Het Rijk Gods is vlakbij, je kan het vinden!

Beste vrienden, wat heeft Jezus eigenlijk bedoeld met die eigenaardige zin?  „Het rijk der Hemelen is nabij? “  Datgene wat de eerste Christenen zich bij dit begrip hebben voorgesteld kan het zeker niet zijn. Zij wachtten erop dat de wereld met groot geruis, met trommels en bazuinen, zou worden overspoeld door hemelse heerscharen, en dat dan van de ene dag op de andere de heerschappij van God over de wereld zou worden gevestigd. En daar hebben ze vergeefs op gewacht. Dat kan het dus niet zijn geweest. Maar wat betekent het dan wel? Wat bedoelt Jezus wanneer Hij zegt: „Het rijk der hemelen is nabij? “  Betekent het wel iets? Heeft Jezus zich toen vergist? Heeft hij zich misschien laten verleiden door een spookbeeld, zodat we dat gedeelte van zijn boodschap misschien gewoon best vergeten? Wanneer zijn woorden juist zouden geweest zijn, dan zou dat rijk Gods intussen toch al moeten te vinden zijn. Wanneer het in Jezus’ tijd al nabij was, dan zou het in de laatste 2000 jaren toch ooit al eens ergens opgedoken moeten zijn. En waar zou dat dan zijn, Waar is het dan toch, dat Rijk Gods?  Waar zouden we dan naar moeten zoeken, Wat is toch dat Rijk Gods, waar Jezus over spreekt en dat zo nabij zou zijn?

Och, ik zou nu veel antwoorden kunnen opsommen: allemaal goed doordachte definities uit de moderne theologie. Aalgladde begrippen, die meestal zo glad geformuleerd zijn dat je er geen enkel houvast aan hebt. Ik zou u van ontelbare voorstellingen kunnen vertellen die er in Jezus’ tijd over dat “Rijk Gods” de ronde deden. Voorstellingen die er tenslotte toe geleid hebben dat er enorm veel verkeerde verwachtingen over het komen van dat Godsrijk ontstonden. Maar dat gaat ons echt niet vooruithelpen. Vooral niet wanneer we ons afvragen wat die aankondiging van Jezus voor ons werkelijk beduidt.

Een beeld zegt dikwijls meer dan duizend woorden en daarom wil ik u confronteren met een beeld dat jullie allemaal kennen: we vinden het helemaal vooraan in de Bijbel. De oervorm van dit beeld is reeds 3000 jaar oud en het is voor mij bijzonder waardevol omdat het in eenvoudige, maar ongelooflijk krachtige woorden, het eigenlijk onzegbare toch onder woorden brengt. Jullie kennen het verhaal allemaal: Het Bijbelse verhaal van de tuin van Eden,  het aards paradijs!

Eerst moeten we ons echter bevrijden van alle kitscherige voorstellingen, en vooral ook van de vooroordelen, die wij dikwijls met dit verhaal verbinden. En ik hoop dat jullie ook niet veronderstellen dat noch ikzelf, noch de auteur van dit prachtige verhaal, als bedoeling zouden hebben gehad om gewoon een verslag te geven van het ontstaan van de aarde en dat hij het zo zou hebben neergeschreven omdat hij niet beter wist. Met verhalen zoals dat van de Hof van Eden wilde men niet verklaren hoe men zich het begin van alles voorstelde. Met dergelijke verhalen wilde men gewoon heel eenvoudig antwoorden formuleren op de grote vragen van de mensheid. “Wat is onze bestemming?” “Wat is de zin van ons leven?” „Waartoe zijn wij hier op deze aarde?“  Die oeroude vragen van de mens probeert de auteur van het „Aards paradijsverhaal“ ons te beantwoorden. En zijn antwoord is: Wij mensen, wij danken ons bestaan aan God. God zelf heeft zich voor ons ontstaan ingezet. Hij, persoonlijk, heeft ons gemaakt. En Hij heeft dat niet gedaan zoals ge een vaas vervaardigt, of een korf, of een ander voorwerp dat je achteraf gewoon in een hoek legt. Hij heeft ons gemaakt als iets heel bijzonders. Voor Hem zijn wij heel bijzonder, want Hij heeft ons, mensen, in zijn tuin gezet.

Denken jullie nu even na wat er met deze eenvoudige woorden over de verhouding tussen God en de mensen wordt gezegd. Want nu beschrijft de auteur die tuin meer gedetailleerd: Die tuin, dat is de plaats waar God in de avondkoelte pleegde te wandelen. De plaats waar God helemaal privaat is, niet beroepsmatig, niet in dienst, maar in de avondkoelte, in zijn vrije tijd. En daar ontmoet Hij regelmatig de mens, daar ontmoet Hij zijn schepsel dat Hij dicht bij Hem, in zijn eigen tuin heeft geplaatst. Eenvoudiger en indrukwekkender is er sindsdien niet meer gesproken over de eigenlijke verhouding tussen God en de mensen. De mens ontmoet God gewoon privaat. Heel familiair, zonder barrières. Het scheppingsverhaal is een fantastisch antwoord op de vraag naar de bestemming en naar de waardigheid van de mens. De mens is zo geschapen dat hij familiair met God kan omgaan, zonder enige barrière. En waar dat mogelijk is, is er natuurlijk leven in overvloed. Daar staat de boom des levens, die levensboom, die gewoon staat voor de bron van alle leven. Dit beeld omschrijft reeds wat men later met het begrip “Hemel” of Hemelrijk” is gaan omschrijven. De betekenissen die achter dit beeld schuilgaan zijn, bijbels gesproken, de innerlijke uitdrukking van het Rijk Gods: God direct te kunnen ontmoeten, heel familiair. De auteur verhaalt verder dat de mens die verhouding tot God heeft verloren. De mens zelf is ervoor verantwoordelijk dat die directe verhouding tot God werd verbroken. En inderdaad, Israël was er later van overtuigd dat God alleen nog maar indirect kon worden ervaren. In Jezus’ tijd heel bijzonder door de wet. De directe verhouding tot God, de familiaire verbinding met hem, was verloren. Dat in de Hemel aanwezig zijn, dat bestond niet meer. Met dit in ons achterhoofd moeten we, denk ik, luisteren wanneer Jezus zegt: Het rijk der Hemelen is nabij, ja, het is er al! De directe verbinding tot God, niet tot stand gebracht door de wet en ook niet door iets anders, die directe ontmoeting met God, die is voor ons mensen terug mogelijk. Sinds Jezus weten wij dat weer, we weten dat we God zonder barrières kunnen ontmoeten, dat het persoonlijke in contact zijn met God geen fictie en geen wensdenken is. Het Rijk Gods is nabij omdat God ons steeds nabij is.

Het rijk Gods, dat is niet in de Hemel, want dan zou je moeten zeggen: Wie gaat er voor mij naar de Hemel en haalt het naar beneden. Het is ook niet aan de overkant van de oceaan, want dan zou je moeten zeggen: wie vaart er voor mij over de oceaan en haalt het naar hier. Het rijk Gods is vlak bij je. Het is daar waar God jou nabij is. En dat is vooral binnen in je eigen hart. Je kan het vinden. Amen