Sacramentsdag (2003)

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 213 niet laden

In het 24e hoofdstuk van Exodus wordt iets bijzonders beschreven: een volk van nomaden bepaalt zijn houding tot Degene die het zijn God noemt, het legt zijn verhouding tot die God vast en viert dat. Andere volken kennen riten waarmee zij hun god gunstig willen stemmen, waarmee zij een goede oogst proberen te verkrijgen, kwaad af te wenden enz. De Israëlieten stellen dat zij als schepsels geheel afhankelijk zijn van die God, die hemel én aarde heeft gemaakt. Zij aanbidden Hem en erkennen dat hun leven bij Hem begint. Zij zeggen dan ook dat HijZ Zich met hen bemoeit want HijZ heeft gewild dat zij er zijn en HijZ wil ook hoe zij zijn: zij zullen goed zijn en liefst heilig als HijZ Zelf. Kort geformuleerd is het: Ik uw God, jullie Mijn volk. Het is een overeenkomst zoals een koning die toentertijd sloot met zijn vazal: Ik bescherm jou en jij handelt in mijn plaats. Zo'n godsdienstige verhouding vinden we alleen bij het Joodse volk.

 

Die verhouding gaat heel diep, ze is intens. Wij hebben van God gehoord via onze ouders, de school, de Kerk; een min of meer gevestigd beeld. Maar voor het Joodse volk was het een ontdekking, een groei, een nieuw ervaren, leren kennen. Wij krijgen Hem - oneerbiedig gezegd - a.h.w. op een presenteerblaadje aangeboden, zij moesten zelf inkleuren hoe HijZ moet zijn als HijZ God is, hoe HijZ moet zijn als dat maximale wezen dat hemel en aarde heeft geschapen. Dat ging wel onder leiding van Mozes maar werd ook gebaseerd op eigen ervaring. Is het dan een wonder dat zij beelden gebruikten die zij aan hun dagelijks leven ontleenden om uit te drukken waar het om ging? Levende have, vee, werd symbool voor hun expressie, want het ging om hun eigen concrete leven richting God. Bloed was het definitieve teken van leven en dat zou dus ook staan voor hun leven met God, hun goddelijk leven. Je moet maar durven! Je moet het maar gegeven krijgen dat je dat zo mag zien, je eigen leven verbonden weten met God, jouw Oorsprong en jouw Toekomst. Het gaat om jou en wel zoals je graag wilt zijn: bemind en beminnend.

Als Mozes de woorden en bepalingen van de Heer ter kennis heeft gebracht en allen die hebben geaccepteerd, schrijft Mozes ze op. Dan worden stieren geslacht als brandoffer en als slachtoffer, d.w.z. als offer voor verzoening en als offer voor gemeenschapsmaaltijd. Na verzoening door God kan gemeenschap met God gevierd worden. Eerst wordt offerbloed over het altaar uitgegoten, waardoor het bloed aan God wordt gewijd, met God verbonden wordt. Dan wordt het verbondsboek voorgelezen en beaamt het volk de inhoud ervan. Vervolgens sprenkelt Mozes de helft van het offerbloed, het levensbloed, goddelijk leven, over het volk uit. Verbond in Bloed. Verbond in liefde, het mooiste leven.

 

Als we dat bedenken is het niet verwonderlijk dat de Jood iets moet uitzingen. In psalm 116 vraagt de Jood zich af wat hij terug kan geven aan de Heer voor al het goede dat Hij aan hem persoonlijk deed. Eigenlijk kan hij niets teruggeven want alles heeft hij gekregen en alles is al van de Heer. Eén ding kan hij wel geven: bij zijn offer voegt hij zijn dank."Ik hef de beker tot dank voor uw weldaad, de Naam van de Heer roep ik uit."

 

Het evangelie verhaalt ons wat Jezus doet. Dat staat in een bepaald, geladen kader nl. dat van Pasen, het belangrijkste feest voor de Jood; hij viert daarin de - laat me zeggen - de verjaardag van het Verbond. Het Verbond had een nieuwe impuls nodig, misschien wel omdat liefde als drijfveer, als begeestering, zoek was geraakt. Jezus maakt van dat eerste Verbond een nieuw Verbond want geen groter liefde heeft hij die zijn leven geeft voor zijn vrienden. Hij zoekt de confrontatie niet op maar loopt ook niet voor haar weg; hij wil laten zien waartoe liefde in staat is, zijn liefde voor de leerlingen, voor zijn volgelingen, zijn liefde tot zijn Vader. Hij sluit het nieuwe verbond in zijn Bloed; nu niet meer dat van offerstieren maar zíjn bloed, zijn leven, zijn Leven met God, in God, van God.

Hij doet dat binnen het kader van de maaltijd, m.b.v. gewone, aan het dagelijks leven ontleende maar wezenlijke ervaringen: eten en drinken. Voor de maaltijd neemt hij brood, heft het enigszins op en zegt de zegenbede tot de Vader, waarmee hem erkent als Bron van alle zegening. Na de maaltijd neemt hij de beker, heft hem enigszins op en zegt tot zijn Vader het zegen-/dank-/smeekgebed om hun leven, om hun land, om de toekomst. Hij dankt terwijl hij weet dat het met zijn leven slecht zal aflopen. Desondanks verbindt hij in uiterste hoop en liefde zijn lichaam en zijn leven, bloed, aan die twee symbolen van brood en wijn. Opdat wij samen met hem doen wat hij deed: zó de Vader danken.

Zo blijft hij bij zijn volgelingen aanwezig, tastbaar. Als wij dat brood met dat zegengebed in de hand nemen, hebben wij zijn Lichaam in de handen. Als wij die wijn met dat zegen-/dank-/smeekgebed drinken, delen wij zijn Leven en wel zó zoals hij volledige gemeenschap met zichzelf aanbood aan zijn leerlingen op die avond. Is er een mooier liefdesverbond denkbaar? Is er een diepgaander danking aan de Vader denkbaar dan die via hem, in hem en met hem? Is er een groter geheim dan de Vader danken met het mooiste dat Hij ons in handen heeft gegeven? De Vader heeft het dankaanbod van Zijn Zoon niet kunnen afwijzen. Als wij via hem, in hem en met hem danken, kan de Vader ons ook niet afwijzen; Hij wil het niet eens.

 

Ik hoop dat e.e.a. ook jongeren aanspreekt. Bij ons tweede bezoek aan Auswitsch-Birkenau heb ik een natuursteen van crematorium III meegenomen naar huis, gemerkt en in de tuin gelegd. Waarom? Op een of andere manier vind ik dat ik daarbij hoor, of zij bij mij horen. "Herinner je". Misschien is zo iets ook voor jou herkenbaar, spreekt het je aan.

Maar er is meer: er is geen Jood die die steen daarvoor heeft bedoeld. Als dat wel zo was, was die steen daar en toen heilig gemaakt door hem. Jezus heeft dat brood en die wijn wél bedoeld als zijn "herinner je mij", als zijn 'ik ben er', 'Ik zelf'. Daarom mag je die symbolen heilig noemen, kun je ze heilig weten. Dan klinkt iets door van 'Wees heilig want Ik ben heilig' uit het Eerste Verbond. Dan kun je iets vermoeden van iets nieuws: 'Probeer liefde te zijn, want ik ben liefde, Gods liefde' van het Nieuwe Verbond.

 

Psalm 116: "Ik hef de beker tot dank voor uw weldaad, de naam van de Heer roep ik uit" via hem, met hem en in hem. Iets voor ons? Zullen we dat even laten binnenkomen?