De universele broeder

 

Op 1 december is het honderd jaar geleden dat Charles de Foucauld overleed in Algerije. Hij werd vermoord tijdens een conflict van Toearegs met kolonialen, waarin een radeloze bewaker hem heeft doodgeschoten. Hij was 57 jaar en had een groot deel van zijn leven doorgebracht in de woestijn, verbonden met de Toearegs. Hij beleefde een spiritualiteit van eenvoud, nabijheid en vooral in innig gebed met Jezus in de eucharistie.

Charles is in Straatsburg geboren in 1858. Hij koos voor de militaire school. Hij was van rijke komaf. Hij verloor vroeg zijn ouders. Als militair heeft hij aanvankelijk nogal van het leven genoten. Maar hij maakte op een keer daaraan een einde en ging als ontdekkingsreiziger naar Marokko, waar hij ernstig studiewerk verrichtte.

Hij kwam onder de indruk van het geloof van de bevolking, van de mensen van de Islam, voor wie God de absolute is. Dit leidde tot een geestelijke zoektocht. “De Islam heeft mij in grote verwarring gebracht. Het zien van het geloof van deze mensen, die in voortdurende aanwezigheid van God leven, deed me een glimp opvangen van iets dat groter en echter is dan wereldse bezigheden. Ik ben begonnen de Islam te bestuderen en daarna de Bijbel.”

Hij trad binnen bij de trappisten, maar keerde terug omdat hij voor een nog strenger leven wou kiezen. Hij leefde vier jaar in Palestina en stond er ten dienste van Franse Clarissen in Nazareth. Hij werd priester in 1901 en vestigde zich in de Sahara, eerst in Béni-Abbès et later in Tamanrasset, waar hij vermoord werd op 1 december 1916. Hij was een van de weinige priesters in Algerije. Hij beschouwde zich niet als iemand die moest verkondigen, maar die het leven wou delen en de laatste plaats zoeken, broeder zijn van allen.

Tussen de mensen

Tijdens zijn leven heeft niemand zich bij hem aangesloten voor de gemeenschap die hij wou stichten, behalve een man die slechts korte tijd bleef gezien de harde levensstijl. Misschien was Charles niet zo een gemakkelijk iemand.

Zijn ideaal was Jezus na te volgen in zijn stille, maar werkzame aanwezigheid te Nazareth. Hij is komen wonen tussen de Toearegs: “Vivre parmi” en dit door zichzelf voortdurend meer te bekeren. Toen Charles in 1905 te Tamanrasset aankwam, leefden daar veertig gezinnen en stond er één boom. De cel met kapel, die Charles voor zich bouwde, was het eerste en - lange tijd - het enige stenen gebouw. Charles, de gastvrije, maakte een sterke ervaring mee wanneer hij tijdens een ziekte zelf op de hulp van anderen, van armen, was aangewezen.

Vanuit Tamanrasset trok Charles voor enkele maanden naar het hoger gelegen Assekrem. Zijn ermitage lag op 2780 meter hoogte. Charles trok daarheen niet zozeer om meer in de stilte te zijn, maar omdat hij nog dichter bij de Toearegs wou zijn, bij de meest armen. Dit waren de nomaden die tijdens bepaalde perioden van het jaar hoger in het gebergte trokken.

Het tweede gebouw dat Charles in Tamanresset oprichtte en dat nog bestaat is de bordj, een kleine versterkte burcht waar de mensen hun voedsel konden opbergen en bescherming vinden. Het is daar dat Charles vermoord werd door Toearegs van een andere stam, die vanuit Libië een opstand voerden. Het is een roofmoord geweest, maar de maraboet Charles was gedood. Hij had in zijn testament gevraagd begraven te worden, waar hij zou sterven. Zijn lichaam is echter enkele jaren later overgebracht naar een andere plaats. Charles is in 2005 zalig verklaard.

Inspiratie voor velen

Halfweg vorige eeuw werd veel gesproken over zijn volgelingen, de Kleine Broeders en Zusters. De Gemeenschap van de Kleine Broeders van Jezus ontstond in 1936: drie jaar later werden de Kleine Zusters van Jezus gesticht. Roger Voillaume, de stichter van de mannelijke tak, publiceerde zijn boek Au coeur des masses; Om het hart van de massa. De Broeders hebben een zending, maar zijn geen missionaris. Biddend aanwezig zijn. Contemplatieven in de wereld, zoals Charles het zelf wou zijn.

 

De eucharistie was voor Charles de Foucauld heel centraal en ze blijft dit voor zijn volgelingen. Ze leven in eenvoud vanuit liefde voor God en uit vriendschap en in solidariteit met de mensen. Zij kiezen voor een bepaald volk en wensen er te blijven in respect voor dit volk.

We denken aan hem op deze eerste zondag van de advent. We leggen teksten uit de Woorddienst op het leven van Charles de Foucauld. Hij heeft geluisterd naar wat Jezus tot zijn tijdgenoten en tot ons zegt. Jezus heeft een aanklacht tegen de zorgeloze levenswijze van velen (Mt 24,37-39). Mensen handelen of de wereld eeuwig is en er geen einde komt aan het feest.

Charles de Foucauld heeft in een dergelijke sfeer geleefd. Hij had in zijn jeugd weinig of geen aandacht voor het christelijk geloof. Hij las veel boeken en stond ver af van de kerk. Hij heeft gefeest en gevierd. Hij begon aan een militaire loopbaan, maar hij werd uit het leger gezet omdat hij als bon vivant het al te bont maakte. Zijn paden waren niet altijd effen en recht. Hij heeft in ieder geval zijn wapen omgesmeed tot ploegijzers (Jes. 2,4) en is een man van vrede geworden. Hij heeft ingezien dat de weg die hij ging, dat de brede laan naar het geluk hem niet bevredigt.

Het is tijd uit het duister op te staan”, schrijft Paulus (Rom.13,11). Charles de Foucauld is uit de nacht opgestaan. In 1886 ontvangt hij te Parijs in de kerk van Sint- Augustinus het biechtsacrament bij abbé Huvelin. Hij ervaarde wat in dit voorbije jaar zo uitvoerig is verkondigd en door een aantal is beleefd: God is de barmhartige Vader, die de zoon die ver van huis was, opnieuw opneemt.

Broeder Charles, een compagnon voor de advent

De oproep van Johannes de Doper vanuit de woestijn “Bekeer u, want het rijk der hemelen is nabij” raakt het hart van Charles. Hij zal zich voortdurend meer en meer bekeren.

Abbé Huvelin is zijn raadsman. Hij suggereert aan de jonge bekeerling een reis naar het Heilig Land, wat op hem een onvergetelijke indruk maakt. Tijdens de advent ondernemen we in gedachte een zelfde reis. We gaan naar Nazareth waar Maria en Jozef wonen, wij gaan met hen naar Bethlehem en naar Jeruzalem en volgen hen op de vlucht naar Egypte.

Bekleed u met de Heer Jezus Christus.” Charles wenste niets anders dan dicht bij Jezus te zijn, om met hem de laatste plaats te bekleden. De eenvoud, de armoede, die arbeid, die hij in Nazareth leerde kennen en beleefde, wil hij meer tot de zijn levensstijl maken. “Nazareth est partout où l’on travaille avec Jésus dans l’humilité, la pauvreté et le silence” (18.09.1905). 

Hij wou de universele broeder van allen zijn. In het kloostertje van Beni-Abbès, een oase vlakbij de Marokkaanse grens, schrijft hij: “Ik wil alle bewoners, christenen, moslims, joden eraan wennen mij te beschouwen als hun broeder, de universele broeder.” Zijn huis is gekend als ‘de fraternitéit’. Werd het visioen van Jesaja daar even werkelijkheid?

Advent is een tijd van verwachting, maar tevens een tijd, waarin we beseffen dat deze reeds gevuld is door de presentie van de Heer. Charles heeft deze presentie beleefd en wil deze doorzetten.

In het leven van Charles is het woord van Jezus zeker in vervulling gegaan: “Wees waakzaam want je weet niet wanneer de Heer komt.” Als vijftiger had Charles al aangevoeld dat zijn krachten verminderden. Misschien had hij voorzien dat hij onverwachts zou sterven.

De zalige Charles de Foucauld legt een band naar slachtoffers van terrorisme. Wij denken aan het leven en de gruwelijke dood van abbé Hamel, onthoofd in een kerk van Rouen. Deze priester van 85 jaar hield zoals zoveel anderen van de zalige Charles de Foucauld (Jan De Volder, Martyr. Vie et mort du père Jacques Hamel).

Mgr. Georges Casmoussa is Apostolisch Visitator van de Syrisch-katholieke Kerk in West-Europa. Voordien was hij bisschop van Mossoul. Hij is sterk getekend door de spiritualiteit van Theresia van Lisieux en deze van Charles de Foucauld (Mgr. Georges Casmoussa, Jusqu'au bout, Entretiens avec Joseph Alichoran et Luc Balbont). Op 17 januari 2005 werd hij daar opgepakt en gegijzeld. Zijn bewakers dreigen hem te vermoorden. Tijdens die bange uren van opsluiting vond hij steun en sterkte in het gebed van overgave dat Charles de Foucauld heeft geschreven en dat velen dagelijks bidden:

Vader,

ik verlaat mij op Jou.

Doe met mij wat Jij goed vindt.

Wat Jij ook met mij doen wilt, ik dank Je.

Tot alles ben ik bereid,

alles aanvaard ik,

als jouw wil maar geschiedt in mij

en in al je schepselen.

Niets anders verlang ik, mijn God,

ik leg mijn leven in jouw handen.

Ik geef mij aan Jou, mijn God,

met heel de liefde van mijn hart,

omdat ik Je bemin,

omdat het voor mij een noodzaak van liefde is mij te geven,

mij zonder voorbehoud op Jou te verlaten,

met een oneindig vertrouwen, want Jij bent

mijn Vader.

Iesus Caritas, Jésus Amour, Jezus liefde. Twee woorden, waarmee Charles gans zijn spiritualiteit samenvat en velen blijft inspireren.

"Mocht heel ons leven JEZUS zijn!" 'k Hou van die uitspraak van Priester Flor Hofmans z.g. Met die woorden besluit een religieuze vaak haar mails en staat ze aldus in de stroming, die Charles de Foucauld heeft gestuwd.