Het vagevuur de tussenstop voor de Hemel

Het vagevuur de tussenstop voor de Hemel

Dan. 12,1-3 Mc. 13,24-32

In deze periode aan het einde van het liturgisch jaar horen we vandaag weer een verhaal over het einde van de wereld. Er wordt weer geschreven hoe het allemaal zal zijn. De krachten der hemelen zullen geschokt worden, de zon zal verduisteren; de sterren zullen van de hemel vallen. Dan zal men de mensenzoon zien komen op de wolken, met grote macht en majesteit.

Zal het zo gaan? Precies zo en niet anders?  De Bijbel wil ons over het ‘hoe' van het einde niets vertellen. Het enige dat de Bijbel ons zeggen wil is: ons bestaan heeft een zinvol begin en het zal ook een zinvol einde hebben. In het begin schiep God de mens, aan het einde zal hij de mensen bijeenbrengen. God stond aan het begin. Hij zal ook aan het einde staan. Daarom was het begin goed, heel goed zelfs. Daarom zal het einde ook heel goed zijn.

Ons bestaan hangt niet in de lucht. Het is niet afhankelijk van een louter toeval. Er staat Iemand aan de oorsprong. Er staat ook Iemand aan het einde. Hij die ons het leven instuurde, wacht ons aan het einde van ons leven op. Met Hem zijn wij begonnen en op weg gegaan; Hij zal ons ook tot voltooiing brengen. Het einde is geen dood gaan, geen vernietiging, geen uitzichtloze ramp: het einde is voltooiing, het speelt zich af in het licht van God. God die ons het leven in heeft geduwd, vangt ons aan het einde met diezelfde armen op.

Misschien zei Jezus daarom op het eind van zijn leven: in uw handen beveel ik mijn geest.

Op het punt van aankomst zullen wij dezelfde liefdevolle God ontmoeten die ook aanwezig was op het punt van vertrek, aan het beginstation.

Uit onderzoek blijkt dat 67% van de bevolking gelooft in de Hemel 6 % gelooft in de. Hel! Men heeft niet onderzocht hoeveel mensen geloven in het vagenvuur. Dat getal zal ongetwijfeld nog lager liggen!

Het woord vagevuur staat niet in de Bijbel. Maar als men het woord straf in de Bijbel telt komt dat woord 114 keer voor. Het vagenvuur kan men zich als de volgende gelijkenis voorstellen. Als je onderweg bent naar een feest kan het je overkomen dat je auto een lekke band krijgt. Je slaagt erin om de band te verwisselen maar je nette pak en handen zijn behoorlijk vuil geworden. Je beseft zelf wel dat je op die manier niet op dat feest wilt verschijnen. Je hebt meer tijd nodig om je vuile handen en de vlekken op je pak te verwijderen. Deze “onzuiverheden”  zijn het synoniem voor de zonden die nog aan ons kleven. Het vagevuur is een plaats die zowel de gerechtigheid van God als zijn barmhartigheid recht doet. God, in zijn volmaakte rechtvaardigheid, verdraagt geen onzuiverheid en onrecht, maar zijn oneindige barmhartigheid wil dat niemand verloren gaat. De ziel ondergaat daarom zijn gerechte straf, maar is wel gered. Hij gaat niet verloren in de hel. De zielen in het vagevuur worden vaak arme zielen genoemd vanwege het lijden dat zij ondergaan. De ziel zelf echter weet dat hij gered is en dat hij na een periode van rechtvaardige straf die hij door zijn daden of het nalaten van goede daden (!) zelf op zich heeft geladen, met God verenigd zal worden in de hemel. Dit is zijn grootste vreugde en troost in zijn lijden. Nadat de ziel is gelouterd krijgt hij toegang tot de hemel, alwaar hij tot de dag van de wederkomst van Christus voort mag leven voor Gods' Aangezicht, hierbij God lovend, met alle engelen en heiligen. Na de wederkomst van Christus worden allen opgewekt om het laatste oordeel te ondergaan. Mijn vader vertelde mij ooit dat hij ook voor de meest vergeten zielen in het vagevuur bad. Toen ik jong was vond ik dat behoorlijke en overbodige onzin! Maar na vele decennia met het klimmen van de jaren ontwikkelde mijn verstand zich en begon ik langzaam in te zien dat hij dat uit liefde deed.

Zijn grootste wens was het dat ook al zijn kinderen en kleinkinderen zich tot flinke burgers mochten ontwikkelen in de ogen van God.