Paus Franciscus komt uit Argentinië, een land met een van de grootste joodse gemeenschappen. Hij nam na zijn pauskeuze vlug contact op met de opperrabbijn in Rome. Bij zijn bezoek aan het land van Jezus in mei 2014 was paus Franciscus vergezeld van twee vrienden uit Argentinië: rabbijn Abraham Skorka enimam Omar Abboud, secretaris van het Islamitische Centrum. Zij drukten de verbondenheid uit van de Abrahamitische godsdiensten. Op Pinksteren hebben paus Franciscus en de presidenten Shimon Peres en Mahmoud Abbas in de tuin van het Vaticaan gebeden voor de vrede in het Nabije Oosten. De olijfboompjes die ze daar hebben geplant zijn in groei. Maar sindsdien is de kans op vrede er op achteruitgegaan door de bittere gevechten tussen Israëli’s en leden van Hamas. Paus Franciscus heeft hen recentelijk getelefoneerd om zijn diepe bezorgdheid uit te drukken over de verslechterde situatie en de toenemende vijandigheid in het conflict tussen Israël en de Palestijnen in de Gazastreek.
Johannes Paulus II was de eerste paus om in Rome de Joodse synagoge te bezoeken. In zijn geestelijk testament dankte hij voor de contacten met de opperrabbijn. De afstand tussen het Vaticaan en de Joodse synagoog is niet ver, maar de Tiber was daar, symbolisch althans, eeuwen lang breed en diep.
Gebed om vergeving
Paus Johannes Paulus zette moedige stappen tot toenadering met de Joden, die hij “onze oudere broeders” in het geloof noemde. In het jubeljaar 2000 vroeg de Kerk vergiffenis voor haar fouten uit het verleden. Enkele dagen daarna ging de paus op bedevaart naar het land van Jezus. In Jeruzalem heeft hij dit gebed in de tempelmuur ingeschoven.
God van onze vaderen,
Gij hebt Abraham en zijn nakomelingen uitverkoren
om uw naam onder de volkeren uit te dragen.
Wij zijn heel diep bedroefd over de houding van alle, die in de loop van de geschiedenis uw zonen en dochters deden lijden.
Wij bidden om vergeving.
Wij willen ons inzetten
dat echte broederlijkheid mag groeien
met het volk van het Verbond.
Daarvoor bidden wij U met Christus onze Heer.
“Geestelijk zijn wij allen Semieten” dit had Pius XI al voor hem gezegd. Maar in die tijd discrimineerde het Hitlerregime de Joden en begon de Jodenvervolging. Edith Stein (1891-1942) heeft in 1933 bij Pius XI aangedrongen om daartegen te reageren. Zij heeft op haar brief geen antwoord gekregen. Zuster Dr. Edith Stein is op 9 augustus 1942 in Auschwitz omgekomen.
Tegen elk antisemitisme
Franz Kamphaus (°1932), bisschop in het Duitse Limburg van 1982 tot 2007, heeft naar aanleiding van een Joods-christelijke Week van de Broederlijkheid de christenen opgeroepen te protesteren en hun ongenoegen duidelijk te maken over joodsvijandige uitspraken en handelingen. Tegen de achtergrond van de Bijbelse boodschap van geweldloze gerechtigheid komt hem het schaamrood op de wangen voor wat christenen de voorbije tweeduizend jaar Joden hebben aangedaan. Hoe kon het zo ver komen dat de Kerk zelf zich daarbij aan geweld heeft schuldig gemaakt? “We moeten het anti-judaïsme, met zijn verschrikkelijke gevolgen, als een schande blijven beschouwen en ook de Kerk zelf moet deze zware last dragen” zei de bisschop.
Op gevaar van hun leven hebben mensen zich ingezet om Joodse medeburgers te beschermen. Terecht hebben ze een plaats onder de ‘rechtvaardigen.’ Een aantal moedige Joden proberen vreedzame oplossingen te zoeken voor het Palestijnse vraagstuk, dat zwaar weegt op de verhouding tussen Israël met zijn buren.
In de buurt van Saint Dié (Vogezen) hangt een plaat ter ere van een joodse rabbijn: “Hier werd op 29 augustus 1914 opperrabbijn Abraham Bloch, aalmoezenier in het Franse leger, gedood nadat hij het kruis van Christus aan een katholieke stervende soldaat had aangereikt.” De gedenkplaat is in 1934 aangebracht. Opperrabbijn Bloch (1859-1914) had zich, zodra de eerste Wereldoorlog utbrak, opgegeven bij de aalmoezeniersdienst. Hij droeg een toog, wat enkele katholieke aalmoezeniers verontrustte. Bij een beschieting werd een soldaat dodelijk gewond. Hij zag de rabbijn. In de mening dat deze een katholiek priester was, vroeg de stervende hem om een kruisbeeld. De opperrabbijn zocht er een en reikte het de stervende aan. Op dit ogenblik ontplofte een tweede obus, die hen allebei dodelijk raakte.(Paul Netter, Un Grand Rabbin dans la Grande Guerre. Abraham Bloch, mort pour la France, symbole de l’Union Sacrée et un mythe du judaïsme français., Editions Italiques, 2013).
De naam van deze rabbijn staat ook op een monument ter ere van de slachtoffers uit de Joodse gemeenschap van Lyon. Dit monument werd in 2004 geprofaneerd!
Onze oudere broers en zusters
Joden, christenen en moslims zijn kinderen van Abraham. De Joden zijn onze oudere broeders in het geloof. Als kinderen van Abraham leven wij allen in het perspectief van de toekomst.
De apostel Paulus heeft in zijn leven geleden onder het conflict met zijn stamgenoten, maar hij hield vast aan de blijvende verbondenheid met hen. Het geloof van Jezus verenigt; het geloof in de Christus scheidt.
Edith Stein was de avond voor haar vertrek naar de Karmel met haar moeder naar een dienst in de synagoog geweest. Op de terugweg vroeg haar vrome moeder: “Waarom wil je Christus kennen? Hij mag een zeer goed mens geweest zijn, maar waarom heeft hij zich tot God gemaakt?” Voor Edith Stein was haar keuze voor Christus tevens een herontdekking van de religieuze betekenis van het Jodendom. Bij Carmelitana verscheen in 2014 de eerste integrale Nederlandse vertaling van het boek van Edith Stein, Uit een Joodse familie.
Joodse wortels in de eredienst
De liturgie gebruikt bouwstenen van de Joodse eredienst. De eerste van de drie schriftlezingen komt uit het eerste Verbond. Wij schenken onvoldoende aandacht aan de psalmen, die elke viering ons toereikt en die de scharnier zijn van het breviergebed. Zij wekken in ons de luisterbereidheid en de ontvankelijkheid voor God.
De vrome Joden bidden driemaal per dag. Het Sjema “Hoor Israël, de Eeuwige uw God, de Eeuwige is één” (Deut. 6,4) is een van hun voornaamste gebeden.
De Moslims richten zicht vijf maal daags tot Allah.
“Luister, mijn zoon”, zo begint de regel van de heilige Benedictus.
Moge het ons gebed en dit van velen tegelijkertijd “onze voeten richten op de weg van de vrede” (Lc. 2,79).