Ik ben het brood des levens (2006)

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 121 niet laden

Na het broodwonder en zijn nachtgebed trok Jezus over het meer terug naar Kafarnaüm. Daar kwam een vragende menigte Hem zoeken. En Hij gaf er uitleg over het teken dat Hij gegeven had.

1. Jezus zegt hun wie Hij eigenlijk is. En deze onthulling doet Hij in drie symbolische woorden:

- Hij zegt: "Ik ben het Brood dat uit de hemel is neergedaald" (v. 41); "Het echte Brood uit de hemel, wordt u door mijn Vader gegeven" (v. 32). Hiermede spreekt Jezus over zijn goddelijke herkomst. Dit komt voortdurend in het Johannesevangelie terug: "De Eniggeboren God, die in de schoot van de Vader is, Hij heeft God doen kennen" (1, 18). En tot de Joden: "Gij zijt van beneden, Ik ben van boven. Gij zijt van deze wereld, Ik ben niet van deze wereld." (8,23) "Van God ben Ik uitgegaan en van Godswege ben Ik hier."( 8,42). Jezus is van elders. Hij is de definitieve en meest volledige doorbraak en bekendmaking van God in de wereld.

- Hij zegt ook: "Ik ben het Brood des levens" en verder: "Het levende Brood". "Wie van dit Brood eet zal in eeuwigheid leven." (v. 51). Leven had voor de Jood een rijke betekenis. In het eerste bijbelboek is er sprake van de Boom des levens in het paradijs, opdat de mens die ervan eet niet zou sterven (Gen. 3,22). En het laatste bijbelboek sluit ermee af: "Wie overwint, hem zal Ik te eten geven van de Boom des levens, die staat in het paradijs van God." (Apoc. 2,7). We zijn geroepen om deelgenoot te zijn van het eeuwig leven; dit is van Gods leven. Delen in het licht, in het liefdeleven van God zelf die Liefde is: de uiteindelijke droom van God met ons. Onvoorstelbaar.

- Ten slotte zegt Jezus in stijgende lijn dat zijn Brood zijn vlees is, zijn lichaam (v. 51). En dit omwille van de redding van de wereld. Dat zal Hij met klem herhalen, zelfs tot hevige weerstand bij zijn toehoorders: "Wie het vlees van de Mensenzoon niet eet en zijn bloed niet drinkt, heeft het leven niet in zich." (v.53) - Een echo van deze woorden horen we in het Laatste Avondmaal. Ze zijn duidelijk in onze Eucharistieviering bewaard: "Dit is mijn Lichaam... Dit is de kelk van mijn Bloed...". Het gaat er om zijn gekruisigd Lichaam en Bloed aan ons gegeven, teken van zijn mateloze liefde, in de Eucharistieviering present als spiritueel voedsel voor iedereen van ons.

2. De evangelist Johannes is echt een meester om Jezus' woord te laten contrasteren met het onbegrip van de mensen. Daar is het niveau van wat God ons mededeelt en ontsluiert, en het niveau van het ongeloof, het puur menselijk redeneren. Dat liet hij al horen in zijn proloog: "Het Licht schijnt in de duisternis, maar de duisternis nam het niet aan." (1,5) "Hij kwam tot het zijne, maar de zijnen aanvaarden Hem niet." (1,11) Dat is een vast gegeven doorheen twintig eeuwen kerkgeschiedenis. Daarom blijft geloofsverkondiging altijd moeilijk. En vandaag niet minder.

- Zo was er In het voorgelezen evangelie luid gemor : 'Hoe kan Jezus van de hemel komen, als we toch zijn menselijke afkomst kennen ! Iedereen kent immers zijn ouders. De timmerman van Nazareth, Jozef, is toch zijn vader...' - Ook Philippus gebruikte dat woord tot Nathanaël: "We hebben Hem gevonden, de zoon van Jozef van Nazareth" (1,45). Dat was Hij naar de opvatting van de mensen, maar niet volgens de evangelist. Het is merkwaardig hoe Jezus altijd en alleen over God spreekt, als Hij het over zijn Vader heeft. En er volgt nog een tweede harde reactie van ongeloof, als het blijkt dat het gaat om de gave van zijn eigen lichaam als voedsel voor de wereld.

- Ongeloof is niet abnormaal. De ongelovige volgt alleen zijn rede. Jezus' tijdgenoten hadden hun eigen redenering. Daarin gelijken ze wonderwel op de mensen van deze tijd. Bij velen, ook bij degenen die zich christenen noemen, heeft meestal de niet verlichte rede voorrang. Zo is het vanzelfsprekend dat zij Jezus' wonderen gewoon loochenen, omdat deze zogezegd voor de rede niet verklaarbaar zijn. Zo is voor hen ook de Heilige Eucharistie, als bijzondere aanwezig stelling van het onzichtbare, een vraag. Er zal altijd een spanning blijven tussen dat wat mensen overstijgt en hun vatbaarheid. De Heilige Eucharistie is niet te herleiden tot een prettig banket. We moeten naar een liturgie die aanspreekt en tegelijk de diepte van het mysterie eerbiedigt. Doch de Heilige Eucharistie kan alleen maar aanspreken voor wie gelooft of bereid is tot geloof te komen.

- Geloof is niet tegen de rede, maar overstijgt de rede. Het geloof gaat verder. Het doorprikt de paradoxen, de schijnbare tegenstellingen van Gods Woord. Jezus plaatst zich op een heel ander niveau dan het onze. Hij zegt: "Mort toch niet onder elkaar. Niemand kan tot Mij komen, als de Vader die Mij zond, hem niet trekt." (v. 44) "Tot Jezus komen" betekent bij Johannes geloven. Er is altijd een innerlijke verlichting nodig om tot geloof te komen. Het geloof is een geschenk dat ontvankelijkheid en eenvoud veronderstelt. En Jezus vervolledigt: "Allen zullen door God onderricht worden" (v. 45; Jes. 54,13). Alleen God kan iets over God zeggen. Jezus is het Woord van God. Hij is de uiteindelijke leraar. Alleen wie de Vader in Jezus beluisterd heeft, komt tot Hem.