Ga in het schip (ZJ 596)

Wat een avontuur en welk een waaghals, die mens die voor het eerst met een plank of een boomstam in het water is gegaan, zich heeft laten drijven door de stroom, die op rivieren heeft gevaren en oceanen heeft overgestoken.

Het meer van Galilea

In Galilea ligt een betrekkelijk groot meer, gekend als het meer van Tiberias of Genezareth. Een boottocht op dit meer staat op het programma van toeristen en bedevaarders in het land van Jezus. Bij hevige wind is varen op het meer een moeilijke karwei en gevaarlijk.

Jezus was met dit meer bekend en heeft een aantal keren een bootje gebruikt om van daaruit te preken (Mt 13,2) of voor een oversteek (Mt. 9,1). Zo was hij met een bootje naar een eenzame plek gevaren om er zich af te zonderen en te bidden (Mt. 14,13). Maar ook daar hadden de mensen hem opgezocht en heeft hij in de avond gezorgd dat de grote menigte iets te eten kreeg. Nadat hij het volk had weggezonden en zijn leerlingen gedwongen had in de boot te gaan, ging hij daar een berg op om er tijdens de nacht te bidden.

Bij tegenwind

Mattheus heeft twee verhalen over een bewogen vaart, telkens bedoeld om bij zijn lezers hun geloof en vertrouwen in Jezus te versterken (Mt. 9.23-27; 14,22-33).

Het schip, het is een mooi beeld om over de kerk te spreken. Haar schip is door rustige en onrustige tijden gevaren. Wellicht is er in alle tijden geklaagd over tegenwind. We kunnen zeker niet zeggen dat de vaart nu vlot verloopt. De coronatijd heeft het er niet gemakkelijker op gemaakt.

In Duitsland is er de voorbije maanden bij kerkmensen wat opschudding geweest en ontnuchtering bij de publicatie van de jaarlijkse statistieken over de religies. In 2019 zijn meer mensen dan ooit tevoren uit de kerk getreden. De getallen zijn gekend door het Duitse stelsel van de kerkbelasting (Kirchensteuer).

In 2019, nog vóór de pandemie, zijn in de twee grote kerken, de katholieke en in de protestantse, meer dan 500.000 leden uitgetreden. In de 27 katholieke bisdommen verlieten 272.771 mensen hun kerk. Een stijging van 26 procent ten opzichte van 2018. In de evangelische kerken was dat ongeveer 270.000 mensen, ook daar een stijging van meer dan 22 procent.

Misbruik heeft zeker het vertrouwen geschaad. Anderen wachten op veranderingen, waar alweer anderen er zich tegen verzetten. Deze uittocht stelt vragen naar de relevantie van wat kerken betekenen en vertegenwoordigen. Of is het vooral een achteruitgang van religie en zingeving en het verdwijnen van de openheid van de mens voor transcendentie?

In Nederland werd al eerder vastgesteld dat de kerk van een nationale identiteit tot een subcultuur is geworden. De kerktrouw wordt kleiner. Op politiek vlak worden de kerken niet of nauwelijks gehoord. Het thema 'religie' is alleen op de agenda, omdat de islam lastig is, niet omdat kerken het weten te agenderen. Maatschappelijk-cultureel is het christelijk verhaal grotendeels onbekend geworden en is de samenleving sterk gepluraliseerd (Stefan Paas, Een schets van de kerk in Nederland). Maar er is ook vernieuwing en verandering binnen het christendom door tal van nieuwe initiatieven. Er zijn reuzen die inkrimpen en dwergen die groeien.

“Sociologische studies vertellen dat in onze wereld het gevoel van zich thuis voelen steeds meer afneemt. Dat gaat op zowel voor degenen die zich volledig identificeren met een traditionele vorm van godsdienst als voor degenen die zich als dogmatisch atheïst beschouwen. Steeds meer mensen daarentegen beschouwen zich als ‘zoekende’. Maar ook moet gezegd worden dat het aantal toeneemt van “apatheïsten” – mensen die zich onverschillig tonen zowel voor religieuze vragen als traditionele antwoorden” (Thomas Halik).

Het kan leiden tot ontmoediging en burn-out als je aanvoelt dat wat je aanbiedt geen of weinig respons krijgt. We horen dan zelf bij de periferie en het hedendaagse veldhospitaal, waar paus Franciscus ons aan het werk wil zien.

In hun brief van 29 juni danken de Belgische bisschoppen parochies, pastorale eenheden en gemeenschappen voor de initiatieven van nieuwe vormen van Kerk-zijn. “Zonder twijfel hebben we bepaalde dimensies ontdekt – of herontdekt – die we door de routine dreigden te vergeten: het luisteren naar anderen en naar Gods Woord, het persoonlijk gebed en het gezinsgebed, de waarde van een rustiger levensritme voor bezinning, reflectie en dialoog. Tegelijk ervoeren we de onschatbare rijkdom van ontmoeting en genegenheid, van wederzijdse hulp en van verbondenheid met elkaar en met God. We moedigen jullie aan waakzaam en creatief te blijven. Laten we het samen doen: onze gemeenschappen mooier maken, broederlijker en gevoeliger voor elkaars kwetsuren en voor de noden van de wereld. Laten we onze vieringen blijven verzorgen; dan worden ze een bron van inkeer en inzet.”

Minderheidspositie

In het Westen neemt het besef toe dat de kerk zich in een minderheidspositie bevindt. Het geluk en de waarheid hangen niet af van het aantal. In een column naar aanleiding van kerstmis schreef Rik Torfs: “Er is nog een laatste argument dat voor het kerstfeest pleit. De gedachte dat de Verlosser op een nederige plek heel terloops werd geboren, vind ik met het groeien van de jaren steeds mooier, net zoals het prachtig is dat hij later als een schijnbare verliezer aan het kruis is gestorven” (R. Torfs, Tegentijds eigendraads, p. 196). Succes stond niet op het programma van Jezus.

Een minderheid kan een betekenisvolle taak hebben. Deze gedachte wordt zeker bijgetreden door de Tsjechische priester Thomas Halik. Deze priester en professor schreef tijdens de coronapandemie een essay over de vraag of de lege kerken niet een teken van God zijn. De kerk staat voor donkere tijden. Zij moet dus de oude kleren uitdoen en zichzelf opnieuw uitvinden. (Christ & Welt/Die Zeit, Nederlandse tekst op www deroerom).

 

“Onze wereld is ziek. Ik bedoel niet alleen de Coronapandemie maar ook de toestand van onze beschaving. Het wereldwijde fenomeen van deze pandemie maakt dit duidelijk. In Bijbelse termen spreken we over ‘een teken des tijds’. Het is nu tijd om eens goed te bezien wat eigenlijk aan de orde is nu zekerheden van onze wereld waarbij we ons tot nu toe veilig voelden, fundamenteel worden aangetast. Het onvermijdelijke proces van globalisering heeft blijkbaar zijn hoogtepunt bereikt: nu blijkt wereldwijd hoe kwetsbaar die geglobaliseerde wereld is.”

“In tijden van rampspoed zoek ik niet naar een god die zichzelf als een boze regisseur achter de coulissen van het wereldtoneel verstopt, maar ik zie hem als een bron van kracht die werkt bij degenen die in dergelijke situaties solidariteit en opofferende liefde tonen – ja, zelfs in die mensen die geen ‘religieuze motivatie’ hebben. God is een nederige en discrete liefde.”

“De vraag blijft me echter bezighouden of de tijd van lege en gesloten kerken niet een waarschuwing inhoudt voor de relatief nabije toekomst: zó zou over een paar jaar een groot deel van onze wereld eruit kunnen zien. Zijn we niet vaak genoeg gewaarschuwd door de ontwikkeling in veel landen waar kerken, kloosters en seminaries leeg blijven en moesten sluiten?”


“Waarom hebben we externe invloeden (‘de tsunami van het secularisme’) zo lang verantwoordelijk gehouden voor deze ontwikkeling en wilden we niet erkennen dat er opnieuw een einde komt aan een hoofdstuk in de geschiedenis van het christendom en dat we ons daarom moeten voorbereiden op het volgende?”

“Misschien zijn de lege kerken in deze periode een symbool van de verborgen leegte en van een toekomst die zou kunnen ontstaan ​​als de kerken niet serieus zouden proberen een compleet andere vorm van christendom aan de wereld te presenteren. We waren te zeer erop gericht dat de ‘wereld’ (de anderen) zich zou moeten bekeren, dan dat we bedacht waren op onze eigen ‘ommekeer’ – niet alleen een ‘verbetering’ maar een verschuiving van statisch ‘christendom’ naar dynamisch ‘christen zijn’. Waarom wilden we niet erkennen dat er opnieuw een einde komt aan een hoofdstuk in de geschiedenis van het christendom?”

 

“Misschien moeten we het huidige ontbreken van vieringen en het stilvallen van het kerkelijk ‘bedrijf’ aangrijpen als een kairos, als een uitgelezen gelegenheid om te pauzeren en zorgvuldig na te denken voor en met God. Ik ben ervan overtuigd dat het nu de tijd is om na te denken over hoe we verder moeten gaan op de weg van hervorming, waarover paus Franciscus spreekt. Dat kan niet betekenen een terugkeer naar een wereld die niet langer bestaat, noch een zich verlaten op uiterlijke hervormingen van structuren, maar het zal moeten gaan om een toewending naar de kern van het evangelie, een ‘weg in de diepte’.”

Als zoekers zijn we niet alleen. Er zijn zowel ‘zoekers’ onder de gelovigen (degenen voor wie het geloof geen ‘geërfd eigendom’ maar eerder ‘een weg’ is) als onder de ‘ongelovigen’ die religieuze overtuigingen om hen heen afwijzen maar niettemin het verlangen voelen naar een bron die hun dorst naar betekenis kan lessen.”

Jezus stak zijn hand uit en greep hem vast

In het verhaal van de overtocht komt Jezus naar de mensen toe en hij reikt hun de hand aan. Dit beeld uit het evangelie heeft iconenschilders geïnspireerd wanneer zij de verrijzenis wilden uitbeelden. Het is de icoon van de Stille Zaterdag wanneer Jezus in de onderwereld Adam en Eva optilt en hen tot leven wekt.

Het evangelie van vandaag geeft een opmerkelijk beeld van de werkelijkheid van de kerk van alle tijden: een schip dat bij zijn vaart tegenwind en storm moet weerstaan. Wat daarbij helpt en redt is niet de moed en de kwaliteit van haar bemanning. De waarborg tegen de schipbreuk is het geloof in Jezus en in zijn woord. Op dit schip zijn we veilig, niettegenstaande onze ellende en zwakheid, vooral als wij zoals de leerlingen voor hem kunnen knielen en hem aanbidden als Heer en hem zeggen: “Waarlijk, Gij zijt waarlijk de Zoon van God” (Paus Franciscus, angelusgebed 13 augustus 2017).

De zwaarste storm is er wanneer we het vertrouwen zijn kwijt geraakt in ons zelf, in onze wereld, in het bestaan en er niemand is die ons de hand reikt.