Vertel een verhaal (2006)

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 538 niet laden

Mijn overgrootvader heb ik nooit ontmoet, want hij overleed ver vóór mijn geboorte, in 1936. Maar in onze familie doen vele verhalen over hem de ronde, waardoor het lijkt alsof ik hem nog persoonlijk gekend heb. In die verhalen duiken ook voortdurend woorden of uitdrukkingen op, in Brabants dialect, waarvan zijn nakomelingen zeggen: 'Dat is nou typisch opa Willem.' Sommige van zijn woorden hanteren wij op onze beurt. En een aantal jaren geleden hebben enkele familieverhalen de verhalen over opa Willem op papier gezet, om ze niet verloren te laten gaan.
Iets dergelijks moet de situatie zijn geweest toen Markus rond het jaar 70 besloot om allerlei verhalen, die over Jezus de ronde deden, op schrift te zetten. Op die manier zouden ze beter doorverteld kunnen worden. Markus was een rasverteller, en uit allerlei losse steentjes die hij verzameld had maakte hij één groot mozaïek. Zo ontstond het meest directe, het kortste en oudste evangelie. Het is een verhaal, vaak met een overweldigende vaart, rechttoe, rechtaan, ogenschijnlijk zonder veel theologische inkledingen. Wat erin ontbreekt zijn de verhalen over de geboorte en kinderjaren van Jezus, en de Bergrede. De verschijningsverhalen na de verrijzenis van Jezus ontbreken eveneens; die zijn later door anderen toegevoegd. Het is een volksvertelling, waarmee je, zelfs als je hem hardop leest, in twee uur klaar bent. Waarschijnlijk werd het evangelie van Markus in zijn geheel gelezen rond de doopliturgie tijdens de Paasnacht.
Markus is de enige van de vier evangelisten die Jezus als het ware heterdaad betrapt heeft door in de Griekse tekst van zijn evangelie vier woorden of zinnetjes op te nemen, die Jezus gesproken heeft in zijn Aramese dialect. In de evangelietekst van vandaag komt een van die vier woorden voor: 'Effata', 'Ga open'. Dat is niet zomaar een aardigheidje van Markus geweest, maar volgens mij wilde hij de volledige boodschap van Jezus samenvatten in vier Aramese uitdrukkingen. De eerste keer dat er Aramees klinkt in het evangelie van Markus, is in het verhaal over het dochtertje van de dochter van de synagoge. Het kind was gestorven, en de vader van het meisje deed een hartstochtelijk beroep op Jezus. Jezus pakte het meisje bij de hand en zei: 'Talitha koem'. Dat betekent: 'Kom meisje, opstaan.'
Je zou kunnen zeggen dat Jezus in deze Aramese woorden aan mensen een dubbele opdracht geeft; aan een man en een meisje, aan mannen en vrouwen, aan oud en jong: 'Sta op en ga open.' Blijf niet liggen, houd je niet dood, kom tot leven, laat je meeslepen in de vaart van de opgestane Jezus, laat zien dat je geraakt bent door de verrijzenis. En vervolgens: zwijg niet, houd je niet stom, doe je mond open en getuig van de blijde boodschap, spreek je uit tegen onrecht en geweld, en zorg dat wie geen stem heeft weer stem krijgt. 'Sta op en ga open', een dagelijkse uitnodiging en uitdaging aan ons vandaag.
Het is opvallend dat Markus die Aramese woorden, gericht tot mensen - Talitha koem, en Effata - , vermeldt in het eerste deel van zijn evangelie. Zou het kunnen zijn dat je pas na het begrijpen van deze woorden, de andere Aramese woorden verstaat, die in het tweede deel van zijn evangelie voorkomen?
Het derde Aramese woord klinkt in de Hof van Olijven, waar Jezus na zijn laatste avondmaal volledig in de steek wordt gelaten door zijn leerlingen. Hij werd er overvallen door ontzetting en angst, en raakte er doodsbedroefd bij het vooruitzicht van wat hem te wachten stond. En ineens vond hij weer houvast, bij God, tegen wie hij heel intiem en vol vertrouwen zegt: 'Abba', pappa, daddy, vader. 'Abba, vader, alles is mogelijk voor u. Laat deze beker mij bespaard blijven. Maar nee, niet wat ik wil, maar wat gij...'. Een dag later, als Jezus aan het kruis hangt, klinkt het vierde Aramese woord: 'Eloï, Eloï, lama sabachtani?' Mijn God, mijn God, waarom heb je mij verlaten?
In dit derde en vierde Aramese woord geeft Jezus ons een inkijkje in zijn relatie met God. Aan de ene kant is er de innigheid tussen hen beiden, zoals er tussen een vader en zijn kind een band van liefde en vertrouwen kan bestaan. Anderzijds is er de schrijnende ervaring, dat God hem verlaten heeft. In dat verwijt, in die vraag sluit Jezus zich letterlijk aan bij een lange traditie, die verwoord ligt in de psalmen, en waarin psalmbidders alle toonaarden van hun gemoed en ervaring onder woorden brengen, van verlatenheid tot innige nabijheid. Van Jezus& openheid en eerlijkheid in zijn verhouding met God kunnen wij leren, tot op vandaag. Belangrijk daarbij is dat we oprecht zijn in onze woorden en daden. Dat we onze leegte niet dichtsmeren met vrome woorden, en dat we ons geluk niet verzwijgen, maar dankbaar en hardop benoemen.
Talitha koem - Effata - Abba - Eloï, Eloï, lama sabachtani. Meisje, opstaan - Ga open - Pappa - Mijn God, mijn God, waarom heb je mij verlaten. Vier Aramese woorden, vier spiegels die Jezus ons voorhoudt, twee opdrachten aan ons en twee ervaringen met God. Hiermee kunnen we onze toekomst tegemoet.