De blik van het lam

Op het beroemde schilderij van Matthias Grünewald, het Isenheimer altaar in Colmar, staat Johannes afgebeeld met een lange wijsvinger. Hij wijst daar naar Christus op het kruis. Bij het kruis heeft de schilder een lam geplaatst.

Op het retabel van de gebroeders van Eyck in de Gentse sint-Baafskathedraal staat Johannes de Doper tweemaal. Wanneer het retabel gesloten is, zie je hem aan de achterkant van het schilderij. Daar houdt hij een lam in de hand en heft hij de wijsvinger op. Wanneer het retabel geopend is zie je hem aan de voorkant. Hij is heerlijk geschilderd, gekleed in het groen en hij wijst naar het paneel naast hem, het paneel van God de Vader of van Christus? Daarover discussiëren de kunstkenners nog altijd.

Een wegwijzer

Johannes de doper is een wegwijzer. Hij was bij ons tijdens de advent en hij komt weer bij ons op de tweede zondag van het jaar. Hij verwijst uitdrukkelijk naar Jezus, met wie wij gans het jaar een weg afleggen om hem beter te leren kennen en vooral na te volgen. In dit leesjaar A komen de meeste teksten op zondag uit het evangelie van Mattheüs. Deze begeleidt ons tot de laatste zondag van het kerkelijk jaar naar de ontmoeting met de Mensenzoon, die daar zoals een herder een scheiding zal maken tussen schapen en bokken.

Gods dienaar

Johannes de Doper doet drie belangrijke uitspraken over Jezus (Joh. 1,29-34). Hij noemt hem het lam Gods. Hij erkent hem als de gezalfde op wie de Geest rust en hij noemt hem Gods zoon. Al deze uitspraken gaan terug op het boek Jesaja en de teksten over Gods uitverkoren dienaar (Jes. 49,3-6). Deze figuur komt niet om te heersen of te overweldigen maar hij komt als lotgenoot van lijdende mensen om hen op te tillen.

Voor Johannes de Doper en zeker voor Johannes, de schrijver van het vierde evangelie, is God in Jezus aanwezig. “De menselijke gestalte van Jezus Christus is de openbaring van de levende God. Wanneer we willen weten wie God is, moeten we Jezus in het gelaat zien en zijn gezindheid trachten te verstaan. In zeer diepe betekenis is God een ‘menselijke’ God, - uiteraard tegelijkertijd ook Degene, die zich aan iedere verwarring en verwisseling onttrekt” (R. Guardini, De Heer, p. 637).

Zie het Lam Gods

In de lijn van het Oude Testament weigeren de joden en de moslims iedere menselijke voorstelling van God. In het Nieuwe Testament wordt de heilige Geest gezien in de gestalte van een duif. Jezus, de Zoon Gods heeft in het evangelie van Johannes en in het boek van de Openbaring de gestalte van een lam.

Johannes de Doper wijst aan twee van zijn leerlingen Jezus aan als een lam. ”Dit beeld was de eerste lezers zeer vertrouwd. In het Zuiden behoort het lam tot de dieren die voortdurend tot voedsel dienen; het was daarenboven, vooral in de cultus van het Oude Testament, een der meest gebruikte offerdieren. Daarom wordt door dit beeld de Verlosser voor ogen gesteld en in het hart gebracht als Degene die Zich aan de handen der zondaars heeft overgeleverd en door de ondergang van de offerdaad verslonden is” (R. Guardini, De Heer, p. 638).

Mens en dier

Het is niet zo vreemd dat er een band wordt gelegd tussen mens en dier.

Het gebeurt bij het zoeken naar een totem. Een persoon kiest een naam of krijgt er een omdat er een verwantschap bestaat tussen zijn leven, zijn kwaliteit en een trek van een gepaald dier.

“Trekken van het menselijk wezen, gevoelens, driften, houdingen van lichaam en ziel schijnen soms op verbijsterende wijze aan het dier verwant, zodat het ons plotselings kan invallen: die ziet er uit al een vos, of als een paard, of als een roofdier! Of omgekeerd: in de vos, in het paard, in de tijger zijn menselijke eigenschappen belichaamd, die – aan de kalmerende, matigende atmosfeer van het menselijk beeld onttrokken – zich voordoen als verschrikkelijke machten” (R. Guardini, op. cit. p. 638).

Aan het lam geven we trekken van rust en vrede, van onschuld. Het boezemt geen angst in. Het raakt ons wanneer het wordt mishandeld, gebonden, gedood en geslachtofferd. Christus is het onschuldig lam. Zo ziet het onder meer de Spaanse barokschilder Zurbaràn in zijn schilderij van het Agnus Dei (1635-40).

 

In de Sint-Baafskathedraal

In dit Van Eyck jaar kijken we met velen naar het meesterwerk van het schilderij van het Lam Gods. Hij beeldt vooral een heerlijke bladzijde uit van het boek van de Openbaring. Want het Lam dat Johannes heeft aangekondigd, wordt gedood op het kruis, maar verschijnt als overwinnaar. Met velen staan ze rondom de troon en aanbidden het lam. We kijken naar het lam en laten ons door hem bekijken. Het retabel geeft als het ware gans de boodschap door van de verlossing door het Lam gebracht.

In zijn werk over het Lam Gods schrijft Peter Schmidt: ”Het Lam Gods bevat in zekere zin een echte synthese van de hele verlossingsgeschiedenis. Het tragische begin met het zondige eerste mensenpaar en de eerste broedermoord, de aankondiging van de Messias door profeten en sibillen, de aankondiging van Jezus’ geboorte, de symbolische uitbeelding van zijn offerdood door het bloedende lam op het altaar en ten slotte de heerlijkheid van de verloste mensheid in de hemelse liturgie, onder het oog van de Godsfiguur, Maria, Johannes de Doper en zingende en musicerende engelen. Of de samenhang van deze thematiek zo gewild is door de schilders of parochiepriesters is niet zeker. Maar alle elementen die op het retabel te zien zijn, houden onmiskenbaar verband met de Bijbelse en christelijke verlossingsgeschiedenis” (P Schmidt, Het Lam Gods, n, 2014, p. 92).

Lam Gods, ontferm u over ons

Jezus, het Lam Gods, hij zendt zijn leerlingen en wijst hen en ons erop dat wij in een moeilijke wereld leven, waar niet alles schoon, goed en waar is. “Ik zend u als lammeren tussen wolven” (Lc. 10,3). Maar de wolf kan ook in onszelf zitten en onvrede veroorzaken. Wie opziet naar het Lam Gods bidt om zijn ontferming. Generaties vóór ons hebben het gedaan. Met musici van vroeger en nu, met gelovigen uit verschillende confessies wenden we ons tot het Lam, dat wegneemt de zonden van de wereld en dat ook mijne last wil dragen:

O Lamm Gottes, unschuldig
am Stamm des Kreuzes geschlachtet,[
allzeit erfunden geduldig,
wiewohl du warest verachtet,
all Sünd hast du getragen,
sonst müssten wir verzagen.
Erbarm dich unser, o Jesu.
Gib deinen Frieden, o Jesu.

“Het Lam heeft de schapen vrijgekocht. Christus, die zonder zonden was, heeft de zondaars met de Vader weer verzoend.” Dit zingen we in de paashymne Victimae paschalis laudes. Er gaat een dringende oproep uit van de blik van het Lam.

Kan. Ludo Collin besloot zijn voordracht in Christen Forum over het meesterwerk van de gebroeders Van Eyck met deze opdracht: "Ja er is hoop op een nieuwe toekomst…op een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Maar ze liggen ook in mijn en uw handen als wij de naam van Christus in waarheid dragen: Vang vluchtelingen op, geef warmte aan daklozen, geef brood aan wie honger heeft, geef hoop aan wie de wanhoop nabij is, bescherm het zwakke leven in al zijn vormen, draag zorg voor de schepping, schep vrede om je heen, …en kom dan terug om mij te volgen….”