Begin van de blijde boodschap (2005)

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 538 niet laden
In kostbare middeleeuwse handschriften werden de beginletters groot
geschreven en rijk versierd.
Zij waren vaak prachtig gekleurd en fantasievol geschilderd.
De eerste letter was veelal zo hoog als een hele bladzijde.
Iets dergelijks voel je ook in het evangelie van Marcus:
Begin van de blijde boodschap.

Begin van de blijde boodschap, zo begint de evangelist plechtig zijn
evangelie. Zo geeft hij aan zijn werk een titel.
En dan werkt hij die blijde boodschap die Christus bracht in woord en
daad, in zijn evangelie verder uit.

Marcus beschouwde de komst van Christus als een ommekeer in heel de
geschiedenis. Als het zichtbare teken dat God voor de wereld zorgt.
God zelf heeft dit nieuwe begin gemaakt.
"Dit is het begin van de blijde boodschap..."
Altijd weer blijft de droom van een nieuw begin.

Een nieuw begin - een droom, dat mag je wel zeggen - want worden
we niet keer op keer teleurgesteld?
Er is zoveel aan ellende om ons heen: natuurrampen, hongersnood, bomaanslagen, luchtvervuiling.
Vaak gebeuren er ook verdrietige dingen in ons eigen leven.

En ervaren we niet steeds meer om ons heen, dat mensen er geen zin
meer in hebben?
Mensen, in wie het enthousisasme is gedoofd.
Mensen, die niet meer kunnen geloven dat hun leven er nog beter op zal worden.
Laat staan de rest van de wereld.
Maar wat dan? Is er een alternatief?

Ja dat is er!
Er is een kracht in mensen, die tot onvermoede dingen in staat is.
Mensen kunnen dingen waar ze niet het flauwste vermoeden van hebben.
Er zijn momenten dat er in ons krachten loskomen die door niets tegengehouden kunnen worden.
Iemand die dat duidelijk heeft laten zien in zijn leven is Johannes de Doper.

De evangelist Marcus schetst het karakter van de Doper heel kort en bondig. De evangelist Johannes doet dat uitgebreider.
Die noemt Johannes de Doper een door God gezonden mens, één zo in het licht gezet dat zijn weerschijn zou afstralen op anderen, opdat zij tot geloof zouden komen(Johannes 1,6-8).

Iemand dus die mensen laat zien wat geloven is juist door te laten zien wie hij is, hoe hij leeft en wat hij doet.
Maar de evangelist Johannes maakt wel een voorbehoud:
Want zo zegt hij Johannes de Doper is niet het licht zelf, maar een getuige van het licht.
Marcus tekent de Doper in hele grove lijnen:
hij droeg een ruwe mantel van kameelhaar met een leren gordel.
En hij leefde van sprinkhanen en wilde honing.
Een soort woestijnmonnik, zou je kunnen zeggen.
Een bescheiden mens dus, maar iemand die juist door zijn uiterst sobere leefstijl zo véél indruk op de mensen om hem heen maakte.
Velen dachten dan ook dat dit wel eens de Messias zou kunnen zijn.

Maar Johannes helpt dat misverstand meteen de wereld uit.
Hij zegt:"Na mij komt iemand die meer vermag dan ik; ik ben zelfs niet goed genoeg om me voor Hem te bukken.
En de riem van zijn sandalen los te maken".
Deze nederigheid maakt hem tot de ideale bode van groot nieuws.

Johannes kan mensen inspireren tot geloof.
Het geloof dat bij hem zó groot is, dat hij zich letterlijk klein maakt. Johannes is ook een man van weinig woorden.
Als hij al roept, dan is het in de woestijn.
Daar waar zijn stem door de wind verstomd kan worden en in de stilte ongehoord blijft.

Dat is en blijft een ongekend soort getuigenis: niet met te grote woorden.

Maar wel met een nederige heel overtuigde stem, die vanuit het beschieden menselijke roept:
"Maak de weg van de Heer gereed, maak recht zijn paden!"

Zijn er tegenwoordig niet velen die roepen in de woestijn?
En ze roepen allemaal iets anders.
Welke stem kan nog overtuigen?
Is dat niet juist de stem van degene die verwijst naar de Messias?
Heel deemoedig, alsof hij zeggen wil: verwar mijn woorden niet met het woord van God, verwar mijn getuigenis van licht niet met het licht zelf.
Zo'n mens was Johannes de Doper.

Zo'n mens mogen wij ook zijn, ieder van ons!
Bereid de weg voor wat komen gaat, te beginnen met nederigheid en bescheidenheid.
Dat is bij uitstek een daad van geloof.
Geloven is de weg bereiden voor het onbepaalde, ongekende, immer grotere.
Geloven wekt geweldige krachten in ons op.
Krachten die ons in staat stellen de zwaarste opgave tot een goed eind te brengen.
Krachten, die het ons mogelijk maken de wereld tot een paradijs om te vormen.
En die krachten worden gewekt door de hoop, door die rotsvaste hoop,
door het onvoorwaardelijk vertrouwen dat alles goed komt.
Want er is een God die ons draagt en die ons in de eerste lezing toeroept:
"Troost, troost toch mijn stad, spreekt Jeruzalem moed in".

Wij leven niet in een godverlaten wereld.
En God laat ons niet aan ons lot over.
God draagt zorg voor ieder van ons en voor heel de wereld.
Wij zijn in goede handen.
Daarom ook roept God ons in het evengelie toe: blijde boodschap van Jezus Christus.
Daarmee wil hij zeggen wat liefde is.
Liefde is: proberen te doen wat Christus ons heeft voorgedaan.
Hij dwingt ons niet.
Hij nodigt ons uit zijn voorbeld op onze eigen plek, in het klein -
en misschien steeds groter - na te leven.

Hij dwingt ons niet.
Maar Jezus zegt ons wel mens, je kunt het.
Je kunt het: goed zijn, liefde hebben.
Je kunt het: opkomen voor gerechtigheid en vrede.

Je kunt het: omdat God het wil en ..... als jij het wilt.