Het is nog niet omdat je wijs bent, dat alles je naar de wind gaat. De schrijver van het boek Wijsheid gaat ervan uit dat de wijze tegenstand ontmoet. Het is een zware aanhef, waarmee hij begint. Hij wekt de indruk koning te zijn en hij richt zich tot andere heersers “Heb de gerechtigheid lief, heersers van de aarde. Koester zuivere gedachten over de Heer en zoek hem met een eerlijk geweten. De wijsheid zoekt geen onderkomen in een ziel die sluw is, ze woont niet in een lichaam dat door zonde wordt beheerst” (Wijsheid, 1, 1.4).
Wijsheid houdt in de Bijbel verband met gerechtigheid. Wie de gerechtigheid zoekt, zal leven. In de wijsheidsliteratuur is de wijze degene die tracht te leven naar Gods orde. Gerechtigheid omvat meer als wat wij met ‘rechtvaardigheid’ bedoelen. Het is meer dan eerlijk verdelen en elkeen geven waar ieder recht op heeft. In de Bijbelse wijsheidsliteratuur heeft gerechtigheid eerst en vooral te maken met het onderscheiden van goed en kwaad. Dit leren ze vanuit het leven. Levenservaring is de bron van sociale gewoonten en wetten. Wijsheid is de praktische kennis van de wetten van het leven en de wereld, die een mens tot correct sociaal gedragen leiden. Gerechtigheid staat in direct verband met de ‘orde’ die God in de schepping bedoeld heeft. Gerechtigheid en wijsheid zijn zeer nauw met elkaar verbonden en blijven niettemin onderscheiden. Wijsheid maakt het mogelijk om gerechtig te handelen. Ze drukt zelf de ervaring van ‘gerechtig leven’ uit. “De mens die in de context van deze ‘orde’ van gerechtigheid leeft is ‘de gerechtige’. Het is een mens die integer en correct leeft en tengevolge daarvan ook succesvol in het leven staat. Gerechtigheid is aldus ook een doel in de oudtestamentische wijsheid, net omdat met de praktijk en het nastreven van gerechtigheid, deugd en goedheid het verwerven van welvaart, een positie van aanzien en goede naam samen hangt. In dit verband is gerechtigheid zelfs de voorwaarde voor welvaart en maatschappelijk succes” (Benedictine Lemmelijn, Levenswijsheid als levenswijze in H. Ausloos en Bénédicten Lemelijn, Bijbelse wijsheid, p. 123-125). De ‘gerechtige’ is iemand die leeft volgens de ‘orde’. De ‘gerechtige’ stemt zijn/haar leven geheel en al op God af en tracht die zelfde houding bij de medemens te bevorderen.
Wie goed doet of meent goed te doen, kan verwonderd zijn over de negatieve reacties. Daar kunnen we zelf schuld aan hebben. Bij kritiek moeten we niet onmiddellijk de andere beschuldigen, maar onszelf bevragen waarom mensen zich aan ons storen. Waarom zijn ze tegen ons? Een vraag die telkens oprijst als iemand om zijn overtuiging uitgesloten wordt, aangevallen, ja zelfs vermoord? Wat is daarvoor de reden? Waarom worden mensen gepest? Waarom worden mensen in Pakistan vermoord? Waarom de aanval op Koptische christenen op kerstdag 2010? Waarom is Martin Luther King vermoord? G. Riobé was bisschop van Orléans. Ondermeer om zijn verklaring over geweldloosheid en zijn reactie op nucleaire wapens bezorgde hem veel vijanden. “Un jour, des amis d’Orléans me rapportèrent qu’ils ne pouvaient plus prononcer mon nom dans certains milieux sans susciter des réactions violentes. Comme je leur demandais ‘Mais qu’est-ce que je leur ai donc fait?’ ils m’ont répondu: ‘Vous les dérangez.’” (G. Riobé, La liberté du Christ. Entretiens avec Olivier Clément).
De vroegchristelijke kerk schonk veel aandacht aan het boek Wijsheid. Het was opgenomen in de Septuaginta. In de synagoog van Alexandrië waren vermoedelijk enkele leden al heel vroeg christenen. Zij zouden bijgedragen hebben om het boek bij niet-joodse Godvrezende bekend te maken. Zij zouden de gedachten van dit boek overgenomen hebben om Jezus te duiden als Gods wijsheid (Joh. 1) en hem te begrijpen als de Mensenzoon, die aan de zondaars werd overgeleverd (Mc. 10,33-34).