14de zondag door het jaar A 2011

“Komt allen tot Mij die uitgeput zijt en onder lasten gebukt, en Ik zal u rust en verlichting schenken.”

 

Rust en verlichting schenken. Jezus geeft het. Je hoeft het alleen maar te ontvangen. Rust en verlichting. In onze tijd is stress méér dan een modewoord. Stressfactoren zijn een realiteit voor mannen en vrouwen. Burn-out, een overmaat aan prikkels die enerzijds verslavend werken, maar tegelijk onze hele gestel overbelasten. Een vicieuze cirkel waar veel mensen last van hebben. En Jezus zegt: “Ik zal u rust en verlichting schenken”.

 

Is dat waar? Geeft Jezus ons rust en verlichting? Als ik kijk naar Petrus die als eerste herder na Christus aan het eind van zijn leven ondersteboven gekruisigd wordt. Als ik zie naar Paulus die de halve wereld heeft rondgereisd en tenslotte sterft door onthoofding. Wat bedoelt Jezus dan als Hij zegt: “Ik zal u rust en verlichting schenken”?

 

God gunt ons rust, daarvoor gaf Hij reeds de Sabbat, de rustdag. Maar lichamelijke rust is niet altijd afdoende. Als de ziel onrustig is, als het hart onrustig is, als de geest onrustig is, dan komt ook het lichaam niet tot rust.

 

Augustinus heeft een mooie zin hieraan gewijd. De gedachte heeft hij aan de Psalmen ontleent. “Rusteloos blijft ons hart totdat het zijn rust vindt in u”. Wat is die rust? Is die rust wel rust? De leerlingen die Jezus meemaken ontdekken een tegenstelling in die rust. Midden in de storm ligt Jezus te slapen. Zijn hart is rustig, terwijl alles om Hem heen onrust is. Maar bij de tempelreiniging lezen we dat de Leerlingen zich dit Schriftwoord herinnerden, Zijn leerlingen beseften dat er geschreven staat: “De ijver voor uw huis zal Mij verteren.” IJver die je verteert, een brandende gloeiende onrust die niet verdwijnt. Hoe verhoudt zich dat tot de rust waar Jezus over spreekt?

 

Gisteren was ik bij de afscheidsreceptie van dominee Bert Schüssler in de Messiaskerk. Daar had ik goed zicht op het grote raam boven het liturgisch centrum. Een gestalte midden in een gloed van vurige vlammen. Het deed me denken aan de . God die spreekt vanuit het vuur. Mozes die gefascineerd wordt omdat er iets brandt dat niet verbrandt. Dat zou handig zijn, nooit meer hout sprokkelen, nooit meer kolen op het vuur. Iets dat blijft branden, zonder te verbranden. Het verschijnsel wordt zijn grote Godsontmoeting. En wat hij daar zag, zal werkelijkheid worden in hem zelf, in zijn leven. Een vuur dat hem vanaf dan niet meer loslaat, dat voortdurend brandt, en hem toch niet verteert, hij brandt niet op.

 

Rust en onrust, vrede en strijd, kracht en zwakte, actief en passief, initiatief en afwachten, pijn en troost, heilig en zondig, twijfel en zekerheid, weten en niet weten, doorgaan en wachten, op reis zijn en blijven, innerlijk en uiterlijk, oud en jong, tijdelijk en eeuwig, God en mens.

 

“Komt allen tot Mij die uitgeput zijt en onder lasten gebukt, en Ik zal u rust en verlichting schenken.”

 

Jezus zegt daarbij: “Neemt mijn juk op uw schouders en leert van Mij: Ik ben zachtmoedig en nederig van hart; en gij zult rust vinden voor uw zielen, want mijn juk is zacht en mijn last is licht.”

 

De rust van Jezus hart, waardoor Hij rust in de storm, staat de onrust voor Gods Koninkrijk niet in de weg. Integendeel. Omdat Hij innerlijk volkomen rust in de Vader, kan hij de onrust verdragen die de werkelijkheid teweegbrengt, omdat Gods Koninkrijk nog niet gerealiseerd is, omdat er geen vruchten zijn, omdat gerechtigheid ontbreekt. Die onrust kan Hij verdragen, dulden, uithouden, omdat Hij rust vindt in God.

 

Jezus geeft ons een nieuw juk. Dat is een ander juk dan de wereld. Het leven brengt van alles mee. Hoe je het wendt of keert, je krijgt een last te dragen. Maar wat een verschil als je die last probeert te verlichten op de manier van deze wereld of door Jezus na te volgen en van Hem te leren.

 

Eerst lijkt het juk harder en de last zwaarder. Jezus navolgen, dat is toch de smalle weg, dat is toch jezelf verloochenen, dat is toch je kruis opnemen. Maar wat dan gebeurt is dat je de werkelijkheid van het leven onder ogen ziet en aanpakt. Maar je doet dat in navolging van Hem. En er gaan dingen wegvallen. Je hoeft niet meer alles wat de wereld voorschrijft. Je moet niet meer zoveel, de turbodrive van de wereld waarin je maar mee moet gaat uit. Dan blijft alleen het kruis over zoals het werkelijk is en dat is al meer dan genoeg, maar met Hem zie je de zin en de betekenis, waar het toe leidt en hoe je het kan dragen. En zo wordt het zachter en lichter. Zelfs al je er net als Petrus aan sterft. Want dat sterven draagt een ongekende vrucht.

 

Jezus zegt dat deze wijsheid alleen toegankelijk is voor kinderen, en wel Gods kinderen. Niet de kinderen van deze wereld die de wijsheid van deze wereld aanhangen. De wijzen en verstandigen van deze wereld die iedere tijd opnieuw dwaasheid van de wereld in een nieuw wijsheidsjasje stoppen, moeten ontdekken dat de dwaasheid van Jezus een vermomming is van de eeuwige en onvergankelijke wijsheid van God. Maar God verbergt het voor hen, totdat zij eenvoudig worden van hart, gevoelig en ontvankelijk voor God. Dan worden zij als zijn kinderen en kunnen zij zijn wijsheid leren. Voor ons is het niet anders. Amen.