Op zending twee aan twee (Mc.. 6,7-13)

 

Jezus is de gezondene van de Vader. In een kerkelijke dienst wordt wel vaak gezegd dat wij als christen gezonden zijn. Het doopsel maakt ons missionair. “Een gedoopte die niet de behoefte aanvoelt om het evanglie te verkondigen , die is geen goede christen” (Paus Franciscus bij het angelus gebed op 15 juli 2018)..Wat brengen wij ervan terecht?

Het slot van een viering is de wegzending, waarin wij nogmaals horen wat van ons verwacht wordt. Het laatste woord is: “Ga nu allen heen in vrede."

Een priester heeft wel ne keer voor onvrede gezorgd. Hij had een nogal bewogen preek gehouden over sociale toestanden en onze verantwoordelijkheid. Hij besloot toen de viering met te zeggen: “Ga nu allen heen in onrust.”

Geroepen en gezonden

“Gezonden zijn”, het is omzeggens het eerste woord in het evangelie van Marcus. Hij begint met een woord van Jesaja: “Zie, ik zend mijn bode voor u uit” (Mc. 1,2). Dit woord van de profeet wordt toegepast op Johannes de Doper. Hij hoort de stem uit de hemel die over Jezus getuigt: “Gij zijt mijn Zoon, mijn veelgeliefde. In U heb ik welbehagen.”

In het Oude Testament zijn er heel veel voorbeelden van mensen die geroepen en gezonden worden: de aartsvaders, Mozes, de rechters, profeten. Het zijn mensen zoals Amos, gegrepen in het volle leven en tot wie de Heer zei: “Trek als profeet naar mijn volk Israël” (Am. 7,15).

De groep van twaalf

Verder op wordt in het evangelie voorzichtig omgegaan met het mysterie van Jezus. Jezus laat het aanvankelijk niet toe dat wie door hem genezen werd, het uitbazuint. Marcus gebruikt het Messias geheim en laat maar geleidelijk zien wie Jezus is.

In ieder geval heeft Jezus mensen geraakt. Hij heeft een groep leerlingen rond zich bijeengebracht. “Hij stelde er twaalf aan om Hem te vergezellen en door Hem uitgezonden te worden en te prediken, met de macht de duivels uit te drijven” (Mc. 3,14-15). Zij zijn hem gevolgd bij zijn tocht in Galilea en verder op zijn weg naar Jeruzalem. Ze hebben angst doorstaan toen het stormde op het meer en Jezus blijkbaar rustig lag te slapen. “Meester, raakt het u niet dat wij vergaan?” (Mc. 4,38).

Zijn leerlingen zijn met Jezus meegegaan naar zijn vaderstad Nazareth. Ongetwijfeld hebben ze daar in de synagoge in Nazareth zijn verwondering gedeeld over het koel onthaal aldaar door zijn dorpsgenoten.

En bijna direct aansluitend op dit kort en ontmoedigend verblijf in Nazareth geeft hij hun een opdracht en hij zendt hen. Het is een zending in eigen streek. Maar het wordt de aanzet van wat de jonge christengemeenschap zal doen na de dood en de verrijzenis van Jezus: Hem verkondigen.

Aanzet naar de toekomst

De zending, dit is de opdracht waarmee de drie synoptici hun evangelie besluiten. “Gaat uit over de hele wereld en verkondigt het evangelie aan heel de schepping” (Mc. 16,15; ook Mt. 28,19-20; Lc. 24, 46-49). In het evangelie van Johannes is het op de paasavond dat Jezus tot zijn teerlingen zegt: “Zoals de Vader Mij gezonden heeft, zo zend Ik u” (Joh. 20,21).

Jezus zendt de twaalf uit twee aan twee. “Je kunt beter met zijn tweeën dan alleen zijn, want –dat is zeker- samen zwoegen loont. Wanneer twee vrienden samen zijn en een van beiden valt, helpt de ander hem weer overeind, maar wie alleen is en ten val komt is beklagenswaardig, want hij niemand die hem op de been helpt” (Prediker 4,9-10).

Zij gaan niet onbeschermd naar een wereld, waar goed en kwaad is. Jezus schenkt hun zijn vertrouwen. Hij geeft hun macht over de onreine geesten. Zij zullen wat verkeerd is aanklagen. Een bevrijdend woord uitspreken over hen die beangstigd zijn en door boze geesten beïnvloed.

Zij zullen zieken zalven met olie en hen genezen. Zorg voor zieken is al vanaf het begin een teken geweest van een christelijke gemeenschap. Het zalven met olie doet ons denken aan het sacrament van de ziekenzalving. Maar ook aan vele vormen van nabijheid, zegt Paus Franciscus, zoals de olie van de luisterbereidheid, van de tederheid. “Wij hebben er zelf behoefte aan en we kunnen het ook zijn voor anderen doorheen een bezoek, een telefoongesprek, door de hand te reiken aan wie hulpbehoevend is” (Paus Franciscus, Angelus, 11 juli 2021).

De leerlingen hebben gepredikt dat hun toehoorders zich moesten bekeren. Dit is geen gemakkelijke boodschap. Ben ik op de juiste weg? Welke zin geef ik aan het leven? Zoek ik verbinding met God en de medemens? Zoek ik te leven zoals Jezus het ons heeft voorgedaan?

Kracht van eenvoud

Jezus drukt zijn leerlingen op het hart dat ze de mensen niet moeten overtroeven, maar met eenvoudige middelen naar hen toegaan. Zij mogen zelf niet veel meenemen. In het evangelie van Marcus mogen ze wel sandalen dragen en een stok meenemen voor onderweg, maar bij Mattheus mag zelfs dat niet.   Zij zullen vertrouwen op de gastvrijheid van de mensen.   Wanneer we de reisverhalen lezen van Paulus is er toch een andere aanpak. Hij voorzag zelf graag in eigen onderhoud om zo minder afhankelijk te zijn. Maar hij is toch zeer dankbaar voor de hulp en ondersteuning die hij vooral in de kerk van Filippi heeft mogen ervaren “Ik heb geleerd in alle omstandigheden mijzelf genoeg te zijn. Ik weet wat armoede is, ik weet wat overvloed is. Ik ben volledig ingewijd; ik kan eten en ik kan honger lijden. Alles vermag ik in Hem die mij kracht geeft” (Fil. 4,11-12).

Misschien toch best wat voorzichtiger zijn wanneer wij het stof zouden willen afschudden als een getuigenis tegen hen, die ons niet binnenlaten. Gaan we om te overtuigen of treden we in gesprek? Hoe goed kunnen we luisteren?

Luisteren eerst en vooral naar Jezus zelf, naar zijn woord dat klinkt in de Schrift en in de kerkgemeenschap. Wanneer het ons aanspreekt, kunnen we er ook anderen laten in delen. Luisteren naar de kerk, die geroepen is om vreugde uit te stralen en verbondenheid te verstevigen. Zij blijft ons aansporen om missionair te zijn.   Daarvan zijn steeds nieuwe vormen.

KTO, de Franse katholieke zender stelt wekelijks een Frans bisdom voor. Onlangs kwam het bisdom Reims aan bod met een missionair project. Daarbij zijn meerdere mensen ingeschakeld, die naar medemensen toegaan. Het is bedoeling om over te stappen van de kerkklok naar de huisbel. De kerkklok is de uitnodiging om naar de mis te komen en dit blijft gelden. Maar de huisbel betekent dat wij mensen aan huis gaan bezoeken.

« Par ces missions itinérantes, le but est donc de passer de la pastorale de la cloche (Viens à la messe !) à la pastorale de la sonnette (Bonjour, je viens te visiter). »

In een uitzending over de Zusters Clarissen van Cormontreuil bij Reims was te zijn hoe ze meewerken aan deze zending en op stap en met autostop optrekken om mensen te ontmoeten.

Wij hebben er baat bij in de leerschool te treden en met mensen van verschillende overtuigingen contact te hebben.

In maart van dit jaar namen meer dan 2000 personen in de basiliek van Koekelberg deel aan de tweede editie van het Missiecongres Brussel. Dit evenement had als doel om diverse initiatieven van parochies in de schijnwerpers te zetten en uitwisselingen te bevorderen om beter getuigenis af te leggen van de liefde van Christus in de hedendaagse wereld.

Sprekers deelden hun ervaringen en reflecties over hoe ze de vreugde van het geloof in het dagelijks leven kunnen beleven en overbrengen.

Centraal in de discussies stonden de uitdagingen van het verkondigen van het geloof in een samenleving die steeds meer geseculariseerd raakt. Deelnemers benadrukten ook het belang van het creëren van ruimtes voor dialoog en luisteren om hun geloof met authenticiteit en welwillendheid te delen.