De vrees verdwijnt

De eerste christenen leefden in een geweldig optimisme.

We zijn wel eens een beetje jaloers op ze

ze hadden toch zo mooi alles gemeenschappelijk?

Ja, dat weten we uit de Bijbel…maar dat mooie duurde maar eventjes.

De eerste pogingen om het nieuwe leven dat Jesus kwam brengen op aarde

te verwerkelijken liepen al gauw vast.

In de kerk waarin Lucas leefde

maakte men al ruzie -net als nu- over allerlei bijzaken.

Men legde elkaar op de meetlat van het eigen gelijk en verketterde elkaar

ondertussen vergat men wat er gedaan moest worden.

De tijd leek toen ook nog niet rijp te zijn

voor de grote  idealen die Jesus gepreekt had.

En dan werd -ook toen al- de grote vraag gesteld:

gaan we er mee door en houden we het vol?

Het lijkt wel of Jesus dat al voelde aankomen

als hij tot zijn vrienden zegt: ‘wees niet bezorgd, jullie kleine kudde’

Kort tevoren had hij dat ook gezegd:

'maak je niet bezorgd, wees niet bang’

en toen had hij gesproken over de vogels en de bloemen

die zich niet bezorgd hoeven te maken.

Nu voegt hij er iets aan toe: ‘wees waakzaam.'

Ze hebben iets met elkaar te maken,

al deze dingen, die Jezus zijn vrienden op het hart drukt.

‘Houd je lendenen omgord’ zegt Hij, ‘en je lampen brandend! ‘

Deze oproep doet komt in de Tora,

de eerste vijf boeken van de bijbel ook voor

en op een heel belangrijke plaats in het boek Exodus.

Het verhaal van de uittocht uit Egypte nadert zijn hoogtepunt,

negen plagen zijn al over het volk van Egypte gekomen,

en daarna heeft God de Israëlieten

de opdracht gegeven om een lam te slachten, elk gezin, één. 

Van dit geslachte lam moeten ze bloed aan de deurposten smeren

als een zichtbaar teken van het verbond.

De Israëlieten moeten waken in die nacht,

de nacht waarin hun bevrijding zal plaatsvinden. 

Ze eten het paaslam in waakzaamheid,

gespannen en vol verwachting van wat er zou kunnen gaan gebeuren. 

Staande hielde zij het eerste paasmaal

-en u weet dat onze Eucharistie daarvan afstamt-

de lendenen omgord, sandalen aan hun voeten en de staf in de hand. 

Klaar om te gaan, als het uur gekomen was.

Uit het boek van de wijsheid horen we vandaag

een meditatie over het boek Exodus:

 'de nacht van de Uittocht was aan onze voorvaderen tevoren 

 aangekondigd.'

En wat dan volgt is verrassend hoopvol:

 'dus konden zij vol vreugde de vervulling verwachten.

 Zo konden ze wakker uitzien naar de redding van de rechtvaardigen 

 en het einde van de macht van allen

 die het recht en de vrede blokkeerden.'

Welkom u allen hier: wakkere paasmaaltijdvierders,

kleine kudde.

Regelmatig worden we geteld

en dan blijkt landelijk:

veel mensen blijven katholiek

maar er zijn ook mensen die hun geloof te moeilijk vinden,

ja er zelfs hun geloof van kwijt raken.

Maar...u gelukkig niet,

anders was u niet gekomen deze morgen.

Geloven krijg je niet meer vanzelf aangewaaid

je zult het zelf moeten onderhouden:

naar de kerk gaan is een bewuste keuze aan het worden;

en dan is het is een geweldige kans

om je hele leven zin te geven

en te weten wat belangrijk is en niet.

Om de moed erin te houden

kun je eigenlijk de wekelijkse kerkgang niet missen

omdat je hier steeds weer te horen krijgt waar het om gaat.

Hierbinnen ligt het boek open.

Het bemoedigingsboek van de evangelist Lucas

naar wie we nog enkele maanden mogen luisteren

voordat in de Advent Matteüs weer aan de beurt komt.

Lucas is bij uitstek een evangelist voor de kerk.

Hij heeft als geen ander oog voor de problemen

die de kerkgemeenschap na Jesus' heengaan allemaal te wachten staan.

Problemen als de kerk

- niet blijkt toe te komen aan de grote idealen waar ze voor staat, problemen

- omdat mensen binnen de kerk het zo moeilijk met elkaar eens kunnen worden

- velen weglopen en het voor gezien houden.

Lucas is een goede eigentijdse bemoediger,

het lijkt wel of hij het tegen ons vandaag heeft als hij zegt:

 'Wees niet bevreesd gij kleine kudde'..

je bent de moeite waard, zo klein als je bent.

Tot de onzekere mensen, die we toch ook zijn, zegt Jesus:

 'het heeft God behaagd jou het Koninkrijk te schenken.'

Jullie hebben als hoorders de belangrijkste dingen in handen,

het Koninkrijk van God is jullie gegeven.

Je mag de nieuwe toekomst van God in je handen hebben,

die is aan jullie en aan niemand anders beloofd.

Durf dan ook daarop te vertrouwen

en verkoop je bezittingen,

geef aalmoezen, verschaf je beurzen die niet verslijten

en verwerf je een grote schat..

Kies voor het nieuwe leven met God

en al het andere zal wegvallen.

Helaas, in alle tijden geldt: er gebeuren zoveel dingen tegelijk.

Goede dingen maar ook slechte dingen. De Schrift leert:

al die dingen hebben te maken met groei, verandering, vernieuwing,

de doorbraak van het Koninkrijk Gods.

Allerlei dingen gebeuren er TEGELIJK.

In kerk en wereld zijn problemen.

Ons land regeren in crisistijd blijkt een hele klus.

Wanhopig makende dreigingen zijn er in Jemen en de hele regio daar.

De herdenking van de atoombommen op Japan vorige week

en de naweeën van de zeebeving van vorig jaar maakt moedeloos.

Ondertussen moeten wij maar doorleven.

Ondertussen worden er kinderen de wereld in geboren

en kiezen volwassenen voor de doop en toetreding tot de kerk.

Het spannende van Lucas' schrijven over de uiteindelijke dingen

is dat hij het allerlaatste, het beslissende moment en het heden

van onze eigen geschiedenis niet van elkaar los wil snijden.

Ons allen persoonlijk is, ook in deze tijd, al het Koninkrijk gegeven.

Het is onze schat, ons vermogen ons alles.

Deze tijd.... jouw tijd heeft als ieder andere tijd

zijn eigen problemen én zijn eigen mogelijkheden

en vraagt van jou om een eigen inzet.

Aan de Baalsjem (een beroemde joodse rabbijn

uit de 18e eeuw die in Polen leefde)

werd op zijn oude dag eens gevraagd:

 'wat is het belangrijkste dat u in uw lange leven hebt ondernomen.'

Hij denkt even na en zegt:

 'het belangrijkste dat ik gedaan heb

 is altijd datgene geweest

 waar ik op dat moment mee bezig was.'

Door de schijnbaar kleinste dingen te doen

levert ieder mens zijn of haar eigen bijdrage

aan de doorbraak van de uiteindelijke vrede.

We zijn er nog niet,

we moeten -net als de waakzame pelgrims in Egypte-

onze lendenen omgord houden, onze lampen brandend.

We zijn nog aan het wachten maar we weten wel waarop.

Het is zoals ooit met Abraham.

Hij leeft vanuit de belofte die nog niet vervuld is.

Hij gelooft erin en door dat geloof is hij in staat trouw te blijven.

Hij ziet het heil in de verte aan de horizon van zijn leven.

Daarom noemt hij zich een pelgrim,

een vreemdeling, een passant hier op aarde,

op zoek naar een land dat hem door God beloofd is.

Een land dat hij nog nooit gezien heeft

maar waarvan hij weet dat het bestaat.

Het is als ooit met Mozes

die de pelgrims aanvoerde door de woestijn.

Samen Egypte uit, op weg naar een nieuw land.

Een land dat hij nog nooit gezien heeft

en ook niet binnengaan zal:

hij sterft immers op de berg Nebo

en mag het alleen maar vanuit de verte vaag zien liggen in de zon.

Leven als Abraham, als Mozes, als Lucas met zijn eerste christengemeenschap.

Wat een moeilijke manier van leven!

Maar het is een goede manier om te leven, het is onze manier!

Als ik u aanspreek zeg ik het liefste:

parochianen.. dat betekent: pelgrims, mensen samen op weg.

Het is wel een kwestie van volhouden!

Lucas sprak ons vandaag toe als een verstandige pastor

die zijn mensen vermaant om niet te vluchten in verdoving,

verslapping of in angst maar om te waken en te bidden

in blijde verwachting van een nieuwe toekomst.

Bij geloven hoort geen heldhaftigheid.

We wachten niet op heldendom maar wel op iets zeker zo waardevols:

geduld, taaiheid, optimisme, realisme, eerlijkheid tegenover je zelf.

Als waakzame vierders van het paasmaal straks mogen wij wel  nu al weten

dat  ons een belofte is gedaan:

Hij die met Israël meetrok

op zijn lange pelgrimstocht door de woestijn

zal ook met ons mee gaan in onze dagen.

Deze week overleed bisschop Jan Bluysen:

mysticus, geleerde en pastor.

In een interview dat ik gisteren vlak voor de avondmis zag zei hij o.a:

‘Geloof is het fundament waarop wij staan. Maar we moeten durven vragen.

Door de belangrijke vragen te stellen:

waarom ben ik geschapen, waar gaan we naar toe,

krimpt het niet maar groeit het juist.

En als we het geloof echt serieus nemen

wordt het gekleurd door de hoop en verdwijnt de vrees.

Dat wens ik ons allen toe!