5e zondag40d (2011)

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 194 niet laden
OPENINGSWOORD
Broeders en zusters, allemaal van harte welkom.

Het evangelie van vandaag gaat over de dood. Of beter gezegd: het gaat over het leven, want, zo leert Jezus ons, voor de mensen, die in Hem geloven bestaat er geen dood, alleen maar een soort slaap waaruit zij ontwaken om te leven in eindeloze vrede en vreugde.

Met de dood worden wij iedere dag geconfronteerd. Er gaat geen dag voorbij of het journaal heeft wel een onheilsmelding. Zo speelde zich gisteren dat afschuwelijke drama af in Alphen aan den Rijn: een 24-jarige man schiet met een automatisch wapen minuten lang om zich heen met als gevolg zes doden en zestien gewonden. Later overleed nog één van de gewonden. Wij zullen bidden voor de slachtoffers en voor de nabestaanden.

Zeker als de dood zo gewelddadig is, zo plotseling, hebben wij er een afschuw van. Wij denken dan helemaal niet aan het geluk dat die mensen hopelijk toch uit Gods hand ontvangen, maar zien alleen de relaties, die onverbiddelijk worden afgebroken.

Een natuurlijke dood, ja, die hoort bij het leven. Haar moeten wij aanvaarden. Eens zal zij komen voor ieder van ons.

Vragen wij God, dat wij leren leven met de natuurlijke dood, want wie de dood uit zijn leven probeert te bannen, leeft niet echt. Danken wij God, dat er een leven na de dood bestaat en dat wij er dus eigenlijk niet bang voor hoeven te zijn.

OPENINGSGEBED
Laat ons bidden. God, onze Vader, Schepper van alle leven, als Gij U afkeert, zijn wij verloren. Keer U tot ons en wek ons uit de dood tot het leven dat eeuwig duren zal. Door onze Heer Jezus Christus, uw... .

PREEK
De lezingen beginnen met een belofte, die wij misschien niet letterlijk hoeven op te vatten. Namens God zegt de profeet Ezechiël: "Ik ga uw graven openen; in massa's zal Ik u uit uw graven wegvoeren en u brengen naar de grond van Israël."

Niet dat God zo’n belofte niet zou kunnen waarmaken - wij hoorden in het evangelie hoe Jezus zijn vriend Lazarus uit het graf te voorschijn riep en er waren vele getuigen bij - maar als de dag van het Laatste Oordeel aanbreekt, zullen de graven van de mensen, die honderden en duizenden jaren daarvoor hebben geleefd gewoon niet meer bestaan.

De formulering van deze belofte is een menselijke voorstelling van wat God ooit voor ons zal doen: Hij zal ons met ziel èn lichaam in zijn eeuwig leven opnemen, zoals Jezus en Maria nú al als enige twee mensen met ziel en lichaam in de hemel zijn.

God zal dat aan ons laten gebeuren, zegt Ezechiël, door zijn Geest over ons uit te storten, zijn goddelijke Geest van eeuwig leven.

Nu zal deze belofte niet aan alle mensen worden verwerkelijkt. Het is mogelijk, dat niet alle mensen in de hemel komen. Dat blijkt uit de tweede lezing. Wij doen in onze tijd wel alsof God een heel lieve, aardige oude man is, die de menselijke tekorten altijd zal vergeven, maar dat is niet zo! God is barmhartig, veel meer dan wij, oneindig barmhartig zelfs, maar Hij is ook rechtvaardig, oneindig rechtvaardig. De mensen, die geen spijt hebben van het kwaad dat zij hebben gedaan, zal Hij niet kunnen vergeven, omdat zij zijn vergeving niet wìllen ontvangen.

Die 24-jarige schutter in Alphen aan den Rijn, willen wij dat God zich tegenover hem opstelt als een lieve, aardige oude man, die zegt: Och, het was een flinke vergissing, maar, zand erover, kom maar binnen, zoek een mooi plaatsje uit? Of willen wij, dat er recht geschied? Dat God kijkt in hoeverre hij toerekeningsvatbaar was en het hem laat uitboeten voor zover hij schuldig is!?

De tweede lezing van vandaag begon als volgt: "Zij die zelfzuchtig leven, kunnen God niet behagen, maar uw bestaan - schrijft Paulus aan de Romeinen - wordt niet beheerst door zelfgenoegzaamheid, maar door de Geest, ... en als de Geest van God, die Jezus van de doden heeft opgewekt, in u woont, zal Hij die Christus Jezus van de doden heeft doen opstaan, ook uw sterfelijk lichaam eenmaal levend maken door de kracht van zijn Geest, die in u verblijft”.

Willen wij, dat straks bij het Laatste Oordeel de Geest van God over ons wordt uitgestort, zodat wij eeuwig kunnen leven, dan zullen wij dat nu al moeten laten blijken door in die Geest te leven. En "in die Geest leven" wil zeggen, dat wij God aanbidden als onze Schepper, Hem gehoorzaamheid betuigen, omdat Hij onze Vader is, en dat wij al zijn kinderen, alle mensen zonder onderscheid, van harte liefhebben. "In die Geest leven" wil dus niet alleen maar zeggen, dat mensen af en toe in een of ander gesprek zeggen, dat zij in God geloven, nee, wij moeten echt godsdienstige mensen zijn.

In het evangelie van vandaag staat geschreven, dat Jezus een paar dagen te laat bij zijn vriend Lazarus komt, zodat deze reeds is gestorven en begraven wanneer Jezus aankomt. Jezus zegt: de ziekte van Lazarus voert niet tot de dood, maar is om Gods glorie. Door de dood van Lazarus kon Jezus Christus laten zien, dat Hij de Heerser is over leven en dood. Jezus ziet de dood van de mensen van goede wil als een soort slaap waaruit zij weer zullen ontwaken... door Gods kracht.

Broeders en zusters, dit alles betekent niet, dat het vreemd is als wij tegen de dood opzien. Er staat in dit evangelie twee keer, dat Jezus een huivering voelde. Toen Hij het rotsgraf zag waarin Lazarus begraven lag, heeft Hij ongetwijfeld moeten denken aan zijn eigen graf, dat óók een rotsgraf zou worden. Ook Híj zou - net als Lazarus - uit dat graf opstaan, op de derde dag, maar pas na een pijnlijke lijdensweg. Ook Jezus zag tegen de dood op. Ook Jezus bad: Vader, als het kan, laat dit lijden aan Mij voorbijgaan, maar... niet mijn wil geschiede, maar uw wil.

Ook al is de dood sinds de kruisdood van Jezus de overgang naar een beter leven, ten diepste is en blijft de dood een gevolg van de zonde. Want toen God de eerste mensen schiep, had Hij helemaal niet de bedoeling de mensen ooit weer te laten sterven. Nee, de dood is in de wereld gekomen door de zonde. En daarom doet de dood altijd pijn, zien wij er tegen op. Wij weten wel wat wij hebben, wat wij bij ons sterven moeten achterlaten - man, vrouw, kinderen, kleinkinderen, mooie spulletjes - maar wat wij er precies voor terugkrijgen, weet niemand.

Beste mensen, Jezus Christus zegt: "Ik ben de verrijzenis en het leven. Wie in Mij gelooft, zal leven, ook al is hij gestorven, en ieder die leeft in geloof aan Mij, zal in eeuwigheid niet sterven.

Laten wij leven in de Geest van Jezus Christus, als werkelijk godsdienstige mensen. Dan zullen wij inderdaad eens uit de dood ontwaken als uit een slaap en - hoe het leven dan ook precies zal zijn - het zal het een goed leven zijn! Een leven van geluk zonder einde, bij God, bij elkaar.

Laten wij godsdienstige mensen zijn. Bidden wij veel voor onze kinderen en kleinkinderen en voor alle mensen, overal ter wereld. Iedere dag een beetje. God kan de harten van mensen veranderen, zoals Hij Lazarus kon laten opstaan uit de dood. Als wij zo leven, nu al, zal ook onze huidige wereld tot nieuw leven komen. Onze wereld zal een wereld worden waar plaats is voor iedereen.

Lieve mensen, waar wij als godsdienstige mensen misschien weer een beetje meer tijd voor vrij zouden moeten maken is de aanbidding van het Allerheiligste Sacrament. Sommige mensen denken dan misschien meteen aan het lof van vroeger waarbij door sommigen de rozenkrans gedachteloos werd afgeraffeld, nee, dat is niet de bedoeling.

Wij, mensen, hebben soms heel echte ontmoetingen met elkaar, gesprekken van hart tot hart. De gesprekspartners zijn elkaar wederzijds tot steun. Eenieder gaat met een goed en tevreden gevoel weer naar huis. Je bent een rijker mens geworden.

Zo zien wij dat in meer en meer landen - en we zien het ook al in Amsterdam en Rotterdam gebeuren - dat mensen weer het 40-urengebed of zelfs altijddurende aanbidding invoeren om in een hartelijk gesprek met God liefde en steun te vinden, voor zichzelf en voor anderen. Er zijn steden in bijvoorbeeld Zuid-Amerika waar de criminaliteit na het instellen van de eucharistische aanbidding nagenoeg verdwenen is.

Frank Kamp en ik hadden afgelopen week met vertegenwoordigers van andere Heerhugowaardse kerken een gesprek met de burgemeester. En één van de onderwerpen was, dat hij zich grote zorgen maakte over een nieuwe groep van 14 tieners in de leeftijd van ongeveer 14 tot 16 jaar, die op zeer gewelddadige wijze overvallen pleegt. Ook jeugdwerkers weten zich geen raad met deze jongelui.

Ik wilde toen niet zeggen: Ach, burgemeester, wij gaan aanbidding instellen, maakt u zich maar geen zorgen, het komt allemaal goed. Maar ik zat er wel aan te denken, dat ik hoop, dat dat één van de vele vruchten van onze aanbidding mag worden.

Zouden wij dat ook niet willen!? Willen wij niet dat afschuwelijke gebeurtenissen als in Alphen aan den Rijn niet meer voorkomen!? Is dat een niet te realiseren droom!? We zien het in sommige landen gebeuren. Waarom hier dan niet!? Maar zoals voor alles geldt ook in de Kerk: je moet erin willen geloven.

In onze parochie gaan wij nu beginnen met een wekelijkse aanbidding in de kleine zaal op donderdagavond van 19.00 uur tot 23.00 uur. Iedereen mag komen en gaan wanneer hij wil. Maar - net als op Witte Donderdag - willen wij toch ieder uur zeker zijn van twee mensen, die aanwezig zijn. Wij kunnen ons per donderdag en per uur inschrijven op een lijst, die achter in de kerk ligt. Ook hangt er een lijst in de keuken. Probeer het eens een paar weken. Iedere donderdagavond een uurtje van hart tot hart in gesprek met God. Het zal jouw leven en onze stad radicaal veranderen. Het is het proberen waard!