19e zondag door het jaar B - 2015

Zusters en broeders,

De Ronde van Frankrijk is al enkele weken voorbij, en toch herinneren velen zich zeker nog dingen uit die Ronde. Onder meer wie ze gewonnen heeft, of de plotse opgave van die Amerikaan met zijn Nederlandse familienaam, Tejay van Garderen. Een jonge renner met een mooi tourverleden. Nu scheen hij zelfs nog sterker dan vroeger. Hij stond derde en wilde alleen maar hogerop. In de eerste Alpenrit zou hij aanvallen, maar iets over halfweg die rit was hij al totaal losgereden. Hij raakte nauwelijks nog vooruit en kon niet anders dan opgeven. Daar ging zijn droom over het heden, maar ook over de toekomst, want wat moet je je voorstellen bij een jonge, sterke renner die ineens helemaal niet sterk blijkt te zijn, en het dan maar opgeeft.

Dat is wat we ook hoorden in de eerste lezing. Elia heeft een overwinning behaald op de profeten van de afgod Baäl, en hij heeft zijn macht getoond door hen allemaal te laten doden. Omdat de plaatselijke koning hem daarom zelf ter dood wil brengen, slaat hij op de vlucht. Moe en moedeloos geeft hij alles op. Hij gaat onder een bremstruik liggen en wil alleen maar sterven. 

Die renner Van Garderen en die profeet Elia: ze zouden een tweeling kunnen zijn. Hun sterkte van gisteren is hun zwakheid van vandaag. Ze kennen alleen nog moedeloosheid en opgeven, niets brengen ze nog op. Hun reactie kan merkwaardig klinken, maar als we om ons heen kijken, zien we dat ze heel herkenbaar is. Want mensen die ineens alles opgeven, komen altijd en overal voor. Vandaag zijn er zelfs volkeren die massaal hun land ontvluchten, omdat ze er geen toekomst meer zien. Of politici die hun beloften niet kunnen houden. Of mensen die plots hun werk, hun huis, hun hele bezit verliezen. Of mensen die hun relatie en hun gezin zien kapot gaan. Of mensen, ook jongeren, die een einde maken aan hun leven, omdat ze geen toekomst meer zien en hun heden volgens hen toch maar in puin ligt.

Ik denk dat ook wij dat kennen. Zo van die dagen dat we niet vooruit geraken, dat we liever aan gisteren dan aan morgen denken. Dagen dat het licht uit ons leven verdwenen lijkt te zijn, om plaats te maken voor moedeloosheid, verlatenheid, opgeven.

De profeet Elia die zijn leven niet meer ziet zitten, is dus helemaal niet alleen, integendeel, hij is een heel herkenbare mens. ‘Het wordt me te veel, Heer God, laat mij sterven’, bidt hij. Maar dan is er die engel die hem voedsel brengt, en beveelt dat hij moet opstaan en moet eten. Dat is een heel mooi beeld, en ook een heel mooi verhaal, want het leert ons dat God ons nooit in de steek laat. Hij is onze Vader en Moeder, en Hij staat er altijd met zijn voedsel van liefde en kracht, en met zijn drank van hulp en steun in nood. Want God laat ons nooit in de steek.

Dat komt zo mooi tot uiting in het evangelie. Jezus zegt: ‘Ik ben het levende brood dat uit de hemel is neergedaald. Als iemand van dit brood eet, zal hij leven in eeuwigheid.’ En dat leven in eeuwigheid is geen eeuwig leven hier op aarde, maar een leven dat waardig is om geleefd te worden. Een leven geboekt op de woorden en daden van Jezus, want dat is het levende brood: dat we doen en denken zoals Hij. Dat we liefde geven en liefde krijgen, dat we delen met anderen, openstaan voor onze naaste, vrede zoeken. Dat is het brood dat Elia na zijn misdaad krijgt: dat hij niet moet haten, maar lief moet hebben. Dat hij niet moet moorden, maar moet helpen. Dat is het brood van eeuwig leven dat ons door Jezus wordt geschonken.

Zusters en broeders, dit brood hebben we nodig als mens, maar ook als Kerk. Want wat we zien in het dagelijkse leven, zien we ook in onze Kerk. Mensen die het opgeven, omdat kerken gesloten worden, omdat er geen wekelijkse vieringen meer zijn, omdat op zoveel plaatsen leken niet meer mogen inspringen. ‘Als de geestelijkheid het opgeeft, dan geven wij het ook op’, is een veel gehoorde klacht. Wel, laten we het opgeven om op te geven. Laten we leven zoals en met Jezus, die het levende brood is dat uit de hemel is neergedaald. En laten we zeker zijn dat Hij ons nooit in de steek laat. Amen.