En leid ons niet in beproeving

Beste vrienden,

Na zijn doopsel in de Jordaan trekt Jezus zich in de woestijn terug; Hij moet over zijn roeping nadenken en alles op een rijtje zetten. Die stem uit de Hemel had gezegd: “Dit is mijn geliefde zoon, in wie ik vreugde vind”. Ook daar moest Jezus, vastend en bidden, over nadenken.

En na veertig dagen intens bidden en vasten wordt Jezus’ eenzaamheid gestoord door een raar en eng iemand. Een wezen dat doorgaans liever op de achtergrond blijft en vandaar uit onheil aanricht.   

In het evangelie wordt die onheil stichtende macht op de achtergrond “duivel” genoemd. Hij is de eeuwige tegenstander die alles laat stuklopen, die God en de mensen uit elkaar speelt en die Gods heilsplan probeert te doorkruisen.  Het is hem zelfs ooit al gelukt: In de Hof van Eden was hij erin geslaagd om Adam en Eva ertoe te verleiden om hun trouw tegenover God te breken. Zij geloofden de slang meer dan hun schepper en stelden zich tegen God en zijn uitdrukkelijk gebod. Door die breuk met God werd de mens gescheiden van zijn schepper. Het begin van een geschiedenis vol bloedvergieten, tranen, geweld en leed. de oorspronkelijke innige verbondenheid met God maakt plaats voor een genadeloos op zichzelf aangewezen zijn van de mensheid.  

Maar die mensheid krijgt nu door Jezus de kans voor een nieuw begin. Hij is het die door Paulus de “tweede Adam” wordt genoemd. Hij moet terug helen wat reeds in het allereerste begin werd verknoeid. Hij moet met de mens een nieuw en eeuwig verbond sluiten.

En weer komt de tegenstander op het toneel en probeert dat allemaal te verhinderen. maar deze keer trekt hij aan het kortste eind.

In Jezus, de Christus, heeft hij zijn meester gevonden. Het doel van Satan is duidelijk: hij wil de Christus van zijn missie, de mensen bijeenbrengen voor het Rijk Gods, afbrengen. En dus wordt Jezus in beproeving gebracht. Satan wil Hem ertoe brengen om niet langer voor Gods zaak, maar voor zijn eigen zaak te leven,

De drie beproevingen waarvan het Evangelie ons vertelt, zijn niet zomaar willekeurig gekozen. Zij behoren tot de oergevaren voor de mens, de sterkste vatbaarheden voor het kwaad.

Ten eerste: “Als U honger heeft en als U de zoon van God bent, zeg dan dat deze stenen brood worden”! Dat is de beproeving van het materialisme, van het willen hebben en willen genieten. Uit alles “brood” voor mezelf willen maken. Van niets afstand kunnen doen. Elke behoefte direct willen bevredigen. Bezit en consumptie als levensinhoud. Zijn ook wij niet reeds door die ziekte aangetast?

Het antwoord van Jezus: “De mens leeft niet van brood alleen, maar van ieder woord dat uit Gods mond komt.” Wij mensen mogen niet vergeten dat wij niet alleen materiele behoeften hebben, wij zijn ook geestelijke wezens die ook geestelijk voedsel nodig hebben als we niet willen terugvallen in een toestand van “vindingrijke dieren”.

De tweede beproeving: “Als U de zoon van God bent, Spring dan van de Tempel naar beneden, de Engelen zullen U op hun handen dragen!”

Jezus zou voor aller ogen een sensationeel wonder moeten volbrengen. Dat is de beproeving van ijdelheid. Ook weer en behoefte die diep in de mens is ingeworteld. Iedereen wil zich graag laten gelden, bewonderd worden en mooi zijn.  Maar wat wanneer juist dat tot je enige levensinhoud dreigt te worden, Wanneer het er bv alleen nog maar om gaat om te voldoen aan het mode ideaal van vandaag? Hoeveel mensen zouden hun ziel niet verkopen om mee te kunnen doen in de wereld van de schoonheden, de prominenten, de sterren en de idolen. En fixeren we ons niet allemaal te veel op die “vanity Fair”, die kermis van de ijdelheden?

En dan komt tenslotte de derde aanval van den boze, de beproeving van de macht, van het willen heersen over anderen: “Alle koninkrijken van de aarde zal ik u geven als u voor mij in aanbidding neervalt”.

Streven naar macht komt niet alleen maar in de politiek voor. Je vindt dit verschijnsel op alle niveaus van het menselijk leven, op het werk en in het gezin. Het hoge woord voeren, de anderen je eigen macht laten voelen, van het “minder” van de anderen je eigen “meer” voeden. Ook dat is voor veel mensen gewoon een levenselixir. Maar het is ook zelfbedrog, want de grootheid van een mens komt niet tot uiting in het overheersen van anderen, maar wel in het feit dat hij de hoogste instantie, God zelf, mag dienen.

“De heer, uw God, zult ge aanbidden, en Hem alleen dienen”. Op het einde laat de duivel Jezus met rust en druipt af. En er kwamen engelen om Jezus van dienst te zijn.

In dit evangelie hebben we veel vernomen over het wezen en de wil van de tegenstrever die we duivel noemen. Hij wil aanbeden worden, dat is zijn uiteindelijke doel. In het zich steeds meer uitbreidende religieuze vacuüm van onze tijd kan de boze langzaam maar zeker meer voet vatten.

Hij bedient zich in zijn pogingen om de mensen te overtuigen zelfs van teksten uit de Bijbel.

We kunnen dus ook niet iedereen vertrouwen die ons woorden uit de Bijbel voorhoudt!

Het valt trouwens op dat Jezus zich niet inlaat op een gesprek met Satan. Hij discuteert niet over diens voorstellen maar wijst ze kort en scherp terug.

Zo wordt Jezus door de duivel beproefd, en hij doorstaat die beproeving met glans. Niets of niemand kan Hem van God, van zijn Vader en van Gods wil afbrengen.

Ook wij zijn in een staat van beproeving – wij moeten hier, in onze huidige wereld aan die verleidingen weerstaan om het Rijk Gods waardig te zijn. Daarom begrijpen wij die bede uit het onzevader ook beter: “en leid ons niet in beproeving”. Ook wij voelen aan hoe zwaar die bede doorweegt. Het gaat om de cruciale keuze: Weg van God, of juist naar Hem toe.

In het onzevader smeken wij Hem om ons te helpen zodat wij de juiste keuze kunnen maken.  Amen