28e zondag door het jaar (2009)

Wij gaan straks 2 kinderen dopen.
Wij zegenen ze in Gods Naam met water en met
woorden. En daarmee wensen wij ze toe
dat ze zullen kiezen voor het echte leven.
Niet voor niets lezen wij hier ook altijd verhalen
over levenskunst.
Wat moet ik doen om deel te krijgen aan het
eeuwig leven? Horen wij die jongen vragen.
Eeuwig, - olam in het hebreeuws -
betekent niet zozeer: lang in tijd, eeuwigdurend,
maar veel meer: duurzaam, bestendig, gelukkig.
Het gaat dus veel meer om kwaliteit van leven.
Wat moet ik doen om gelukkig te worden
en echt te genieten van het leven? Dat is de vraag.
Wij willen onze kinderen graag het goede antwoord
op die vraag aanreiken en wij willen ze als ouders
en als kerkgemeenschap een goed voorbeeld geven.
Maar dat is niet zo eenvoudig.
Want daar zijn momenteel heel wat visies op.
Er worden ontstellend veel therapieën en levenswegen aangeboden. En wat daarin vooral opvalt is dat het
bijna altijd snel genot en succes moet opleveren.
Maar in de oude geschriften en visies ontdek je dat
levenskunst helemaal niet zo'n gemakkelijke weg is;
en dat er helemaal geen snelle antwoorden zijn
op de vraag naar levensgeluk.
Daar heb je Wijsheid met een hoofdletter voor nodig.
Wijsheid die van doen heeft met de Geest van God,
iets van Gods heerlijkheid, die je in je ziel meedraagt,
een beetje glans van zijn licht.
Bij zulke Wijsheid gaat het dus niet over de hoogte
van het i.q. dat je hebt meegekregen bij je geboorte.
Nee, het is een vonk van Gods eigen wezen in je ziel,
om in je leven de weg niet kwijt te raken,
zeg maar: de eeuwigheid niet te verliezen.
Om zulke Wijsheid moet je bidden; je moet er ruimte
voor maken in je ziel en er hard aan werken.
Zonder de ware Wijsheid, die band met God,
kom je niet tot dat duurzame leven.
Zo ziet de Schrift dat.
Wat moet ik daar nou voor doen, vraagt die jongen
vandaag aan Jezus. Die wijst hem de weg:
Begin maar gewoon met de geboden te onderhouden.
Want die gaan eigenlijk allemaal dáár over
en die zetten je wel in de goede richting.
Maar dat doet hij al, die geboden onderhouden.
Hij is een rechtvaardige, al zegt hij het zelf.
Maar hij wil het graag méér doen dan het gewone.
Want als hij Jezus zo bezig ziet, dan krijgt hij
het vermoeden van een waardevoller bestaan,
een veel grótere rijkdom aan leven.
Dat ontroert Jezus. Schitterend is dat.
Hij kreeg hem lief, staat er zelfs.
Eindelijk iemand die iets begint te snappen
van zijn leer en zijn levensweg.
Zo iemand wil Hij graag verder helpen en daarom zegt Hij:
Ga je bezittingen verkopen en volg Mij.
Ja, nu verstrakt die man. Want dan komt bij hem ineens
de bekende levensangst boven.
Dan moet hij zijn zelfzorg loslaten.
En daar waagt hij zich toch maar niet aan.
Hij ging verdrietig weg, want hij had veel bezittingen.
Daar klampte hij zich voorlopig toch liever aan vast.
Het zekere voor het onzekere.
Maar ja, eeuwig leven, diep gelukkig worden,
dat vraagt er nu juist om dat je leert loslaten,
dat je je kunt overleveren aan die grote beweging
van leven dat je eigen kleine bestaan te boven gaat.
Dat je zorg gaat dragen voor het leven van alles en allen.
Zolang je vindt dat je je nog moet vasthouden aan je bezit,
aan zorg voor jezelf dus, heb je nog van alles te verliezen.
Dan stel je jezelf centraal en deel je niet voluit
in het grote leven door tijd en ruimte heen.
Als je gelukkig wilt zijn, maar je blijft je intussen druk maken
over je bezittingen, dan zit je dus met een flinke handicap.
Daarom doe je er goed aan je te oefenen
in loslaten en delen. En dan ten diepste erop te vertrouwen
dat God je wel vasthoudt. Dan heb je een schat in de hemel, een toekomst vol beloften dus.
Dat is de grondgedachte in de Bijbel.
Daarom is zulke rijkdom in de Schrift eigenlijk zondig.
Vooral in de betekenis van: wat zónde nou,
want je zoekt je geluk waar het niet te vinden is.
En het is ook nog eens zonde voor de armen van het land,
want die krijgen maar steeds niet wat hen toekomt.
Jezus wil kennelijk graag dat we van het leven genieten;
dat we zonder zorgelijkheid aanwezig kunnen zijn
in het moment en vol overgave delen uitmaken
van de grote levensstroom.
Maar dat kan alleen als je vrij bent.
Echte vrijheid is de enige voorwaarde voor levensgeluk.
Als we ons diep in ons hart blijven vastklampen
aan allerlei schijnzekerheden,
dan kunnen we gewoon nooit gelukkig zijn.
Dus een rijke kan niet zalig worden? Dat is zo.
Dat zit er eigenlijk niet in.
Een kameel krijg je gemakkelijker door het oog
van een naald, dan een rijke door de poort naar het leven.
Zo'n ernstige handicap is rijkdom, gebondenheid,
gerichtheid op jezelf.
Dat is best confronterend, zeg maar gerust: schokkend.
Toch is het is uit liefde gezegd.
Let wel: Het gaat hier niet zozeer om geld of geen geld;
of dat het geestelijke belangrijker is dan het lichamelijke.
Die manier van denken kent de bijbel niet.
Daar wordt het leven niet zo uit elkaar gehaald.
In de Schrift is de aarde, de materie, er gewoon
om van te genieten. Daar is niks mis mee.
En Jezus zelf heeft, denk ik,
best goed gegeten en gedronken en geleefd.
Maar de vraag is en blijft: hoe afhankelijk ben ik er van?
Wat doet het met mij? Waar stel ik al mijn vertrouwen in?
Waar ligt het accent? Hoe vrij ben ik?
Wat laat ik me aanpraten als de weg naar geluk?
Misschien houden we vandaag een ongemakkelijk
gevoel over aan dit verhaal, een lichte onrust.
Dat is niet erg. Wie weet is dat de Wijsheid,
Gods Geest in ons die haar werk doet.
Loslaten, vrij worden en tenslotte niets meer
te verliezen hebben. Met open handen voor God staan,
met open ogen mensen aankijken, zonder oordeel.
Je ziel en zaligheid niet verkocht, aan niets,
aan niemand, niet aan familie, aan huizen of akkers,
niet aan een systeem of een ideologie,
niet aan een kerk of aan een partij.
Zúlke vrijheid draagt de belofte in zich van levensgeluk.
Het leven wordt er niet armer door, maar eenvoudiger,
met meer helderheid, meer onbevangenheid.
Je raakt in harmonie met jezelf en in verbondenheid
met anderen, met het leven vóór en na jou.
Als Jezus ons uitnodigt om ons bezit weg te geven
en Hem te volgen, dan gaat het om die levenskunst.
Dan wil Hij ons de weg wijzen naar waarachtig geluk.
Als wij zo meteen Skyler en Calay gaan dopen,
dan nemen we ze op in onze geloofsgemeenschap.
En dan beloven we ze te helpen om deze levensweg
te vinden. Ouders ik nodig u uit om uw kind
te gaan halen en binnen te brengen voor deze Doop.