Een schitterend tweeluik

 

Je moet over veel woorden beschikken om bondig te schrijven” (Otto Weiss). Witte Donderdag is een avond met weinig woorden, maar met krachtige daden. De viering op die dag is een gebald gebeuren met twee sterke tekenen, de eucharistie en de voetwassing. Zij geven uitstekend goed de gezindheid weer van Jezus. Met dergelijke symbolen getuigt hij van zijn sterke persoonlijkheid en grote gedrevenheid. Hij was een gegeven man, gegeven aan zijn Vader en gegeven voor de mensen.

Jezus heeft tijdens zijn leven vaak mensen verzameld en samengebracht. Hij heeft met hen gegeten en gefeest. Brood en wijn zijn tekenen van leven en van feest. Jezus heeft met psalm 104 God geloofd om het brood dat leven geeft en om de wijn van vreugd. Jezus wil voor mensen voedsel zijn en hun wijn in overvloed schenken. Witte Donderdag luidt het uur in van de bruiloft van Cana.

Witte Donderdag is een avond vol spanning omwille van de dreigende donkere nacht en de aanwezigheid aan tafel van de man, die hem zal verraden. De spanning is vooral groot, omwille van Jezus zelf, die weet dat zijn uur is gekomen en die vanuit dit besef een laatste keer met zijn leerlingen samen is. De sfeer is des te meer geladen omdat Jezus sinds lang de vijandigheid van de autoriteiten heeft aangevoeld. Hij weet dat hij geen vriend is van de priesterklasse.

 

Kristalmomenten

Jezus komt naar de bovenzaal om het paasmaal te vieren. Dit moment kristalliseert de lange geschiedenis van het Joodse volk. Daar bereikt het leven van Jezus een hoogtepunt. Bij dit paasmaal stond de aanwezigen het beeld voor ogen van de Israëlieten in Egypte, klaar voor de Uittocht. Zij denken aan de God van het Verbond. Joden hebben op ons dit sterk besef van geschiedenis voor.

De avond van Witte Donderdag is vol herinneringen. Of wij die avond eucharistie vieren in een kathedraal, in een noodkapel of in een dorpskerk, wij zijn tegelijkertijd in Egypte bij het volk van de verdrukking. Wij zijn tevens in de bovenzaal te Jeruzalem bij Jezus en zijn kleine groep volgelingen. Wij denken aan de vele keren dat wij reeds eucharistie mochten vieren. Wij voelen tevens de pijn, wanneer dit voor christen zo heilig gebeuren geprofaneerd wordt en in de reclame misbruikt.

Wij danken de Heer om zijn geschenk van de eucharistie, zoals Paus Johannes Paulus II het deed in zijn encycliek over de eucharistie: “Elke dag heeft mijn geloof in het geconsacreerde brood en de geconsacreerde wijn de goddelijke Reiziger kunnen herkennen, die zich voegde bij de twee leerlingen op weg naar Emmaüs en die hun ogen opende voor het licht en hun harten voor nieuwe hoop” (59). De encycliek Ecclesia de Eucharistia dateert van Witte Donderdag 2003.

Witte Donderdag is een avond met veel werkwoorden. “Nemen, danken, breken, spreken” (1 Kor. 11,23-26); “opstaan, afleggen, gieten, wassen, afdrogen, spreken, aantrekken” (Joh. 13,24). Doorheen deze werkwoorden is de grote beweging aan gang, waarin Jezus thuishoort. Hij komt van de Vader en gaat naar de Vader terug. Een weg van ontlediging en verheffing. Het gebaar van de voetwassing beeldt een oude hymne uit over de ontlediging (Fil. 2,6-11). Jezus legt alle macht en luister af en dient de mens alsof hij huisslaaf is, die niets anders en beters te doen heeft.

Mattheüs, Marcus en Lucas verhalen in hun evangelie de instelling van de eucharistie, terwijl het evangelie van Johannes op die plaats de diepe betekenis aangeeft van de voetwassing. Jezus treedt daarin naar voren als de leraar van gemeenschap en dienstbaarheid (20).

God, die dient

De voetwassing is een daadparabel. Ze vat samen wie Jezus wou zijn en dat, waar zijn leerlingen zo moeite mee hadden, namelijk zijn dienstwerk. De Mensenzoon is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen. Petrus protesteert, zoals hij al eerder had geprotesteerd tegen het feit dat Jezus naar Jeruzalem optrok en daar zou moeten lijden. Jezus vraagt hem te aanvaarden dat God de mens wil dienen. Hij nodigt Petrus uit te geloven dat God zich heel diep kan buigen, dat Hij knielt voor een mens. Een dienst aanvaarden kan lastig zijn. Wij krijgen op Witte Donderdag tekenen, waarin de grote God heel klein wordt: een dienaar die de voeten van anderen wast, ja brood, waar alle goddelijke glans uit verdwijnt.

Paus Franciscus heeft zeer velen geraakt wanneer hij bij zijn eerste viering van Witte Donderdag in Rome daarvoor naar de Romeinse gevangenis Casal del Marmo, een gevangenis voor minderjarigen. Hij waste de voeten van twaalf jongeren, waaronder vrouwen en moslims. Een teken van deemoed en dienstbaarheid.

Jezus toont een God, die zich wegcijfert. God werd mens in Jezus en leverde zich over aan de handen van mensen. Hij is een God met wonden en kwetsuren, een God die lijdt. Hij is een God die in de eucharistie spijs en drank wordt. Drievoudig mysterie van ons geloof! Witte Donderdag leidt in ons binnen in de “eucharistische verwondering” (6).

Eucharistie en voetwassing zijn nauw met elkaar verbonden. Zij doorkruisen onze heersersmentaliteit. Jezus koos voor dienst en zorg. De paters van Marianhill organiseerden een voettocht van 500 kilometer. Europeanen en Afrikanen trokken samen vanuit Oeganda naar Kenia, van Kampala tot Kisumu. De Nederlandse missionaris Fons Eppinck schrijft in zijn verslag: “Als je stapt, zijt jij gelijk; hiërarchie begint wanneer je gaat zitten.”

Bij het Laatste Avondmaal stond Jezus van tafel op en legde zijn bovenkleed af. Hij heeft zo zijn droom vertolkt van een broederlijke en zusterlijke gemeenschap, een kerk van de voetwassing in plaats van een kerk van overheersing.

Mannen en vrouwen vinden op Witte Donderdag inspiratie voor hun leven. Op de grafzerk van pater Damiaan staan zijn woorden: “Ik vind mijn grootse geluk de Heer te dienen in zijn arme en zieken mensen, die van de anderen verstoten worden.” De leden van de congregatie van Mother Teresa verbinden zich langs een vierde gelofte tot dienst van de armen. In hen dienen ze Jezus, die ze elke dag in de eucharistie ontmoeten.

De dood van de Heer verkondigen “totdat Hij komt” (1 Kor. 11,26) betekent dat allen die deelnemen aan de eucharistie bereid zijn hun leven te veranderen en het in zekere zin helemaal ‘eucharistisch” maken (20). De eucharistie voedt ons op onze reis door de geschiedenis.