Een doodshemd heeft geen zakken.

Dat kunt u zelf vast stellen in het wevershuisje in Almelo die nog in het bezit is van een collectie doods hemden Als argeloze bezoekkers het wevershuisje binnen komen en rond neuzen probeer ik ze een wel eens met de nodige humor een milieu vriendelijk linnen doods hemd te verkopen! Komt altied ooit van pas toch? . Het lag vroeger in elke linnenlast van een Twentenaar met veel geld!  Het is een tijdloos, echt een uniek kledingstuk dat niet  meer in geen enkele winkel wordt verkocht . HANDEL ! Er is nog geen concurrentie in Almelo .en de wijde omgeving Wel op het internet voor 95 tot 250 euro per stuk heb je er een!

Volgens het centraal bureau van de statistiek zijn in 2017 150 214 Nederlanders overleden  In 2018 waren dat 153163 personen  Dat is een stijging van die omzet goed voor een jaarlijkse omzet van dik 15 tot meer dan 150 miljoen euro. Wat niet te koop is zijn de witte sokken die sommige overleden Twentenaren mee kregen in de kist. Na lang nadenken en wat fantasie ben ik tot de conclusie gekomen dat dat gebruik van witte sokken zijn oorsprong heeft in het laatste avond maal  Nadat Jezus de voeten van de apostelen heeft gewassen heeft hij ze ook weer hun witte sokken aan getrokken. Het leven in Twente speelt zich af vanaf je geboorte waarin je gedoopt wordt in een witte doop jurk en een wit smetteloos kleed opgelegd krijgt Ook te zien in het Wevershuisje . Vervolgens trouwde je en werkte je toen dood in zwarte kleding om vervolgens weer begraven te worden in een Wit doods hemd. Zo is het spel van het leven! Om zo weinig mogelijk vlekken op te lopen. Die vlekken vallen niet op als je altijd zwarte kleren draagt ..

De WITTE sokken kreeg iemand mee die tijdens zijn leven een bijzondere maatschappelijke prestatie had verricht  Die kan hij vlak voor de Hemelpoort uit doen om zo zonder vlekken = vrij van zonden de hemel binnen te lopen. Niemand lijkt dat nog te begeren om met witte sokken begraven te worden.

Het is die andere vijand, zo schrijft de heilige Johannes, dat is de begeerlijkheid in de ogen, van een diepgewortelde hebzucht, die alleen waarde hecht aan wat tijdens je leven kan worden aangeraakt. Het zijn ogen die als het ware aan de aardse dingen blijven kleven en daardoor niet in staat zijn de bovennatuurlijke werkelijkheid te ontdekken. We kunnen de woorden van de heilige Schrift daarom toepassen op de zucht naar materiële goederen en ook op de vervormde visie waardoor alles om ons heen — de mensen, ons leven en onze tijd — alleen maar op een menselijke manier bekeken wordt.
De ogen van de ziel worden troebel. Het verstand denkt genoeg te hebben aan zichzelf om alles te begrijpen en meent God daarom niet nodig te hebben. Het is een subtiele bekoring die zich beroept op de vermogens van ons menselijk verstand dat we van God, onze Vader, gekregen hebben om Hem in vrijheid te kennen en lief te hebben. Wanneer het menselijk verstand eenmaal door deze bekoring wordt meegesleept, beschouwt het zichzelf als het middelpunt van het heelal en loopt het weer warm voor de valse belofte: Ge zult als goden zijn (Gen 3, 5), en vol eigenliefde keert het de liefde van God de rug toe.
Zo kunnen we zonder meer in handen vallen van de derde vijand: de superbia vitae, de hoogmoed des levens. Daarbij gaat het niet alleen om gedachten van ijdelheid of eigenliefde die weer snel voorbij gaan, maar het is ook een situatie van absolute arrogantie. We moeten onszelf niet voor de gek houden: dit is de ergste van alle kwalen, de wortel van alle dwalingen. De strijd tegen de hoogmoed zullen we altijd moeten voeren, want zegt men niet heel treffend dat deze hartstocht pas een dag na de dood sterft? Het is de hooghartigheid van de Farizeeër die nooit door God wordt gerechtvaardigd, omdat Hij bij hem op een barrière van zelfgenoegzaamheid stuit. Het is de arrogantie waardoor anderen worden geminacht, gedomineerd en slecht behandeld, want waar trots is, daar is belediging en schande (Spr 11, 2).