Christus, Koning van het heelal B - 2024

Zusters en broeders,

Misschien klinkt de vraag van Pilatus aan Jezus ons vreemd in de oren. 'Zijt Gij de koning van de Joden?, vraagt ​​hij, en dat klinkt inderdaad merkwaardig, want zijn Joodse tijdgenoten kijken niet op een koning, maar op een messias. Maar de niet-Joodse, heidense Pilatus ziet dus geen messias, geen redder en bevrijder, maar een koning in Jezus. En dat sluit direct aan bij de wijzen die Hem bij zijn geboorte kwam bezoeken. Ook zij expliciet in Jeruzalem heel expliciet: 'Waar is de pasgeboren koning van de Joden?' Ook deze niet-Joodse heidenen zien in Jezus dus een koning.

Vandaag vieren we Jezus Christus, Koning van het heelal. Jezus is dus een koning, en dat is Hij niet van een piepklein landje zoals België, maar van de hemel en de aarde en van het heelal met zijn miljarden sterren en sterrenstelsels. Maar wat moeten we ons voorstellen bij zijn koningschap? Gaat dat over macht, pracht en praal, immense rijkdom en machtsmisbruik? Of is het niet meer dan een ceremonieel dat nog slechts in een paar landen bestaat, en dat niemand zou missen het er niet meer zijn? Maar hoe of wat het ook is, we moeten ons bij de koningschap van Jezus niet echt veel werelds voorstellen. Hij werd niet ondergedompeld in een paleis, maar in een stal geboren, Hij lag in een kribbe, en zijn eerste bezoekers waren haveloze herders die moesten wakker worden over de kudde van rijke mensen. Veel wereldlijke macht straalt dat dus niet uit.

En dat sluit helemaal aan bij het antwoord dat Jezus geeft op de vraag van Pilatus. 'Ja, Ik ben koning, maar mijn koninkrijk is niet van deze wereld.' Zijn koninkrijk zetel dus op heel andere normen dan een werelds rijk. In zijn rijk zijn de voornaamste machthebbers de dienaars van allen, en zijn de eersten de laatsten en de laatsten de eersten. En in zijn rijk zien de blinden, horen de doven, genezen de melaatsen, kunnen de kreupelen stappen en wordt aan armen de blijde boodschap verkondigd dat in dat rijk alleen de normen van de zaligsprekingen geld, met daarbovenop slechts één gebod: Houd bovenal van God , en houd evenveel van je naasten als van jezelf.

Van zo een rijk is Jezus dus koning. Een rijk zonder burchten en kastelen, zonder muren rondom de steden, zonder leger, zonder geweld, zonder grenzen. Een rijk van liefde, van vrede, van gerechtigheid. En Jezus aandachtig toe: 'Ieder die op zoek is naar de waarheid, luistert naar wat Ik zeg.' 'Maar wat is de waarheid?' vraagt ​​Pilatus, en dat maakt duidelijk dat Hij Jezus niet begrijpt, of niet wil begrijpen. Want de waarheid is niets anders dan een koninkrijk van liefde, vrede en gerechtigheid.

Zijn wij op zoek naar die waarheid? Dat vraagt ​​Jezus ook aan ons. Luisteren we echt naar Hem? Proberen we dus te leven naar dat ene gebod dat in zijn koninkrijk van liefde, vrede en gerechtigheid oplevert? We weten dat dit niet altijd gemakkelijk is, maar dat is nooit anders geweest, want de mens is maar een mens en zonder Gods hulp brengt hij er niet veel van terecht. Dat komt in het visioen van Daniël dat we in de eerste lezing duidelijk hoorden tot uiting: de macht, de eer en het koningschap wordt door God krachtig aan iemand die uit de hemel komt. En zo wordt duidelijk dat de redding van de wereld en van de mens niet van mensen, maar uit de hemel moet komen, want als het erop aankomt, denkt de mens toch maar alleen aan zichzelf.

Zusters en broeders, een van de liederen die we zingen, luidt 'Uw koninkrijk komt', en dat is helemaal voorbij bij de feestdag van vandaag. Jezus', Gods koninkrijk komt waar mensen blij zijn om Gods genade, waar mensen goed zijn voor elkaar, waar mensen uitgenodigd, danken en zingen, waar ze luisteren naar Gods woord en geloven in de kracht van zijn liefde. Zo zingen we, maar laten we het daar niet bij laten. Laten we van dit lied een leidraad maken in ons leven, zodat we elke dag opnieuw Jezus Christus, Koning van het rijk van liefde, vrede en gerechtigheid kunnen vieren. Amen.