God roept ons in onze slaap!

Beste vrienden,

„Mit siebzehn hat man noch Träume..“ - Die oorworm uit de seventies kennen jullie waarschijnlijk ook nog wel! Als we de tekst van dat liedje echter beluisteren dan zou het ons kunnen laten geloven dat dromen alleen maar voor jonge mensen weggelegd zouden zijn. Mensen waarvan de ouderen dikwijls zeggen dat ze de realiteit van het leven nog niet goed kunnen inschatten. Maar ik hoop uit de grond van mijn hart dat wij allemaal, oud of jong, af en toe toch ook nog wel eens dromen. Of hebben we dat opgegeven omdat in ons leven te veel van onze dromen als zeepbellen uit elkaar zijn gespat of gewoon illusies bleken te zijn?  

Maar er zijn ook dromen en wensen die gewoon vervuld kunnen worden: de droom van een eigen huis, van ons gedroomd beroep of van de goede partner voor het leven. Natuurlijk zijn er ook dromen die echt onvervulbaar schijnen: de droom van een reuzen winst op Euromillions, of de droom om alle dagen van ons leven compleet zorgenvrij te zijn. Eerlijk gezegd is het voor mij echt niet zo belangrijk om weten hoe realistisch of utopisch zo’n droom is. Ik vraag me eerder af of wij, in onze tijd, nog wel durven dromen?  Of we nog wel in staat zijn om van een gelukkige toekomst te dromen – voor onszelf, voor onze kinderen – voor onze Kerk.  Of zijn we intussen allemaal harde realisten geworden, die nog maar alleen de blote feiten zien en de verwezenlijking van dromen voorgoed hebben opgeborgen?   

In de lezing van vandaag heeft werd ons een heel bijzondere droom verteld – een visioen om zo te zeggen. In zo een visioen kan een mens iets zien, dat werkelijkheid zou kunnen worden, terwijl de anderen het niet waarnemen, laat staan kunnen zien. Enkele verzen vóór de lezing van vandaag staat in het boek Samuel: “Visioenen kwamen toen niet veel voor”. En inderdaad, uit niet Bijbelse bronnen weten wij dat er in die tijd maar heel weinig mensen waren die nog een hoopvol perspectief voor het volk Israël zagen. En juist in een die uitzichtloze situatie hoort uitgerekend een kind van vijf jaar dat Samuel heet de stem van God. Op het eerste ogenblik is het helemaal in de war, want hij kent die stem niet en kan haar daarom ook niet plaatsen. Daarvoor heeft Samuel de hulp nodig van een oudere en meer ervaren man, in dit geval de hulp van de priester Eli. Maar zelfs die heeft drie oproepen nodig voor hij eindelijk begrijpt wat er gebeurt en Hij de kleine Samuel de betekenis van zijn droom kan verklaren.  

Dit verhaal van ca 3000 jaar geleden, weerspiegelt veel van de huidige situatie in onze Kerk. Ook vandaag zijn visioenen eerder zeldzaam. Zeker: in onze Bisdommen en ook in de parochies wordt dikwijls vergaderd en gebrainstormd over de huidige situatie – het gebrek aan priesters – het steeds meer wegsmeltende vertrouwen in de Kerk en haar vertegenwoordigers en het als maar kleiner wordende aantal kerkgangers. En je krijgt de indruk dat al die vergaderingen en de daarin geopperde maatregelen helemaal geen effect schijnen te hebben. Zelfs het groots aangekondigde proces van inspraak ter gelegenheid van  de synode liep met een sisser af waardoor elk mogelijk enthousiasme terug in de kiem werd gesmoord.  

Toch ben ik er vast van overtuigd dat Gods appél aan zijn Kerk, aan u en aan mij, ook vandaag nog even luid of stil gebeurt als in de tijd van Samuel. Wij hebben alleen een open oor nodig en ook de bereidheid om naar Gods woord te luisteren en het te begrijpen. En we hebben ook mensen nodig zoals de priester Eli, die de tekens, die wij zelf niet kunnen verstaan, kan duiden en verklaren. En als er dan over visioenen wordt gepraat, dan mag het niet om kleine of zelfs bekrompen herstellingen of renovaties gaan, maar dan moeten echt diepgaande hervormingen met tot nu toe  onvermoede mogelijkheden voor onze Kerk en voor ons leven worden aangepakt.

De grote dromen, die ons dikwijls als toch zo ver weg, of zelfs als totaal absurd overkomen, die zijn het die achter de hedendaagse visioenen moeten staan.  

Wij moeten ons steeds weer afvragen: Sta ik wel open voor dergelijke visioenen?  Hebben wij in ons leven, ons kerkelijk en ons parochieleven het uithoudingsvermogen van een Samuel?  Heb ik, of hebben wij iemand die naast ons staat en die ons kan helpen bij de verklaring van onze visioenen? En dan is er die heel banale vraag: Kunnen wij eigenlijk nog rustig slapen of draaien we uit pure bedrijvigheid alleen nog maar om onszelf heen? Slapen bedoel ik hier niet negatief, want alleen tijdens onze slaap kunnen we dromen. We moeten alleen bereid zijn om terug wakker te worden en op te staan, om ons bewust te worden van onze dromen en ze ook aan elkaar mee te delen. We mogen ons er niet door laten afschrikken, maar er ons intensief mee bezighouden en ze vooral niet onmiddellijk als verzinsel naast ons neerleggen. Wanneer we ons op die manier intensief met onze dromen en visioenen bezighouden, dan ben ik ervan overtuigd dat God ook tot ons zal spreken. De lezing maakt ons duidelijk dat het niet de geestelijke en theologische specialisten zijn die door God worden aangesproken, maar dat iedereen Gods stem kan vernemen. Wij  moeten er allemaal rekening mee houden dat God zich persoonlijk tot ons kan richten. En God wil geen noodprogramma’s, noch voor ons persoonlijk leven, noch voor het leven van zijn Kerk. Hij wil ook geen grondig uitgekiende plannen, noch voor ons eigen leven, noch voor Zijn Kerk. Een dergelijke planning legt alles vast en bakent posities af die door visioenen maar moeilijk kunnen worden doorbroken. Daarom wil God dat we steeds open zouden staan voor zijn woorden en voor zijn ideeën en plannen over leven en Kerk.   

Wanneer God zich aan ons zal openbaren weten wij niet.  Misschien gebeurt dat wel juist dan wanneer we er helemaal niet aan denken. Belangrijk is alleen onze bereidheid om ons voor Hem open te stellen. Als de leerlingen aan Jezus vroegen, „Waar woont gij?” antwoordde Jezus: “Komt en ziet!”  Of, zoals een oud joods spreekwoord zegt: „ God woont overal daar waar men Hem binnenlaat!”   

Laten we onszelf in die zin voor Hem openstellen en laten we het gerust wagen om ook bij heldere dag gewoon te dromen. Misschien wordt ons visioen dan later als volgt neergeschreven:   

“Woorden van de Heer waren zeldzaam in die tijd en visioenen ook niet talrijk. Het aantal priesters verminderde gedurig en uitgeput door hun vele taken, konden ze veel dingen niet meer doen. Maar het licht van het geloof was nog niet helemaal gedoofd en de gedoopten sliepen in het voorportaal van de kerk.

Toen riep de Heer de gedoopten en ze antwoordden: “Hier zijn wij Heer.”  De vrouwen en mannen liepen naar hun Bisschoppen en zegden: “ Jullie hebben ons geroepen, hier zijn wij.” Maar ze antwoordden: “Wij hebben jullie niet geroepen, gaan jullie maar terug slapen.” 

Toen riep de Heer nogmaals: ”Gedoopten, staat op.“ De leken stonden op en zegden tegen de Bisschoppen: „Jullie hebben ons geroepen, hier zijn wij.” Maar weer was het antwoord: “Wij hebben jullie niet geroepen, gaan jullie maar terug slapen.”  De leken hadden nog niet door dat het God zelf was die hen riep.  

Toen riep de Heer de leken een derde keer. Ze stonden op, gingen naar hun Bisschoppen en zegden: “ Jullie hebben ons geroepen, hier zijn wij!” Toen voelden de Bisschoppen dat het God was die de leken had geroepen. Ze zegden tegen hen: “Gaat maar terug slapen. Maar wanneer God jullie nog eens roept, antwoordt dan: „Spreek Heer, uw dochters en zonen luisteren.”  Ze gingen terug slapen en toen God hen, net zoals de vorige keren, riep, antwoordden de leken: “Spreek heer, uw dochters en zonen luisteren.” Toen sprak de Heer tot hen: „Het uur om op te staan is gekomen. Ik stuur jullie uit om mijn boodschap naar de mensen uit te dragen. Brengt vrede in de harten van de mensen en viert samen jullie geloof in mij. Leef datgene wat jullie van mijn boodschap en van mijn rijk hebben begrepen en weest niet bang, ik ben altijd bij jullie.”  

Toen stonden de leken op en deelden de woorden van de Heer mee aan de Bischoppen. Toen sprak het concilie: “De Heer handelt zoals Hij het verkiest. Wij willen de impulsen van de H. Geest volgen en vastberaden handelen. En op die manier liet God zijn woord in de leken en in de geestelijkheid terug mens worden.  Amen.