Advent is een tijd van verlangen: we zien uit naar de komst van God in onze wereld! Het is de betekenis van het woord “ advent”, het Latijnse woord ad-venire betekent: naar je toekomen. Dat wat voor je ligt in de tijd, komt naar je toe.
Niet jij gaat, maar het komt. Voor een gelovig christen mens is het natuurlijk de komst van het Christuskind, voor iedereen het licht dat terug komt na de donkere dagen van december.
Willen wij de komst van Gods zoon kunnen beleven en Hem in ons leven opnemen, dan zullen wij ons daar toch moeten op voorbereiden. De lezing van vandaag zegt het ons: baan een weg voor de Heer, iedere heuvel moet geëffend worden, alle obstakels uit de weg!
Nu een weg banen is geen gemakkelijke opgave: we moeten proberen komaf te maken met de bestendige ergernissen die ons teveel bezighouden zoals daar zijn: jaloezie, bekrompenheid in ons oordeel, ongeduld met anderen om ons heen en zoveel andere onnodige dingen die ons teveel bezighouden en ons weg houden van een open en liefdevol omgaan met onze medemens. Pas dan zal de Heer toegang krijgen tot uw hart, uw geest en uw volledig bestaan.
Dat is wat Johannes ons voorhoudt: begin met een propere lei, gooi het leven over een andere boeg, dan pas kan je openstaan voor Gods blijde boodschap. Johannes spreekt in de traditie van de grote profeten: bekeer U, sta open voor de Heer!
Johannes was een sterke figuur, een man met uitgesproken meningen. Hij was niet mals in zijn uitspraken. Het is een figuur die aanspreekt, zijn leven leest als een boek vol wondere belevenissen: reeds voor zijn geboorte herkende hij de komst van de Heer in de het ongeboren Jezuskind (herinner U de begroeting van zijn zwangere moeder Elisabeth aan Maria), zijn naamgeving. Johannes was door een opdracht van de engel, hijzelf werd geroepen door God in de woestijn om” het pad te effenen “ voor Jezus.
Hij was het ook die wist dat hij maar een voorbode was. Hij nam die taak zeer ernstig en spoorde zoveel mogelijk mensen aan om terug te keren tot God en zich te laten dopen om zich te bevrijden van zonde. Hij herkende in de man die om het doopsel vroeg, diegene die “na hem kwam”. Zijn straffe uitspraken hebben hem uiteindelijk letterlijk zijn kop gekost.
Johannes verschijnt ons als een mens die alle uiterlijkheden heeft losgelaten en alleen de essentie heeft overgehouden. Dat maakt hem geloofwaardig, zijn woorden hebben overtuigingskracht, hij spreekt niet tot meerder glorie van zichzelf, zijn woorden wijzen naar wie na hem komt.
Johannes zag zichzelf als wegbereider, een voorloper op de weg van Jezus. Maar zijn woorden en zijn levenswijze doet bij velen toch het vermoeden rijzen dat hij zelf wel eens de Messias zou kunnen zijn. Johannes zegt dan “Na mij komt iemand die krachtiger is dan ik”
Dat willen wij geloven en daar kijken wij dus nu in deze advent naar uit.
Als afsluiting wil ik nog een toepasselijk gebed van Erwin Roosen lezen:
Wat moet ik doen om mij voor te bereiden op Uw komst ,Heer?
Soms stel ik mij die vraag wel, zoals de mensen in de tijd van Johannes.
En niet altijd is het antwoord even duidelijk.
Ik voel dat Je mij uitdaagt om solidair te zijn.
Maar hoe ik dat concreet kan maken in het leven van alledag,
blijft vaak moeilijk.
Open daarom mijn ogen, Heer, om te zien
waar en in wie Jij vandaag opnieuw geboren wordt.