhaal over "uitsluiting".

Ook wij sluiten anderen uit, of misschien voelt u uzelf wel door anderen uitgesloten? In onze eigen samenleving die rijker en rijker wordt, doen we het op een andere, verfijndere manier. Als je ziek wordt, komen ze bij je op bezoek. Maar als het wat lang duurt, kun je in de vergeethoek raken. Voor onze bejaarden hebben we prachtige gebouwen neergezet. Zorgcentra noemen we ze. Maar het gevaar voor isolement groeit, omdat ze soms weken moeten wachten op een hartelijk bezoek van kinderen, vrienden en familie.
En onze gehandicapten zijn ook niet altijd welkom in onze restaurants.
God wil dat geen mens een eiland is. Hij raakt de huid aan, maakt zo opnieuw contact en haalt mensen uit hun isolement. Werkt een uitgestoken hand vaak niet beter dan welke pil of poeder ook? Hi-touch in plaats van Hi-tech.

Mensen kunnen anders zijn: ziek, uit de echt gescheiden, seksueel anders geaard, gekleurd, arm, werkloos, op de vlucht, verslaafd, of gepest worden om welke reden dan ook, het kunnen redenen zijn om uit de gemeenschap gesloten te worden en niet meer als mens te mogen meedoen. Uitsluiting kan hun leven tot een hel maken.

En soms beste mensen, worden wij elkaars onaanraakbare. Welke mensen zie ik niet staan? Wie tellen er eigenlijk niet mee? Hoe vaak vermijden we ontmoetingen of doen we alsof we de andere niet zien of horen? Welke groepen, welke mensen laten we graag in het verdomhoekje zitten? We maken zelfs allerlei regeltjes om ze in het verdomhoekje te houden. Soms voelen we onszelf als melaatsen. Dan trek je je terug bij elke kritiek, dan voel je je zwaar ondergewaardeerd. Misschien heb je de verkeerde mensen vertrouwd. Dan sluit je je op in jezelf, word je onaanraakbaar, onbereikbaar voor anderen.

Beste mensen, na dit evangelie over de melaatse kunnen we onszelf deze vraag stellen: In hoever sluit ik mensen uit of stoot ze af? Uit jaloersheid of omdat ik mij bedreigd voel in mijn positie? In hoever neem ik het op voor mensen, in mijn buurt, op school, in verenigingen, op het werk, in de parochie, die uitgestoten worden? Met het risico zelf aan de kant gezet te worden, omdat je niet meeloopt met "de grote hoop"?

Jezus heeft de man aangeraakt! Méér dan een therapeutisch gebaar, een gebaar van verbondenheid. Dat heeft Marinus van den Berg fijn verwoord:

Gelukkig is de mens die tot het einde toe handen mag voelen die goed doen,
de hand die met aandacht wast, de hand die met zorg aankleedt,
de hand die met liefde kamt, de hand die met respect aanraakt,
de hand die met het hart troost.
Geen mens kan leven zonder die hand die teder is, die behoedt,
die beschermt en bemoediging uitstraalt.
Tot het einde toe verlangt de mens naar die hand,
totdat er die andere Hand is die alle wonden geneest,
die alle pijn heelt, die alle tranen wist.
Tot die tijd kunnen onze handen een voorproef zijn van die Handen
en handen en voeten geven aan liefde die onmisbaar is.

Dank aan A. Rubbens - A. Bakker - R. Moens