Met elkaar praten is altijd goud!

Beste vrienden

Wanneer het heel vlug moet gaan en er weer eens geen tijd is om rustig te koken, dan is er maar één oplossing: een blik opendoen, een hapklare maaltijd of een soep. Dat gaat echt snel. Je moet het immers alleen maar opwarmen. En zelfs het openen van het blik is nu een kinderspel – heel eenvoudig en snel: Daar is immers die kleine ring, daaraan trek je gewoon en het blik is open – tenminste – in theorie. Want altijd wanneer het bijzonder dringend is, dan loopt er gegarandeerd iets mis en breekt die vermaledijde ring gewoon af. Gedaan met eenvoudig en snel. Dan moet je hem weer eens zoeken achteraan in de ene of andere schuif: de goede oude blikopener. Want zolang dat conservenblik toe is helpt het me weinig dat zijn inhoud zeer snel kan worden toebereid. Zonder blikopener lukt het niet. En wat voor conservenblikken geldt, dat geldt meestal ook voor de mensen. Soms verlang ik wel eens naar zoiets als een blikopener voor mensen. Want veel Mensen hebben wel iets van een gesloten conservenblik.  Je vermoedt dat er iets in zit, dat er in die ander wel iets gebeurt, maar daarvan komt er echt niets naar buiten. De andere blijft gesloten, net zoals een blik waarvan de openingsring afgebroken is. Kommer, zorgen, pijn, kwaadheid en kwetsuren zitten heel diep binnenin, maar niets daarvan komt naar buiten. In zo’n geval zou ik wel willen dat er zoiets als een blikopener voor mensen bestond. Want hoe kan je iemand helpen, wanneer die niet zegt wat hem scheelt? Hoe kan iemand erop hopen dat ik om vergeving vraag, wanneer ik echt niet weet dat ik hem gekwetst heb, en hij de kwetsuur waarvan ik de oorzaak ben, gewoon in zichzelf laat invreten?

Of hoe kan hij verwachten dat ik hem in het ziekenhuis zou bezoeken, wanneer hij aan niemand heeft verteld dat hij geopereerd moet worden? Waar mensen zo gesloten zijn, waar niets van hun gevoelens naar buiten komt, daar ontstaan een hoop misverstanden en teleurstellingen. Waar mensen samenleven is sprakeloosheid een van de grootste kwaden.

Daarom ben ik steeds zeer voorzichtig wanneer mensen me zeggen: “Bij ons valt nooit een kwaad woord!” Dan weet ik doorgaans niet hoe ik dat moet plaatsen. Het kan immers ook betekenen, dat men alles wat onaangenaam zou kunnen zijn, gewoon genegeerd heeft, dat men er gewoon over gezwegen heeft. Maar in het leven met elkaar is zwijgen doorgaans het aller slechtste alternatief!

Voor mij is het veel belangrijker en opmerkelijker wanneer mensen kunnen zeggen: ”En ook wanneer we ruzie maakten, we konden het altijd weer goedmaken, want uiteindelijk hebben we met elkaar altijd alles kunnen uitpraten.”  In het samenleven van mensen is zwijgen doorgaans zilver. Maar met elkaar praten, dat is goud! En daarbij ligt het accent wel degelijk op “met elkaar”, want gepraat wordt er doorgaans wel veel! Maar meestal wel over en niet met een ander. Ook daarvoor zou ik wel een soort blikopener willen hebben.  

Wanneer we weer eens achter de rug commentaar geven op iemand, en niemand de moed vindt om zelf met die persoon te praten, en hem daarmee misschien te helpen om datgene, waar iedereen zich zo over opwindt, te veranderen. Ook daar zou je soms een blikopener kunnen gebruiken om de situatie open te breken en het “over elkaar” praten om te buigen tot een “met elkaar” praten.

Tot nu toe heb ik echter nog geen dergelijk werktuig gevonden. En ook Jezus helpt ons daar blijkbaar maar heel beperkt verder.

Daar waar er iemand, zoals de doofstomme uit het evangelie van vandaag, helemaal niet kon praten, daar waar mensen gewoon helemaal stom bleven, daar heeft Hij meerdere keren ingegrepen, hij heeft de tong van de doofstomme losgemaakt en hem de gave van het spreken teruggegeven.

Maar die gave van het spreken ook werkelijk gebruiken, dat moeten we zelf doen. Die taak laat Hij aan ons over. Want dat is iets, waarvan Hij meent, dat wij dat heel goed zelf zouden moeten kunnen. God heeft ons een mond, en ook een stem gegeven om te praten. Hij heeft ze ons gegeven, maar dat geschenk ook gebruiken, dat moeten we zelf doen.  Amen.